Overleg:Gloeilamp

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een of meerdere afbeeldingen, Afbeelding:Stommelamp.jpg, die gebruikt worden op deze pagina of overlegpagina, zijn genomineerd voor verwijdering, zie Wikipedia:Te verwijderen afbeeldingen/Toegevoegd 20070417. --E85Bot 18 apr 2007 03:14 (CEST)[reageer]

Een lamp van 100 Watt geeft 100 Watt warmte


Ik wil me graag aansluiten bij deze redenatie. Een gloeilamp heeft een rendement van 100%, voor mensen die hun huis toch al elektrisch verwarmen. De redenatie dat een spaarlamp niet 80%, maar slechts 50% bespaart is incorrect, vanwege het feit dat elektrische verwarming minder effecient is dan verwarmen op gas. De spaarlamp ontwikkelt ook warmte.

De conclusie dat het rendement van de gloeilamp dus niet 10, maar 20% is is onjuist. Al het licht wordt natuurlijk omgezet in warmte en de directe warmte is de rest van de uitgaande energie, dus als elektrisch verwarmen volgens de tekst 2,5 maal inefficienter is dan op gas, dan is de efficientie van een gloeilamp dus 40%(zolang het buiten kouder is dan 20 graden).

Warmte zou wederom 40% van de efficientie van een spaarlamp zijn, maar met een veel lager energieverbruik wordt wel veel meer licht gecreeërd. Men zou op dat moment dus minder elektrisch hoeven te verwarmen. Dit vervolgens met gas bijstoken brengt het rendement omhoog naar een efficientie van 93,33% (40/6 = 6,67; 100 - 7 = 93,33%) (bij een temperatuur die lager is dan 20 graden). ??Daarbij aantekenend dat 100% niet haalbaar is, gezien men dan in het donker zou zitten.??

Heeft men warmte-energie thuis, dan zou men de enegie ??uit het net efficienter in mogen schalen dan x 2,5 en dus nog hoger zitten dan 93%.??

Bij zomers gebruik van een airconditioning (een negatief effect op de uitgaande warmte-energie) verandert de redenatie significant:

Een gloeilamp heeft dan 15% rendement in uitgaande lichtenergie en produceert warmte naar het vermogen van de lamp (bv 60 Watt vermogen)

Een spaarlamp heeft rendement van 75% in uitgaande lichtenergie en produceert slechts 1/6 van de warmte van een gloeilamp.


Het Nederlands van het hierboven geschreven stuk, is niet zeer duidelijk. Engelse en Nederlandse termen worden door elkaar heen gebruikt, de werkwoordsspelling is slecht, er missen soms hoofdzinnen en sommige zinnen zijn niet te begrijpen. De laatste heb ik cursief gemaakt, en binnen vraagtekens geplaatst. Zouden deze beter kunnen worden uitgelegd? Daarnaast is wattage niets: waarschijnlijk wordt er vermogen bedoeld, waarvan de eenhuid Watt is.

@onbekend

Ik heb niet gezegd dat het rendement 100% is.Maar die opmerking was ivm het volgende: er stond een gloeilamp geeft 10% licht en de rest warmte, maar het is allemaal warmte. Als het doel zou zijn warmte op te wekken, dan hebben alle elektrische apparaten een rendement van 100%. Maar meestal is dit het doel niet! Wat die besparingen betreft, dat is moeilijk, met wat moet men allemaal rekening houden.

Bijvoorbeeld :

  • de langere levensduur van spaarlampen speelt een rol, maar er worden weinig spaarlampen vervangen omwille van slijtage, wel omwille van accidentjes. In 5 jaar kan er al wat gebeuren hé? Ik heb al verschillende spaarlampen moeten vervangen maar nooit omwille van slijtage.


De uitleg boven is niet alleen erg onduidelijk maar nog eens fout ook, "Een lamp van 100 Watt geeft 100 Watt warmte". Dan zou de lamp geen licht geven. Let wel: Licht is GEEN warmte. Het gemiddelde rendement van een gloeilamp is 5%. Dit houdt bij een 100W gloeilamp in dat het slechts 5W licht geeft en 95W warmte.

@betwister: Ik kan de gevolgtrekking van "Jack" wel volgen: uiteindelijk gaat ook dat opgewekte licht omgezet worden in warmte (wanneer de fotonen een materiaal raken en "het licht niet verder kan". Daarmee levert een 100W lamp uiteindelijk dus ook 100 watt aan warmte. Je kunt nog wel stellen dat een waarschijnlijk heel klein deel nog wordt gebruikt voor chemische omzettingen, wanneer het licht een materiaal doet verouderen bijvoorbeeld (daarvoor is ook energie nodig), maar dat deel is verwaarloosbaar klein.

Ook dit klopt deels niet: "uiteindelijk gaat ook dat opgewekte licht omgezet worden in warmte (wanneer de fotonen een materiaal raken en "het licht niet verder kan"." Als het licht wordt tegengehouden door een materiaal (in het geval van de gloeilamp het glas) zou wederom de lamp geen licht geven en heb je er dus niets aan. Bedoel je een ander materiaal zoals bijvoorbeeld een lampekap dan verlies je een gedeelte licht aan warmte (de lampekap warmt op en deze dempt ook het licht ietwat). Daar heb je dan een punt maar dit heeft niets te maken met het rendement van een gloeilamp want dit gebeurt buiten de gloeilamp. Dus het rendement van de gloeilamp blijft 95W warmte en 5W licht, na de lampekap is het licht bijvoorbeeld nog 2W en heeft de kap 3W warmte opgenomen. – De voorgaande bijdrage werd geplaatst door Macquarius (overleg · bijdragen) 14 feb 2009 15:14 (CET)[reageer]

      • Het stukje "Om het energieverbruik ..." hoort thuis in een apart kopje wetgeving.

Het gaat overigens niet om energieverbruik (dat woord is pertinent onjuist) maar milieu. Milieu is het argument en om het milieu te sparen moet het energieverbruik omlaag. De europese regelgeving met uitfasering van gloeilampen ontbreekt nog. De volgende zin bevat een onjuiste toevoeging: In de media wordt dit vaak een "verbod op gloeilampen" genoemd, maar dat is een misverstand. Dat is geen misverstand want dat is een constatering. In het kopje milieu hoort dan ook nog dat de spaarlampzware metalen (kwik) bevat. Die zijn bij de europese milieu afweging niet meegenomen omdat men er vanuit ging dat kapotte spaarlampen luchtdicht in een jampot verpakt bij een ontzorgingsbedrijf afgegeven worden. In ieder geval behoort vermeld te worden dat het gebruik van spaarlampen nog controversieel is. Vooral kinderen lopen gevaar. Bij het kapot gaan van een spaarlampontsnapt kwik. Dat kwik verdampt deels en deels valt het op de vloer. Kwik kan niet adequaat uit de meeste vloerbedekkingen verwijderd worden. Aangezien vooral kinderen vaak de grond aanraken met spelen kunnen vooral zij daardoor aan kwikbelastingen blootgesteld kunnen worden die in de regel wettelijke normen ver overschrijden.

De bijzondere gloeilamp van VIR[brontekst bewerken]

Op de geschiedenis van deze roemruchte gloeilampenfabriek in relatie met Philips wil ik later nog weleens terugkomen.
D.A. Borgdorff - e.i. | 86.83.155.44 7 feb 2009 18:23 (CET)[reageer]

Vergelijkende tabel stroomverbruik[brontekst bewerken]

Volgens de tabel zou een LED lamp van 6W 600 lumen geven. Dit is niet correct. De zwaarste ledlamp voor thuisgebruik is 8 W en geeft slechts 470 lumen (60 lumen/watt). Dit geldt voor zowel de Philips(MasterLED) als de Osram lamp(PARATHOM CLASSIC A). Er worden wel lampen aangekondigd van 75 lumen/Watt door Philips en van 100 lumen/Watt door Osram. Maar eerst zien en dan geloven. Door deze foute tabel worden gebruikers op het verkeerde been gezet.

De vergelijkende tabel is misleidend. Ten eerste mist de TL buis. De discussie gaat vaak om energieverbruik/ milieu. Daarin wordt vanwege de hoge winstmarges op spaarlampen de TL lamp vergeten maar de TL lamp is wel het zuinigst.

Deze anonime gebruiker kan wel veel beweren maar geeft geen referentie en cijfers. TL hebben ook trafo die energie verliest.--Stillo 26 nov 2010 12:14 (CET)[reageer]

Er ontbreekt bij 700 lumen nog de P7 en/of de MCE led die in de beter binnings 700 lumen en soms meer afgeeft met 10 watt stroomverbruik.

Beste anonymous , geef eens een referentie naar de datasheets. Heb je het hier over een werkbare lamp met E27 voet ? Of is het een soort spotje dat slechts over een hoek van 100° 700 lumen geeft. Dan ben je appels met peren aan het vergelijken.--Stillo 26 nov 2010 12:14 (CET)[reageer]

Wat is een realistische vergelijking: In de praktijk gaan de in de tabel genoemde getallen niet op. LED en halogeen: veel led en halogeen werkt op gelijkstroom. Daarvoor is een transformator nodig. Meten we het stroomverbruik nu NA de transformator of nemen we de verliezen in de transformator ook mee in de berekening?

Uiteraard moet je meten met de verliezen van de trafo erbij. --Stillo 26 nov 2010 12:14 (CET)[reageer]

LED lichtopbrengst wordt vaak gemeten nadat de lamp aan gaat. De LED dimt ondermeer door opwarming, hetgeen afhankelijk van de verwerking zich begint te stabiliseren na 4 tot 15 minuten. Gezien de getallen zijn dit aanschakel lichtsterktes. Dat zorgt ook dat in de praktijk veel mensen LED's als dimmer ervaren dan beweerd wordt.

We moeten ons toch op de datasheets richten of ga jij zelf metingen doen ?--Stillo 26 nov 2010 12:14 (CET)[reageer]

Spaarlamp: Een spaarlamp levert een ander lichtpatroon qua golflengtes. Er zit meer UV licht in wat niet zo bruikbaar is voor de mens. Per lumen wordt door het onbruikbare licht de spaarlamp dan ook minder fel ervaren. Opgegeven wordt dat een spaarlamp voor dezelfde lichtopbrengst 1/5 van de stroom benodigt. Reeel vergeleken moet men echter afhankelijk voor goede kwaliteit licht afhankelijk van het merk spaarlamp 1/4 of zelfs 1/3 van het stroomverbruik van een gloeilamp aanhouden. De spaarlamp is daardoor minder efficient dan de getallen willen doen geloven. – De voorgaande bijdrage werd geplaatst door 1.204.2.1 (overleg · bijdragen) 26 nov 2010 09:49

Het zou mij verwonderen dat Philips en Osram de boel belazeren door ook het onzichtbare licht mee te rekenen. Maar als jij datasheets hebt die dit aantonen, geef dan eens de referentie.Dan stap ik daarmee naar de consumenten verenigingen zoals Testaankoop en het ministerie van Economische zaken. Want consumeneten oplichten is bij wet verboden
IK WIL NOG DIT OPMERKEN : De zogezegd veel zuinigere LED-televisies geven in hun datasheets geen melding meer van de lichtopbrengst in cd/m2. Enkel Philips geeft deze cijfers nog vrij en ze variëren tussen 450 en 500 cd/m2. Dat is dus gene vette. De andere merken verzwijgen het zelfs. Dus op een plek met veel naturlijk omgevingslicht kan een LED-tv heel slecht zichtbaar zijn. In de toonzalen staan de tv's in een donker hoekje en zie je niet hoe een zwak licht ze geven.--Stillo 26 nov 2010 12:14 (CET)[reageer]

Het verbaast mij dat het artikel een uiteenzetting bevat waarom de voordelen van spaarlampen ten opzichte van gloeilampen niet zo groot zijn als sommigen denken. Het kan best waar en relevant zijn, maar past hier niet zo. Ik vermoed bovendien dat dit betoog wordt betwist door de voorstanders van spaarlampen. Controverses kunnen beter elders aan de orde komen. Rbakels (overleg) 17 aug 2011 04:11 (CEST)[reageer]

levensduur koelkastlampje[brontekst bewerken]

Heeben andere mensen deze ervaring ook? Om de haverklap is mijn koelkastlampje kapot. Het lijkt er op dat dit meestal gebeurt als de koelkastdeur niet goed gesloten is en de koelkast bij wijze van waarschuwing het lampje laat knipperen. Ik ken geen andere gloeilamp die zo kort meegaat. Het lijkt wel een complot....

Koelkastlamjes gaan eigenlijk net zolang mee als andere lampen. Deze lampjes worden echter veel vaker in- en uitgeschakeld dan een lamp die enkel avonds wordt gebruikt in bijvoorbeeld een kamer. Juist het in- en uitschakelen is niet gezond voor de lamp. Denk maar eens aan wanneer je merkt dat een lamp kappot is gegaan. Dit gebeurt nooit wanneer de lamp uit is. Dit gebeurt zelden wanneer een lamp aan is. Dit gebeurt meestal wanneer de lamp wordt ingeschakeld.

Het stukje over het milieu, ik citeer "Bij het milieuaspect wordt er nauwelijks rekening mee gehouden dat spaarlampen onder meer kwik bevatten, dat kan vrijkomen als de spaarlamp stukgaat. Kwik kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Bovendien moet de 'verdwenen' warmte van gloeilampen worden gecompenseerd door de verwarmingsketel, wat leidt tot een forse toename van de CO2-emissie.[1] Voor recycling van spaarlampen worden onrealistisch gunstige cijfers gehanteerd want sommige kapotte spaarlampen eindigen uiteindelijk op de vuilnisbelt.[bron?] De geclaimde levensduur van spaarlampen valt in de praktijk vaak tegen omdat spaarlampen slecht tegen aan- en uitschakelen kunnen. Veel lampen gaan ook door ongelukjes stuk. Bij de productie van spaarlampen wordt zo veel CO2 gebruikt dat een gloeilamp, ondanks zijn lagere rendement, beter is voor het milieu dan een spaarlamp.". vind ik maar raar, vooral de laatste zin; het is absoluut niet feitelijk, bovendien 'gebruikt' men volgens mij geen CO2...

Ik heb geen verstand van lampen en hun efficiëntie; iemand die hier iets beters van kan maken??

Intensiteit van een lamp[brontekst bewerken]

Wat bepaalt de intensiteit van een (gloei)lamp? De stroom of de spanning? Misschien moeten we dit ook vermelden in het artikel. Wikispaghetti (overleg) 7 mrt 2013 01:52 (CET)[reageer]

de intensiteit wordt louter bepaald door de temperatuur, welke rechtevenredig is met het de vermogensdissipatie P (=UxI) zie ook: zwarte straler. M.v.g. --ARTol (overleg) 23 mei 2015 14:06 (CEST)[reageer]