Oekraïense Democratische Alliantie voor Hervormingen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Toth (overleg | bijdragen) op 24 okt 2015 om 21:49.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Український демократичний альянс за реформи Віталія Кличка
Oekraïense Democratische Alliantie voor Hervormingen
Logo
Oekraïense Democratische Alliantie voor Hervormingen
Personen
Partijleider Vitali Klytsjko
Zetels
Verchovna Rada
40 / 450
Geschiedenis
Opgericht 24 april 2010
Algemene gegevens
Actief in Vlag van Oekraïne Oekraïne
Richting centrumrechts
Ideologie liberalisme, europeanisme
Website klichko.org
Portaal  Portaalicoon   Politiek

De Oekraïense Democratische Alliantie voor Hervormingen,[1] ook wel Oedar of UDAR (Oekraïens: Український демократичний альянс за реформи Віталія Кличка, Oekrajinsky demokratytsjnyj aljans za reformy Vitalija Klytsjka; het acroniem UDAR/УДАР betekent letterlijk "stoot"[2] of "klap"[3]) is een Oekraïense politieke partij die in 2010 is opgericht door wereldkampioen boksen Vitali Klytsjko. De partij is prowesters en wil de banden met de Europese Unie en de NAVO aanhalen.[1] Anderzijds is zij anti-autoritair en richtte zich met name tegen de gevangenneming van oud-premier Joelia Tymosjenko, waarvoor president Viktor Janoekovytsj van de Partij van de Regio's verantwoordelijk was.[4]

Bij de parlementsverkiezingen van 2012 behaalde Oedar 40 zetels in de Verchovna Rada en werd daarmee de derde partij van het land. Klytsjko maakte in oktober 2013 bekend dat hij zich de volgende verkiezingen kandidaat zou stellen voor het presidentschap.[4] Oedar was een belangrijke oppositiepartij tijdens Euromaidan (2013–2014) dat president Janoekovytsj verdreef. Klytsjko was blij dat Tymosjenko hierdoor vrijkwam, maar reageerde met gemengde gevoelens op haar aankondiging dat zij ook een gooi zou doen naar het presidentschap, hetgeen de twee populaire oppositieleiders tegenover elkaar zou plaatsen: "Het zal een raar gezicht zijn dat leden van de oppositie elkaar moeten beconcurreren", zei hij.[5]