Onvoltooide symfonie (Tsjaikovski)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Onvoltooide symfonie van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski, ook bekend als diens Symfonie nr. 7, is een compositie die hij niet heeft willen voltooien, omdat hij er ontevreden over was.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Tsjaikovski werkte in 1892 aan een symfonie in de toonsoort Es-majeur. Hij gaf dit werk de titel Zhizn (Leven) mee. Het eerste deel van deze onvoltooide symfonie is door hem zelf georkestreerd, van de overige delen bestaan slechts schetsen.

De drie delen zijn: I Allegro Brillante, II Andante, III Finale. Tsjaikovski stopte in november 1892 met werken aan deze symfonie. Hij werkte in 1893 het eerste deel om tot het eendelige 3e pianoconcert opus 75. De Russische componist Sergej Tanejev bewerkte na Tsjaikovski's dood de schetsen van het Andante en de Finale tot het 2e en 3e deel van datzelfde pianoconcert en publiceerde dit onder het opusnummer 79.

Uiteindelijk construeerde de Russische componist Sergej Bogatyrjev in 1951-56 de hele denkbeeldige symfonie. Hij gebruikte als bron, naast Tsjaikovski's oorspronkelijke schetsen, ook de transcripties van Tanejev. Voorafgaand aan de finale voegde Bogatyrjev een scherzo in met de tempo-aanduiding Vivace assai, waartoe hij een van de 18 morceauxc voor pianosolo, namelijk de Scherzo-Fantasie opus 72 nr. 10, instrumenteerde voor symfonieorkest. Dit stuk staat in de bij de symfonie passende toonsoort es-mineur, maar uit brieven blijkt dat Tsjaikovski de symfonie als driedelig had willen opzetten. De wereldpremière van dit werkstuk van Bogatyrjev vond plaats op 7 februari 1957 in Moskou onder leiding van Mikhaïl Terian. Een opname op lp door het Philadelphia Orchestra o.l.v. Eugene Ormandy op het CBS-label werd in 1962 uitgebracht. Daarna zijn diverse cd-opnamen verschenen, van onder meer de dirigenten Leo Ginzburg, Neeme Järvi, Dmitri Vasiliev, Dmitri Kitajenko en Dmitri Liss.

Kritiek[bewerken | brontekst bewerken]

Bij deze onderneming worden in de muziekwereld vraagtekens gezet. Het gaat om een werk dat de componist had kunnen voltooien als hij dat gewild had, maar hij wilde dat niet omdat hij er ontevreden over was. Hij zelf vond zijn materiaal niet geschikt voor een symfonie. De versie van Bogatyrjev, een andere componist in een andere tijd, kan volgens velen dan ook geen recht doen aan Tsjaikovski's veronderstelde intenties en kan niet als een symfonie van Tsjaikovski worden beschouwd, ook al is elke noot door Tsjaikovski geschreven.

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Brown, David: Tchaikovsky: The Years of Wandering. Norton, New York, 1986.
  • Brown, David: Tchaikovsky: The Final Years. Norton, New York, 1992.
  • Hanson, Lawrence & Elisabeth: Tchaikovsky. The Man Behind the Music. Dodd, Mead & Co., New York.
  • Poznansky, Alexander: Tchaikovsky. The Quest for the Inner Man. Schirmer, New York, 1991.
  • Poznansky, Alexander: Tchaikovsky Through Others' Eyes. Indiana University Press, Bloomington, 1999.
  • Warrack, John: Tchaikovsky. Scribner, New York, 1973.