Oernierkanaal

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
A. Vóór embryonale differentiatie, de geslachtsklieren en het voortplantingskanaal (ductus Wolff = blauw en ductus Müller = rood) B. Via de genproducten van het Y-chromosoom vindt er een differentiatie naar testikels plaats door middel van het anti-Müller-hormoon (AMH), de involutie van de Mülleriaanse buis. De ontwikkeling van het kanaal van Wolf verloopt via de productie van testosteron. C. Bij afwezigheid van de testis bepalende factor (TDF), ontwikkelen de eierstokken zich en degenereert het kanaal van Wolff, terwijl de derivaten van het kanaal van Müller zich ontvouwen.

Het oernierkanaal of Wolffiaans kanaal, archinefrische kanaal, het kanaal van Leydig of het nefrisch kanaal, is een gepaard orgaan dat zich ontwikkelt in de vroege stadia van de embryonale ontwikkeling bij mensen en andere zoogdieren. Het is een belangrijke structuur die een cruciale rol speelt bij de vorming van mannelijke voortplantingsorganen. Het kanaal is vernoemd naar Caspar Friedrich Wolff, een Duitse fysioloog en embryoloog die het voor het eerst beschreef in 1759.

Tijdens de embryonale ontwikkeling vormt het oernierkanaal zich als onderdeel van het urogenitaal stelsel.[1]

Structuur[bewerken | brontekst bewerken]

Het oernierkanaal verbindt de oernier met de cloaca. Het dient ook als het primordium voor mannelijke urogenitale structuren, waaronder de bijbal, zaadleider en zaadblaasjes.

Ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]

Bij zowel mannen als vrouwen ontwikkelt het oernierkanaal zich tot de trigonus van de urineblaas, een deel van de blaaswand, maar de geslachten differentiëren op andere manieren tijdens de ontwikkeling van de urinewegen en de voortplantingsorganen.

Mannelijk[bewerken | brontekst bewerken]

Bij mannen ontwikkelt het zich tot een systeem van verbonden organen tussen de efferente kanalen van de testis en de prostaat, namelijk de bijbal, de zaadleider en het zaadblaasje. De prostaat ontstaat uit de urogenitale sinus en de efferente kanalen ontstaan uit de oerniertubuli.

Hiervoor is het van cruciaal belang dat de kanalen tijdens de embryogenese worden blootgesteld aan testosteron. Testosteron bindt zich aan de androgeen receptor en activeert deze, waardoor intracellulaire signalen worden beïnvloed en de expressie van talrijke genen wordt gewijzigd.[3]

Bij volwassen mannen is de functie van dit systeem het opslaan en rijpen van het sperma en het leveren van aanvullend zaadvocht.

Vrouwelijk[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de vrouw gaat, door de afwezigheid van anti-Müller-hormoonsecretie door de sertolicellen en de daaropvolgende Mülleriaanse apoptose, het oernierkanaal achteruit, hoewel insluitsels kunnen blijven bestaan. De epoöphoron en de para-urethrale klieren kunnen aanwezig zijn. Ook lateraal van de wand van de vagina kan zich als overblijfsel een kanaal of cyste van Gartner ontwikkelen.

Diagrammen om de veranderingen in de cloaca bij zoogdieren tijdens de ontwikkeling te illustreren. A, vroeg embryonaal stadium, waarbij de cloaca wordt getoond die de urineblaas, het rectum en het kanaal van Wolff ontvangt, zoals bij de lagere gewervelde dieren. B, later stadium, toont het begin van de plooi die de cloaca verdeelt in een ventrale urogenitale sinus die de urineblaas, oernierkanalen en urineleiders ontvangt en in een dorsaal deel dat de endeldarm ontvangt. C, verdere voortgang van de plooi, waarbij de cloaca wordt verdeeld in urogenitale sinus en rectum; de urineleider is gescheiden van het Wolffiaanse kanaal en verschuift naar voren. D, voltooiing van de plooi, die de volledige scheiding van de cloaca in de ventrale urogenitale sinus en het dorsale rectum laat zien.