Museum van de Mijnwerkerswoning

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Museum van de Mijnwerkerswoning

Het Museum van de Mijnwerkerswoning staat aan de Marie-Joséstraat in Eisden-Tuinwijk in de gemeente Maasmechelen. Het is ondergebracht in het linkerdeel van een gerestaureerde tweewoonst in de Tuinwijk, gebouwd en beheerd door de Société Anonyme des Charbonnages Limbourg-Meuse, de Steenkoolmijn van Eisden. Het pand is een voorbeeld van de Engelse 'garden city-architectuur' zoals die in de 'cité van Eisden' werd gekopieerd. Het museum wordt onderhouden en gerund door vrijwilligers, verenigd in de 'Stichting Erfgoed Eisden' en ondersteund door de gemeente.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het pand is een dubbele mijnwerkerswoning uit 1925, toen omschreven als 'Maison pour Ouvriers ou Porions' in plannen en tekeningen. De woningen werden vanaf 1926 verhuurd aan mijnwerkersgezinnen. Wegens de nabijheid van de scholen en de kerk kwam vanaf 1934 in het linkergedeelte de kapelaan van de Sint Barbaraparochie van Eisden-Tuinwijk wonen, terwijl in de woning ter rechterzijde onder meer de zuigelingen- en kleuterbureaus van het 'Nationaal Werk voor Kinderwelzijn' waren ondergebracht. Vanaf 1945 werd het hele pand gebruikt door de parochie. Na de sluiting van de mijn in 1987 werd de gemeente Maasmechelen eigenaar. Het gebouw stond leeg en raakte vervallen.

Nadat er jarenlang voor was gelobbyd gaf de gemeente opdracht het pand uitwendig te renoveren aan de hand van de oorspronkelijke ontwerpplannen en -tekeningen. De linkerwoning werd door leden van de toenmalige 'Geschied- en Heemkundige Kring van Eisden' ingericht zoals een mijnwerkerswoning er in de jaren 1930 heeft uitgezien, inclusief de nutsvoorzieningen uit die tijd. Ook de zeer ruime tuin werd volgens de toenmalige voorschriften van de mijnmaatschappij heraangelegd. Het museum werd in 1995 feestelijk geopend. Het 'Archief- en Documentatiecentrum van het Mijnwerkersleven' was tot 2015 in het rechterdeel van het pand ondergebracht.

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Wetenswaardigheden[bewerken | brontekst bewerken]

De meeste binnenopnames en enkele scènes buitenshuis voor de film Marina, de geromantiseerde levensgeschiedenis van muzikant Rocco Granata door cineast Stijn Coninx, zijn gemaakt in het museum.

Het Museum van de Mijnwerkerswoning is vaak een begin- of eindpunt bij excursies voor toeristen en geïnteresseerde bezoekers aan het patrimonium van de steenkoolmijn van Eisden, de Tuinwijk en het mijnwerkersleven in Limburg. Op 16 juni 2014 werd de 125.000ste bezoeker er feestelijk rondgeleid.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Jan KOHLBACHER, Twee voorzienigheden in een mijnparochie, in: Koorts, erfgoedmagazine van KADOC, 2022.
Zie de categorie Museum van de Mijnwerkerswoning van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.