May Leiba

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
May Leiba
Zicht op het meer
Algemene gegevens dam
Plaats Addi Qoylo
Type Aarden dam
Hoogte 18,9 m
Lengte 371 m
Bouw
Bouwperiode 1998
Stuwmeer
Oppervlakte 0,16 km²
Volume 0,000958 km³
May Leiba
Bekken van May Leiba
Portaal  Portaalicoon   Civiele techniek en bouwkunde

May Leiba is een stuwmeer in de Dogu'a Tembien woreda van Tigray in Ethiopië. De aarden dam werd gebouwd in 1998 door de Relief Society of Tigray.[1]

Eigenschappen van de dam[bewerken | brontekst bewerken]

May Leiba dam
  • Hoogte: 18,9 meter
  • Lengte: 371 meter
  • Breedte van de overloop: 25 meter
Overloop van het May Leiba meer

Capaciteit[bewerken | brontekst bewerken]

  • Oorspronkelijke capaciteit: 958 175 m³
  • Ruimte voor sedimentopslag: 191 635 m³
  • Oppervlakte: 16 ha

In 2002, werd de levensverwachting (de periode tot opvulling met sediment) van het stuwmeer geschat op 15 jaar.[1]

May Leiba – irrigatiekanaal dat grotendeels ongebruikt blijft

Irrigatie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Gepland irrigatiegebied: 50 ha
  • Effectief irrigatiegebied in 2002: 5 ha

Eerst en vooral is er een administratief probleem: de dam ligt op het grondgebied van één gemeente, en het irrigatiegebied in een andere gemeente. Dat leverde problemen op ivm de verdeling van het irrigatiewater. Een belangrijk deel van het water gaat ook verloren door insijpeling in de kalk-ondergrond; een positief neveneffect hiervan is dat dit bijdraagt tot het grondwaterpeil,[2] enkele kilometers stroomaf, bij het dorp Addi Idaga is er een groot irrigatiegebied ontstaan dat gevoed wordt door bronwater afkomstig van deze ondergrondse lekken.

Bekken van May Leiba

Stroombekken[bewerken | brontekst bewerken]

Het stroomgebied van het reservoir is 17,87 km² groot, met een omtrek van 17,61 km en een lengte van 4540 meter.[1]

Omgeving[bewerken | brontekst bewerken]

Het gesteente in het bekken omvat, van laag naar hoog, Kalksteen van Antalo, Schiefer van Agula, Amba Aradam Zandsteen, en basalt.[1] De verdeling van de bodems in dit landschap is een gevolg van de verscheidenheid in gesteenten, het voorkomen van afzettingen van grondverschuivingen, en een (meer recente) menselijke impact die leidde tot bodemerosie en –afzetting. Als gevolg vinden we ‘rood-zwarte’ bodemcatena’s met Cambisol en Vertisol op basalt en Calcaric Regosol tot Vertisol op kalksteen.[3] Het reservoir ondergaat snelle sedimentafzetting.[4] Men heeft getest of dit sediment kon gebruikt worden om velden aan te leggen in barre gebieden bij de oevers van het meer. Het gebruik van zulk sediment leidde uiteraard tot zeer hoge gewasopbrengsten, maar de vraag is of dit de zware arbeid om het sediment te transporteren kan compenseren.[5]