Overleg:Blokstelsel

Nederlandse kijk

Uiteraard hebben andere landen ook blokstelsels en de algemene principes zijn daarbij wel gelijk. Elk land zal wel een andere indeling, afkortingen en eigenaardigheden hebben. Het is ondoenlijk voor elk land uitgebreidt alle systemen uit de doeken te doen. De meeste lezers hebben alleen belangstelling voor Nederland, België en eventueel de omringende landen. Ik stel voor het Nedersland stelsel uit de doeken te doen en dan vermelden dat de meeste gelijkaardige systemen hadden. Smiley.toerist 29 nov 2010 19:42 (CET)

Wikify

Dit artikel mag best eens opgeknapt worden. De 5 lappen tekst die gaan over verschillende blokstelsels zijn een doorn in het oog. Dat is niet om door te komen: alles tekst in een lange paragraaf, zonder pauzes. Veel jargon. Niet wiki-kwaliteit. Een uitleg over quantumfysica is gemakkelijker te begrijpen ;). --VanBuren 29 nov 2010 21:25 (CET)

Zwevende blokken

Bij sommige klassieke blokstelsels wordt het zevende blokstelsel vrij aardig benaderd. Met hogere snelheden en op drukkere baanvakken worden meer tussenblokken gebruikt. Dit gaat van volledig dicht (rood) tot waarschuwing seinen met een oplopende schaal van grenssnelheden tot de baanvaksnelheid. Hoe meer fijnmazig het bloksysteem is, hoe meer het op een zwevende blok lijkt. Op drukke metrobaanvakken volgen de seinen elkaar snel op. Hierdoor kunnen de treinen elkaar dichter volgen maar dan wel met lagere snelheid. In het algemeen is het hoe kleiner de blokafstand, hoe groter de baancapaciteit is.Smiley.toerist (overleg) 6 okt 2016 01:23 (CEST)

Wat je schrijft onderschrijf ik wel. Bij drukke metrolijnen -in internationaal jargon spreekt men van "urban rail systems"- worden hoge capaciteiten gehaald door een scala van voorzieningen en eigenschappen van treinen en de dienstregeling. Denk aan eenvormig treinverkeer, identiek treinmaterieel, relatief lage maximumsnelheden (70 km/h) waardoor korte blokken en remafstanden mogelijk zijn, grote in- en uitstapcapaciteit voor snel in- en uitstappen door zowat de helft van de wanden van de trein uit deur te laten bestaan, door automatisch rijden, en dan vergeet ik nog wel het een en ander... De London Underground is voor sommige lijnen bezig om het aantal treinen op te voeren van 36 naar 40 per uur, op één spoor wel te verstaan. Dus van iedere 100 seconden een trein naar iedere 90 seconden een trein. Om die paar treinen extra mogelijk te maken worden megaprojecten uitgevoerd. Voor hoofdspoorwegen -mainline systems- met gemengd verkeer van stoptreinen, sneltreinen en soms ook goederentreinen, is men het wel erover eens dat vaste blokken van 200 meter net zoveel capaciteit bieden als zwevende ofwel glijdende blokken. En die korte (superkorte) blokken zijn dan vaak alleen nodig vlak voor en vlak na grotere stations, de knooppunten. "Verderop" zijn langere blokken mogelijk. Om dit allemaal te behandelen gaat voor dit artikel veel te ver, en gaat ook ver buiten het onderwerp "blokstelsel". Een artikelreeks over treinsystemen in het algemeen, en aparte artikelen over metrosystemen (urban rail systems), hoofdspoorlijnen (main line systems), enzovoorts, is wellicht een meer haalbare. Ik begin er voorlopig niet aan, want het wordt een hele puzzel om dit alles op "wikipedianiveau" leuk en begrijpelijk te houden, en er wat fleurige plaatjes bij de vinden (of te bedenken en te maken). Maar interessant is het zeker. Marten de Vries (overleg) 6 okt 2016 21:40 (CEST)