Oranienburger Tor (metrostation)
Oranienburger Tor | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Perron van metrostation Oranienburger Tor,
een typisch Nord-Süd-Bahn-station | |||||||||||||||||
Algemeen | |||||||||||||||||
Lijnen | |||||||||||||||||
Opening | 30 januari 1923 | ||||||||||||||||
Sluiting | 13 augustus 1961 | ||||||||||||||||
Heropening | 1 juli 1990 | ||||||||||||||||
Route | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Ligging | |||||||||||||||||
Stadsdeel | Mitte | ||||||||||||||||
Coördinaten | 52° 32′ NB, 13° 23′ OL | ||||||||||||||||
Locatie van het metrostation Oranienburger Tor | |||||||||||||||||
|
Oranienburger Tor is een station van de metro van Berlijn in de Spandauer Vorstadt, een wijk in Berlin-Mitte. Het metrostation bevindt zich onder de Friedrichstraße, tussen de kruising van deze straat met de Oranienburger Straße en met de Johannisstraße. Oranienburger Tor opende op 30 januari 1923 als een van de eerste stations van de Nord-Süd-U-Bahn, de huidige lijn U6. Tussen 1961 en 1990 passeerden de treinen van deze West-Berlijnse lijn het station zonder te stoppen. Net als alle andere in Oost-Berlijn gelegen stations op het transittraject werd Oranienburger Tor een spookstation.
De naam van het station verwijst naar een voormalige poort, de Oranienburger Tor, in de Berlijnse stadsmuur. De stadsmuur verliep in deze omgeving parallel aan de huidige Torstraße en werd tussen 1867 en 1871 gesloopt. De kruising Friedrichstraße/Torstaße/Chausseestraße/Hannoversche Straße bleef ook na het verdwijnen van de stadspoort Oranienburger Tor genoemd worden.[1]
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Het Berlijnse stadsbestuur ontwikkelde al aan het begin van de 20e eeuw plannen voor een eigen metronet, dat onafhankelijk van de private Hochbahngesellschaft geëxploiteerd zou worden. De metroambities van de stad concentreerden zich op de zogenaamde Nord-Süd-Bahn, een noord-zuidlijn die het centrum over de as van de Friedrichstraße zou kruisen. De aanleg van de Nord-Süd-Bahn begon in 1912, maar moest vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog al snel stilgelegd worden. Station Oranienburger Tor was op dat moment al in ruwbouw gereed.[2] Na de oorlog was de economische situatie zo slecht dat voltooiing van de lijn niet meer te realiseren leek. Men overwoog aan het begin van de jaren 1920 zelfs de deels gereedgekomen tunnels in de Friedrichstraße met zand te vullen, om het stadsverkeer van de vele bouwputten te verlossen. Deze oplossing bleek echter zo duur dat besloten werd de bouw in 1921 toch te hervatten.
Op 30 januari 1923 was het na een bouwtijd van elf jaar eindelijk zover: de Nord-Süd-Bahn kwam in gebruik en het station Oranienburger Tor opende zijn deuren. Aangezien de stadskas vanwege de economische crisis zo goed als leeg was, bleef er weinig geld over voor de inrichting van de stations. De gebruikelijke betegeling van de wanden, zoals de oorspronkelijke architecten Heinrich Jennen en Walter Köppen hadden voorzien, was daarom geschrapt. Alfred Grenander, huisarchitect van de Hochbahngesellschaft, en Alfred Fehse hadden na de dood van Jennen en Köppen het project overgenomen en kozen voor een goedkope wandbekleding van pleister. Om de stations toch een eigen uiterlijk te geven werd er variatie aangebracht in de afstand tussen de steunpilaren, waardoor ook in het dak verschillende patronen ontstonden, en kreeg elk station een eigen herkenningskleur: de basiskleur van de stations is steeds wit, maar elementen als de stalen pilaren, omlijstingen en kiosken kregen een vaste kleur per station. Grenander had dit principe eerder toegepast op de U2 en liet de kleuren wederom in een zich herhalend patroon afwisselen. Station Oranienburger Tor kreeg de kleur blauw toegewezen.
Aan beide uiteinden van het vlak onder het straatniveau gelegen eilandperron werden uitgangen naar de middenberm van de bovenliggende Friedrichstraße gecreëerd. Aangezien er hier weinig ruimte was, bouwde men aan elke zijde twee achter elkaar gelegen smalle trappen. De binnenste twee trappen dienden daarbij alleen als uitgang, terwijl de buitenste trappen als ingang aangemerkt waren. Deze oplossing is in vrijwel alle oudere stations van de U6 te vinden. Boven de trappen plaatste men portalen met veelhoekige, grillige blauwe borden, waaraan men het station kon herkennen.
Terwijl op de oudere lijnen een perronlengte van 110 meter inmiddels de standaard was geworden, koos men bij de gemeentelijke metrolijn voor perrons met een lengte van 80 meter. Hierdoor konden, afhankelijk van het treintype, vier- of vijfrijtuigtreinen ingezet worden. Aangezien de Nord-Süd-Bahn met een groter omgrenzingsprofiel was aangelegd, reden er bredere treinstellen (2,65 m) met een grotere capaciteit dan op de lijnen van de Hochbahngesellschaft (2,3 m), waardoor kortere treinen voldoende werden geacht.
Tweede Wereldoorlog
[bewerken | brontekst bewerken]Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef station Oranienburger Tor gespaard van bominslagen. Het centrale deel van lijn C, de huidige U6, was echter op meerdere plaatsen zwaar beschadigd, waardoor er steeds meer gaten in de bediening van de lijn vielen. Op 23 april 1945 werd de dienst op de gehele lijnen vanwege de vele verwoestingen en gebrekkige stroomvoorziening gestaakt. Station Oranienburger Straße sloot voorlopig zijn deuren. De situatie verergerde nog in mei 1945, toen de Noord-zuidtunnel van de S-Bahn ter hoogte van het Landwehrkanaal werd opgeblazen en onder water kwam te staan. Via een voetgangerstunnel in station Friedrichstraße bereikte het water ook het metronetwerk. Bijna een miljoen kubieke meter water verspreidde zich vervolgens door de tunnels en het traject Leopoldplatz - Flughafen (C/U6) overstroomde volledig.[3]
Na het einde van de oorlog begon men meteen met het herstellen van de beschadigde tunnels en stations. Op 12 juli 1945 kon station Oranienburger Tor weer geopend worden, al reden er op dat moment alleen nog provisorische pendeltreinen tussen Schwartzkopffstraße en Bahnhof Friedrichstraße.
Deling van de stad
[bewerken | brontekst bewerken]Het metrostation was na de Tweede Wereldoorlog in de Sovjet-bezettingszone komen te liggen. Aanvankelijk had de opdeling van Berlijn weinig gevolgen voor het metroverkeer, hoewel het stadsvervoerbedrijf wel in tweeën gesplitst was en station Oranienburger Tor dus bemand werd door personeel van de Oost-Berlijnse BVB. De bouw van de Berlijnse Muur in 1961 had echter een grote weerslag op de metro. Lijn C, die alleen in het centrum over Oost-Berlijns grondgebied verliep, bleef een West-Berlijnse lijn, die alle stations in de oostsector (behalve Friedrichstraße) ging overslaan. Station Oranienburger Tor werd hermetisch afgesloten, bewaakt door militairen en uiterlijk onherkenbaar gemaakt. Het station verdween zoals de gehele lijn C (en D) van de Oost-Berlijnse stadsplattegronden. Metrostation Oranienburger Tor zou 29 jaar lang als spookstation in een diepe slaap verkeren. De DDR-autoriteiten maakten in de tachtiger jaren een begin met de aanleg van een verbindingstunnel tussen de lijnen A en C, om laatstgenoemde als Oost-Berlijnse lijn te exploiteren, maar dit project werd nooit voltooid.
Hereniging
[bewerken | brontekst bewerken]Nadat de Muur op 9 november 1989 was gevallen, werden de Oost-Berlijnse spookstations op lijn U8 een voor een heropend. De stations op de U6, waaronder Oranienburger Tor, bleven echter nog ruim een half jaar gesloten en werden pas op 1 juli 1990, de dag waarop de officiële hereniging van de beide Duitse staten een feit werd, weer voor reizigers toegankelijk gemaakt. Vervolgens begon een omvangrijke restauratie van de jarenlang verwaarloosde stations op het centrale deel van de U6.[2] Het pleister- en schilderwerk van station Oranienburger Tor, een beschermd monument[4], werd tussen 1992 en 1994 in oude glorie hersteld. Daarnaast verlengde men het perron naar het noorden door een van de voorportalen erbij te trekken, zodat er voortaan zesrijtuigtreinen in het station konden stoppen. De korte perrons hadden al in de jaren 1960 tot capaciteitsproblemen geleid, waarna de perronverlenging op de stations in West-Berlijn ter hand werd genomen. De stations op het transittraject konden echter pas na de hereniging aangepakt worden. Aan de verlengde noordzijde van het station werd tevens een lift gebouwd, die net als de trappen rechtstreeks van het perron naar de middenberm van de Friedrichstraße leidt.
Bronnen
[bewerken | brontekst bewerken]Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- (de) Omgevingsplattegrond op de site van stadsvervoerbedrijf BVG (39 KB)
- (de) Foto's op Untergrundbahn.de