Overleg:Jozefmaria Escrivá

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Laatste reactie: 19 jaar geleden door Jeroenvrp in het onderwerp Copyright

Duplicaat[brontekst bewerken]

De volgende tekst was te vinden bij het artikel 'Josemaria Escriyá de Baláguer'; op 2 letters na ('i' i.p.v. 'í' in "Josemaría" en een 'y' i.p.v. 'v' in "Escrivá") identiek aan dit artikel. Beide artikelen hadden dezelfde inhoud, maar zijn sindsdien uit elkaar gegroeid. Dit artikel heeft de juiste naam en van het andere artikel is intussen een redirect gemaakt. Ik zal proberen de wijzigingen in het andere artikel over te nemen in dit artikel. --Robotje 18 sep 2004 09:11 (CEST)Reageren


Jozefmaria Escrivá (in het Spaans: Josemaría Escrivá de Balaguer) (1902)-(1975), werd in 1902 geboren in Barbastro, een stadje in Noord-Spanje, onder de Pyreneeën. Hij was heilig verklaard door de paus op 6 oktober 2002


Levensloop[brontekst bewerken]

Jozefmaria was de tweede van zes kinderen en had een open en oprecht karakter. Zijn kinderjaren verliepen in de blijde sfeer van een gelovig gezin. Van zijn ouders en op school leerde hij de beginselen van het katholiek geloof en al vroeg bracht hij de christelijke gewoonten in praktijk, zoals regelmatig biechten, te communie gaan, de rozenkrans bidden en aalmoezen geven. Hij kwam ook vroeg in aanraking met het lijden: zijn drie jongere zusjes stierven, de zaak van zijn vader ging failliet. Deze gebeurtenissen deden hem rijpen. In 1915 verhuisde het gezin naar Logroño, waar zijn vader nieuw werk had gevonden.

In 1918 merkte Jozefmaria dat God hem iets vroeg, zonder te weten wat dat was. Hij begreep dat hij zichzelf volledig aan God moest geven en priester moest worden, om beter beschikbaar te zijn voor de plannen van God. Hij begon met de kerkelijke studies in Logroño en ging in 1922 voor zijn verdere priesteropleiding naar het seminarie van Zaragoza. Tegelijkertijd studeerde hij, met toestemming van de seminarieleiding, rechten aan de universiteit van Zaragoza. Na zijn priesterwijding in 1925 begon hij zijn pastoraal werk, waarmee hij zich sindsdien volledig vereenzelvigde. Eenmaal priester bleef hij in afwachting van een definitief licht waardoor God hem duidelijk zou maken wat Hij van hem wilde.

In 1927 verhuisde hij naar Madrid om er te promoveren in het burgerlijk recht. Zijn moeder volgde hem met zijn broer en zus want Jozefmaria had sinds 1924, het jaar waarin zijn vader overleed, de zorg voor het gezin. In de hoofdstad ontwikkelde hij een intens pastoraal werk, met name onder armen, zieken en kinderen. Met ander werk, voornamelijk met les geven in juridische vakken, verdiende hij de kost voor zijn familie en voor hemzelf. Het waren moeilijke tijden voor hem en zijn familie, maar zij wisten er goed mee om te gaan. Hij breidde zijn priesterlijk werk uit onder studenten, kunstenaars, arbeiders en intellectuelen. Jozefmaria betrok hen bij zijn werk onder de armen en zieken. Hij leerde hen zo de naastenliefde en de solidariteit in praktijk te brengen en zich bewust te worden van hun verantwoordelijkheid als christenen voor een betere samenleving.

In Madrid, op 2 oktober 1928, liet God hem tijdens een reeks van bezinningsdagen zien waar hij zo lang naar had uitgezien: op die dag werd het Opus Dei (Werk van God) gesticht. Het doel daarvan is alle gelovigen eraan te herinneren dat zij de roeping hebben om heilig te worden en dit uit te dragen, en in alle geledingen van de maatschappij te bevorderen dat mannen en vrouwen zich persoonlijk verbinden om Christus na te volgen, de Kerk ten dienste te staan en de heiligheid te zoeken in het dagelijks leven. Vanaf 1928 gaf Jozefmaria Escrivá zich met hart en ziel aan de vervulling van deze opdracht, zonder zich ooit als een vernieuwer of een hervormer te beschouwen. Hij was ervan overtuigd dat Jezus de eeuwige vernieuwing is en dat de heilige Geest de Kerk onophoudelijk verjongt, ten dienste waarvan God het Opus Dei in het leven riep.

In 1930 begreep hij, dankzij een nieuw licht van God, dat hij het apostolaat van het Opus Dei ook onder vrouwen moest beginnen, omdat de taak die God hem had toevertrouwd zich ook over hen uitstrekte. Hij heeft de vrouw altijd even verantwoordelijk beschouwd als de man voor de opbouw van de samenleving en van de Kerk.

In 1934 werd de eerste druk van 'De Weg' gepubliceerd, (toen nog onder de titel “Geestelijke overwegingen”). Dit is het meest verspreide boek van Jozefmaria Escrivá. Er zijn inmiddels meer dan 4 miljoen exemplaren van verschenen. In de geestelijke literatuur is hij ook bekend om andere boeken, zoals 'De heilige Rozenkrans', 'Als Christus nu langs komt', 'Vrienden van God', 'De Kruisweg'. 'De Voor', 'De Smidse' en 'De liefde tot de Kerk'.

De Spaanse burgeroorlog (1936-1939) vormde een groot obstakel voor de ontwikkeling van het nog prille Opus Dei. Het waren tijden van religieuze vervolging die ook de stichter van het Opus Dei aan den lijve ondervond. Maar tegelijkertijd waren het voor Jozefmaria en voor degenen die bij zijn priesterlijke activiteiten betrokken waren, jaren van geestelijke groei en van hoop.

Na de burgeroorlog, vanaf 1940, verzorgde hij overal in Spanje, op verzoek van bisschoppen, bezinningsdagen waaraan honderden priesters deelnamen. Onder zijn leiding en aanmoediging verbreidde het Opus Dei zich al vlug over het Iberisch schiereiland. Toen hij voorbereidingen trof om in andere landen van Europa met het apostolaatswerk te beginnen, brak de Tweede Wereldoorlog uit, zodat de uitbreiding weer geremd werd. Daarnaast ondervond hij in de jaren 40 veel onbegrip, wat jarenlang zou nagalmen. Jozefmaria was zich ervan bewust dat deze weerstanden horen bij alles wat nieuw is in de Kerk en in de wereld, en hij kwam deze moeilijkheden te boven met gebed en een goed humeur.

In 1943 zag hij, door een nieuwe genade van God, hoe leden van het Opus Dei die priester werden, geïncardineerd konden worden in het Werk. Hij stichtte hiertoe het Priestergenootschap van het Heilig Kruis. De volheid van de roeping van lekengelovigen en priesters van het Opus Dei is, evenals de organische samenwerking tussen hen in het apostolaat, een wezenlijke eigenschap van het Opus Dei die besloten ligt in het stichtingscharisma. Tevens is het, zoals de Kerk bij diverse gelegenheden heeft vastgesteld en bevestigd, karakteristiek voor de juridische vorm van het Opus Dei.

Het Priestergenootschap van het Heilig Kruis verzorgt, in samenwerking met de bisschoppen van de plaatselijke kerken, geestelijke vormingsactiviteiten ten behoeve van diocesane priesters en seminaristen, en bevordert het nastreven van de heiligheid in de uitoefening van het priesterambt.

In het bewustzijn dat de oorsprong en het bereik van zijn zending universeel is, verhuisde Jozefmaria in 1946 naar Rome. In de periode 1945 – 1975 begon het Opus Dei, onder de directe impuls van de stichter, in dertig landen zijn apostolaatswerk. Tussen 1946 en 1950 ontving het Werk alle pauselijke goedkeuringen, waardoor het zich actief ten dienste kon stellen van de universele Kerk en de lokale kerken. Dit dienstwerk is in overeenstemming met het stichtingscharisma, dat o.a. gekenmerkt wordt door: het zuiver geestelijke doel om het ideaal van de heiliging in het dagelijks leven uit te dragen; het zich ten dienste stellen van de Kerk en de Paus; de seculiere mentaliteit; de liefde tot de vrijheid en de persoonlijke verantwoordelijkheid; het respect voor het pluralisme in politieke, sociale en culturele kwesties, enzovoorts.

Sinds 1948 kunnen ook gehuwde mannen en vrouwen die de heiligheid zoeken in hun eigen levensstaat, volledig tot het Opus Dei toetreden. In 1950 keurde de Heilige Stoel goed dat personen van andere religies tot medewerker worden benoemd. Sindsdien kunnen talrijke christenen van verschillende confessies (orthodoxen, lutheranen, anglicanen, enzovoorts) officieel hun medewerking verlenen aan de apostolaatswerken van het Opus Dei. Hetzelfde geldt voor mensen die behoren tot andere religies, zoals joden, moslims, boeddhisten, hindoes etc.

In de jaren 50 bevorderde Jozefmaria Escrivá sociale initiatieven op diverse gebieden: beroepsopleidingen voor mannen en vrouwen; vormingscentra voor boeren, universiteiten en scholen, ziekenhuizen, medische posten, enzovoorts. Deze activiteiten ademen een christelijke geest. De projecten komen tot stand op initiatief en onder persoonlijke verantwoordelijkheid van de gelovigen van het Opus Dei in samenwerking met anderen. Ze staan open voor mensen van alle rassen, religies en sociale milieus. Ze worden professioneel aangepakt, stralen liefde voor de vrijheid uit en bezitten een christelijke geest die verenigbaar is met het respect voor de vrijheid van ieders geweten.

Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) onderhield de stichter van het Opus Dei een nauwe en hartelijke band met talrijke concilievaders die hem raadpleegden over thema’s die daarna kernpunten van het concilie zouden worden, zoals de leer over de universele roeping tot heiligheid en de taak van de lekengelovigen in de zending van de Kerk. Hij identificeerde zich volledig met de leer van Vaticanum II en zette zich ervoor in dat deze leer over heel de wereld werd verbreid door middel van de vormingsactiviteiten van het Opus Dei.

Gedreven door zijn ijver om te evangeliseren, ondernam hij in de jaren 1970 – 1975 lange catechetische reizen door Europa en Amerika. In talrijke bijeenkomsten gaf hij de leer van de Kerk door. Deze bijeenkomsten hadden een informeel karakter, ook al namen er duizenden mensen aan deel. Met de geestelijke kracht en het communicatievermogen dat hem eigen was, sprak hij de aanwezigen over God, de sacramenten, de christelijke devoties en over de heiliging in het dagelijks werk.

Hij stierf in Rome op 26 juni 1975. Een groot aantal gelovigen verzocht de paus zijn heiligverklaringsproces te openen. Op 17 mei 1992 waren 300.000 mensen aanwezig bij zijn zaligverklaring door Johannes Paulus II op het Sint Pietersplein in Rome. Tien jaar later, op 6 oktober 2002, werd de stichter van het Opus Dei door Johannes Paulus II op het Sint Pietersplein heilig verklaard in het bijzijn van mensen uit meer dan tachtig landen. In zijn toespraak tot de deelnemers aan de heiligverklaring zei de paus dat de heilige Jozefmaria door de Heer was uitgekozen om de universele roeping tot heiligheid te verkondigen en om aan te geven dat de gewone activiteiten waaruit het dagelijks leven bestaat, een weg tot heiligheid zijn. Men zou kunnen zeggen dat hij de heilige van het gewone was

[[categorie:Heilige]]

NPOV[brontekst bewerken]

Ik zie als volstrekte leek het niet neutrale er nog niet van in (voorzover dat bij onderwerpen over heiligverklaarden al mogelijk is ;-) ) Bemoeial 27 okt 2004 13:59 (CEST)Reageren

Er staan voldoende niet objectieve zinnen in, zoals:

"Hij werd opgevoed in een gelovig gezin.", "Hij kwam ook vroeg in aanraking met het lijden", "Eenmaal priester bleef hij wachten op een definitief teken van God om hem duidelijk te maken wat Hij van hem wilde.", etc. Het hele stuk is (zoals bruderhugo ook verklaart heeft) een folderachtige tekst. Bruderhugo heeft de tekst trouwens stukken objectiever gemaakt, maar naar mijn mening kan het nog wat objectiever. Vergeet namelijk niet dat er ook heel veel kritiek op deze man was en is en deze tekst geeft dat niet weer omdat het van een katholiek oogpunt is geschreven. Daarom zet ik de NPOV boodschap er weer op tot dat dit een wat evenwichtigerer artikel is. jeroenvrp 27 okt 2004 14:50 (CEST)Reageren

Copyright[brontekst bewerken]

Trouwens staat deze tekst incl. copyright op http://www.escrivaworks.nl/doc/heilige_jozefmaria_escriva en moet daarom toch verwijderd worden ivm auteursrechtenschennis. jeroenvrp 27 okt 2004 14:56 (CEST)Reageren

verwijderen of objectief maken[brontekst bewerken]

Dit is suffe propaganda voor Opus Dei en niet waardig voor Wikipedia. Zie engelse pagina wat betreft controverse, daar komt hier geen woord van terug. Dit is een gevaarlijke sekte a la scientology, allicht zoeken jongeren er iets over op in Wikipedia, die dienen dan gewaarschuwd te worden.