Overleg:Melis Stoke

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Auteursrechtinbreuk[brontekst bewerken]

Het stukje onder 'Als pseudoniem' lijkt gejat. Er staat namelijk een verwijzing in een hoofdredacteur die verder in het artikel niet voorkomt. Een mogelijke bron is [1] - de hoofdredacteur zou dan van het Bataafsche Nieuwsblad zijn.--83.163.143.150 5 dec 2012 14:16 (CET)[reageer]

Ik heb "hij schreef in 1290" veranderd in "hij schreef vanaf 1290". In de Rijmkroniek staat namelijk de moord op Floris V vermeld, die pas in 1296 plaatsvond.

Lignomontanus 4 apr 2006 10:01 (CEST)[reageer]

Het artikel lijkt niet helemaal actueel te zijn. Uit een recensie van een studie van Burgers over Melis Stoke (pdf!):

Met zijn gedetailleerde studie naar de totstandkoming en overlevering van de Rijmkroniek van Holland heeft Burgers niet alleen helderheid gebracht in de kwestie van het auteurschap van deze tekst, maar leverde hij tegelijkertijd ook een waardevolle bijdrage aan het onderzoek naar ont- wikkelingen op het gebied van de volkstalige historiografische literatuur uit de tweede helft van de dertiende eeuw en het begin van de veertiende eeuw. Startpunt voor het onderzoek vormde de uitkomst van Burgers’ promotieonderzoek naar de activiteiten van Melis Stoke als oorkonde- schrijver. In zijn dissertatie had Burgers al laten zien hoe in een reeks van oorkonden vanaf 1296 tot in 1305 het spoor van Stoke gevolgd kan worden. Tussen juli 1296 en oktober 1299 was Melis Stoke aantoonbaar werkzaam als klerk van de stad Dordrecht; met het aantreden van de Henegouwse graaf Jan II van Avesnes als graaf van Holland en Zeeland, zien we Stoke vanaf december 1299 herhaaldelijk optreden als klerk verbonden aan de grafelijke kanselarij. Tot november 1305 lijkt Stoke zich regelmatig te hebben opgehouden in het gevolg van de graven Jan II van Avesnes en diens zoon Willem III, echter nooit buiten Holland en Zeeland. In deze nieuwe studie toont Burgers hoe de verplaatsingen van de oorkondenschrijver Stoke opmerkelijk samenvallen met die van de auteur van het gedeelte van de Rijmkroniekdat over deze Hollands-Henegouwse periode handelt. Deze auteur blijkt bovendien over infor- matie uit de eerste hand te beschikken waar het eigentijdse gebeurtenissen betreft. Omdat ook taalvormen in het dictaat - formulering van steeds terugkerende zinswendingen – dat de door Melis Stoke geschreven oorkonden kenmerkt duidelijke overeenkomsten vertonen met het taalgebruik van de auteur van dit gedeelte van de Rijmkroniek, lijkt de conclusie gerechtvaar- digd dat het hier om dezelfde persoon gaat. De Rijmkroniek van Hollandwas begonnen in opdracht van de Hollandse graaf Floris V, die in 1296 werd vermoord, terwijl de auteur zijn kroniek (blijkens versie A en een fragment van het slot) pas in 1305, ten tijde van Hollands-Henegouwse graaf Willem III werd voltooid. De naam van Melis Stoke en diens opdracht aan graaf Willem komen alleen in dit slot voor. Het was duidelijk dat de Rijmkroniek in verschillende stadia moest zijn geschreven. Al lange tijd werd het bestaan van een verloren gegane zogenoemde Rijmkroniek I verondersteld, een ver- taling/bewerking van het Chronicon Egmundanum die in vogelvlucht de periode 1205-1280 beschrijft. Uit dit werk zou Jacob van Maerlant ook geput hebben voor zijn Spiegel historiael (ca. 1284 begonnen), terwijl voor latere delen van de Rijmkroniek van Holland juist ook weer aan Maerlants Spiegel ontleend is. Over het antwoord op de vraag welk gedeelte wanneer en door wie was geschreven, bestond geen overeenstemming. Op grond van een gedetailleerde vergelijking van tal van stilistische en inhoudelijke kenmerken meent Burgers - zoals door eer- dere onderzoekers al verondersteld, maar zonder de hier gedemonstreerde kracht van argu- menten - dat de auteur van de Rijmkroniek Ieen ander moet zijn geweest dan Melis Stoke, de auteur van de Rijmkroniek II. Na deze mijns inziens overtuigende uiteenzetting brengt Burgers vervolgens een verdere verfijning aan ten aanzien van de eindgrens van werk van de ‘Anonymus’ (eindigend in boek III, op of rond vers 579) en de datering (tussen 1280 en 1282). Ook laat hij in een volgend hoofdstuk zien hoe de veranderingen op politiek vlak inhoudelijk hun weerslag vinden in de kroniek: zo vallen er in de tekst gaandeweg verschuivingen in stand- punt en sympathie waar te nemen - bijvoorbeeld ten aanzien van de rol van Aleide en haar zoon Jan van Avesnes. Leo44 5 jun 2006 12:04 (CEST)[reageer]