On-board diagnostics

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

On-board diagnostics (OBD) is in de auto-elektronica een term die verwijst naar het voertuigmanagementsysteem en de interface voor het uitlezen van informatie over verschillende delen van het voertuig.

Sinds de introductie in de jaren 80 varieert de hoeveelheid informatie beschikbaar via de OBD. De modernste OBD is versie OBD II.

OBD-I[bewerken | brontekst bewerken]

OBD1 is in 1988 geïntroduceerd in de VS. OBD1 voertuigen moesten zijn uitgevoerd met een MIL (Malfunction Indicator Light). Storingscodes / DTC's (Diagnostic Trouble Codes) worden opgeslagen en kunnen worden uitgelezen. De California Air Resources Board (CARB) was verantwoordelijk voor de uitvoering van de OBD1 (aanvankelijk alleen van toepassing in Californië.) Voor OBD1 was er nog geen standaard waar de voertuigmerken aan moesten voldoen, zo waren er geen specificaties waar de diagnosestekker aan moest voldoen, fabrikanten maakten zelf een ontwerp voor de diagnosestekker. Hierdoor zijn er vele verschillende soorten diagnosestekkers die worden gebruikt voor OBD1. Ook voor de OBD1 codes waren er geen richtlijnen. De meeste voertuigmerken werken dan ook met hun eigen codes.

OBD-II[bewerken | brontekst bewerken]

OBD connector voertuig
Pinout
Autoboss V 30

In de jaren 90 ontwikkelde de CARB emissieregels voor een 2e generatie On Board Diagnose, de OBD2 (OBD2 is gelijk aan de Europese regelgeving, EOBD). Alle personenwagens en lichte tot middelzware bedrijfswagens die in de VS werden verkocht moesten per 1-1-1996 aan de OBD2-standaard voldoen. Het "System Diagnose Committee" van de "Society of Automotive Engineers" (SAE), die reeds in 1987 was opgericht, kwam ten aanzien van de OBD2 met een lijst van SAE standaardaanbevelingen die door de industrie moesten worden overgenomen.

De OBD-II heeft een gestandaardiseerde hardware interface: de vrouwelijke 16-pin (2x8) J1962 connector. In tegenstelling tot de OBD-I connector, is de OBD-II connector in principe altijd bevestigd aan de bestuurderszijde van de passagiersstoel naast de middenconsole. De SAE definieert de pinout van de connector als volgt:

  1. +15
  2. Bus positive Line of SAE-J1850
  3. -
  4. Chassis ground
  5. Signal ground
  6. Controller Area Network (CAN) high (ISO 15765-4 and SAE-J2234)
  7. K line of ISO 9141-2 and ISO 14230-4
  8. -
  9. -
  10. Bus negative Line of SAE-J1850
  11. -
  12. -
  13. -
  14. CAN low (ISO 15765-4 and SAE-J2234)
  15. L line of ISO 9141-2 and ISO 14230-4
  16. Accuspanning

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]