Overleg:Thubten Kunphela/Archief/mei 2011

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Verbeteringspartij[brontekst bewerken]

Davin, Nogmaals, ik ben niet op zoek naar fouten, maar het overkomt me. Jouw correspondentie met Theobald Tiger - en daar blijf ik verder buiten- bracht mij er toe om toch even te kijken naarThubten Kunphela. En opnieuw is er sprake van het gebruik van sprookjesschrijvers als bronnen. In dit geval Golzio, Karl-Heinz & Pietro Bandini , waarover ik je al vaker schreef.

( Zie bijv. mijn bericht van 4 m3ei 2009 de OP van Verbeteringspartij Tibet)

Een paar voorbeelden:

1.

"" Voor de invasie van Tibet in 1950-51 was hij lid van deKashag, ofwel het kabinet van de regering van Tibet onder de dertiende dalai lama Thubten Gyatso."" " Hij was minister voor bankbiljetten, munitie-import en elektrificering""

Kunphela is nooit lid van de Kashag geweest. Dat was juist de zwakte van zijn positie na de dood van de 13e dalai lama.

Hij was ook nooit minister. Hij was door de dalai lama gevraagd om leiding te geven aan het Trapchi Lotru Lagyung. In het Engels meestal vertaald als "" Trapchi Electrical Machine Office "" Dat was een complex van enkele gebouwen en kantoren even buiten Lhasa , waar wat munitie geproduceerd werd en bankbiljetten gedrukt. Een deel van de energie hiervoor werd geleverd door een ( zeer eenvoudige en kleine ) waterkrachtcentrale.

Kunphela staat ook onterecht als minister vermeld in de lemma's Tsarong Dasang Dramdül, Lungshar, dalai lama, Geschiedenis van Tibet (1912-1950)

2.

""Zo moest ook de negende pänchen lama, Thubten Chökyi Nyima, niets hebben van de vernieuwingen van met name het leger. Verstrikt in intriges en vervuld van bange vermoedens vluchtte hij echter naar Peking en zou Tibet tot aan zijn dood niet meer binnenkomen ""

De relatie met de vlucht van de negende pänchen lama in deze context slaat nergens op.

a. De vlucht had niets te maken met de toen nog beoogde modernisering, maar vooral met de vraag wie en hoeveel daarvoor zou moeten betalen. En uiteindelijk was het een machtsconflict tussen de dalai lama en de pänchen lama

b. De pänchen lama vluchtte niet naar Peking, maar eerst naar Xian en daarna naar Jyekundo.

c. De vlucht van de pänchen lama vond plaats in 1923. Kunphela was toen 18 jaar oud en absoluut nog niet de vertrouweling van de 13e dalai lama die hij later zou worden.

Zie voor dit alles Thubten Chökyi Nyima

3.

"" Ponda Rabga, Changlochen en Thubten Kunphela werden leiders van de partij, die ook een logo en een programma had. De partij had tot doel politieke en sociale vernieuwing te brengen in Tibet en het om te vormen naar een democratische republiek, waar in die tijd het maoïsme mee bedoeld werd.""

De Verbeteringspartij Tibet was absoluut geen communistische en /of maoïstische partij. ( Als het begrip maoïsme al bestond in die tijd ) Integendeel, de partij en Kunphela werd volledig door de Kwomintang gefinancierd, alsmede door de familie Pandatsang , de rijke wolhandelaren uit Kham. En de Kwomintang ging uiteraard geen communistische agenten financieren.

Het is een poging tot geschiedvervalsing van de Chinese geschiedschrijving van na 1959 om iedere vorm van oppositie tegen het Lhasa-regime van de jaren ’30 en ’40 -achteraf - tot een communistisch erfstuk te maken en van communistische legitimiteit te voorzien.

Zie voor dit alles ook mijn al op 4 mei 2009 geplaatste opmerkingen op de OP van Tibetaanse Verbeteringspartij, waarmee je niets hebt gedaan.

Dit onderdeel staat dus ook fout bij het lemma Ponda Rabga en nog steeds bij het lemma van Tibetaanse Verbeteringspartij en bij Gendün Chöpel staat het ook niet echt correct.


4.

""Toen Thubten Kunphela India werd uitgezet, beweerde hij dat hij een Chinees burger was en kon daardoor met steun van de Chinese ambassade in India naar Nanking vliegen ""

Er is wel een kwestie van een paspoort geweest en wel of niet Chinees burger, maar dat had betrekking op Ponda Rabga en niet op Kunphela. De laatste werd simpel naar China gedeporteerd. De naam waaronder Ponda Ragba in de serieuze historische literatuur bekend staat is overigens Pandatsang Rapga. Dit om aan te geven dat hij tot een tak van de hierboven al genoemde familie Pandatsang van de rijke wolhandelaren behoorde.

5.

Eén van de historisch boeiendste episodes uit het leven van Kunphela wordt niet vermeld. In zijn tijd in India probeerde Kunphela naast zijn financiële ondersteuning door de Kwomingtang ook zelf nog wat bij te verdienen. Dat deed hij door als een soort handelsagent op te treden voor de handelsfirma van Jampäl Yeshe Gyaltsen die ook na zijn gedwongen aftreden als regent van Tibet die firma voortzette. Kunphela had een keer een zeer aanzienlijke hoeveelheid goederen gekocht voor die firma, maar kreeg van Jampäl Yeshe Gyaltsen zijn geld niet terug. Vanaf dat moment begon Kunphela Jampäl Yeshe Gyaltsen intens te haten.

In Nanking kreeg Kunphela een baan bij het Bureau van Tibetaanse en Mongoolse Zaken van de Kwomingtang. In 1747 ontmoette Kunphela in Nanking Gyagponphu , een vertegenwoordiger van Jampäl Yeshe Gyaltsen, die naar Nanking gezonden was om de Kwoningtang om hulp te vragen voor de staatsgreep die Jampäl Yeshe Gyaltsen in Tibet aan het voorbereiden was. In een dronken bui werd Gyagponphu loslippig en vertelde Kunphela over het doel van zijn verblijf in Nanking. Kunphela zag zijn mogelijkheid voor wraak t.o.v. Jampäl Yeshe Gyaltsen en wist de Tibetaanse regering hierover te tippen. Het was die tip die leidde tot de arrestatie van Jampäl Yeshe Gyaltsen.

Na de moord op Jampäl Yeshe Gyaltsen kon Kunphela terug naar Lhasa waar hij van de Tibetaanse regering als beloning voor de tip een riante villa kreeg alsmede een ruime jaarlijkse toelage.


Er is over Kunphela zeer veel historisch materiaal aanwezig. Dat wordt in meer of minder uitgebreide zin ook beschreven in serieuze werken als bijv. Kapstein, Matthew (2007) in The Tibetans, Goldstein, Melvyn C. (1991) A History of Modern Tibet, 1913-1951: The demise of the Lamaist State, Lopez, Donald S. (2006) The Madman's Middle Way ( voor de periode van de Verbeteringspartij in India) , etc.


Ik heb ook nogal wat twijfels over de juistheid van de rol van Kunphela zoals beschreven in de bijlage van het Tibet China Tibet Information Centre. Ik kan de onjuistheid op dit moment niet aantonen, maar het enige deel dat ik ooit in de informatie van het China Tibet Information Centre in een andere bron ben tegengekomen is de rol van Kunphela "" om de voedseltekorten op te lossen die waren ontstaan door de grote aantallen militairen in Tibet. Dat geschiedt dan echter al rond 1954 en niet "" na de Tibetaanse diaspora in 1959 "" Bron is Goldstein, Melvyn C., Sherap, Dawei & Siebenschuh, William R. (2004) A Tibetan Revolutionary: The Political Life and Times of Bapa Phüntso Wangye, University of California Press, pag 177.

De zelfde twijfel heb ik ten aanzien van de Britse expeditie die in 1926 werd vermoord. De link met het Amersfoortsch Dagblad "De Eemlander" (5 maart 1926) doet het bij mij niet. Ik heb daar nooit wat over gelezen in een andere bron. En ik constateer dat noch het digitale archief van The Times , noch dat van the Guardian over de eerste helft van 1926 hier iets over meldt. En dat zou je toch verwachten als het om Britten gaat.


Ik stel voor , dat je de aantoonbare fouten corrigeert.

renevs 19 mei 2011 19.05

Maar zelf een geheel nieuwe tekst over Kunphela geplaatst.

renevs 23 mei 2011 22.36

Graag bronnen voor je beweringen. Niet het noemen van een schrijver of een boek, maar van een citaat met paginanummer. Want je zat er al zo vaak naast. Davin (overleg) 25 mei 2011 14:16 (CEST)[reageer]
@Davin, twee wedervragen:
  • Wanneer precies zat Renevs er in het verleden naast? Graag drie voorbeelden van enigszins serieuze aard.
  • Voor welke beweringen wil je precies een bron zien? Zoals je de vraag nu stelt veroordeel je iemand tot een volledige dag werk. Graag nauwkeurig aangeven welke beweringen je betwist.
Sterkte en denk om je gezondheid. Theobald Tiger (overleg) 25 mei 2011 15:43 (CEST)[reageer]

Davin,

1.

Ik ben uiteraard niet foutloos. Ik herinner mij dat ik inderdaad een keer helemaal fout zat. Dat was bij een opmerking inzake de Dorje Phagmo. Ik heb toen gelijk jou mijn excuses aangeboden. ( 4 maart 2009 ) Het is best mogelijk, dat mijn geheugen zo selectief is, dat ik mij andere zaken ten aanzien hiervan niet herinner. Maar in ieder geval nooit zo selectief, dat een opmerking als "" Want je zat er al zo vaak naast "" ook maar enigszins gerechtvaardigd zou zijn.

2.

Ik ga echt geen uren besteden aan het overschrijven van citaten. Ik neem aan dat bronnen die jij ook gebruikt - net als bij mij -bij jou thuis ook op de boekenplanken staan of dat je daar in ieder geval toegang tot hebt. Jij maakt ook gebruik van Goldstein, Melvyn C. (1991) The demise of the Lamaist State, University of California Press,, , ISBN 978-0-520-07590-0.

Ik stel dan ook voor dat je nog even naar het hele hoofdstuk "" The fall of Kunphela"" pag. 146- 185 in dat boek kijkt en naar het hoofdstuk ""The Tibetan Improvement Party ""op de pag. 449-463 voor de periode in India.

Het daarin gestelde wordt wat beknopter, maar in essentie het zelfde weergegeven in The Tibetans van Kapstein. De periode van de val van Kunphela op de pag. 270 -273 ( The end of Traditional Tibet ); de periode in India op pag. 279.

Op pag . 475 in The demise of the Lamaist State staat het verhaal van de tip van Kunphela die tot de arrestatie van Jampäl Yeshe Gyaltsen leidt. Eén citaat dan "" Ultimately he gained employment with the Mongolian and Tibetan Office and through it met with Gyagponphu, who, while smoking opium with Kumbela told him of Reting's proposal to the Chinese. Kumbela immediately saw his chance for revenge and contacted Thubten Sangbo "". Daarna gaat het verhaal verder hoe de Kashag op die informatie reageerde met de arrestatie.

Bij Kapstein staat het zelfde verhaal op de pag. 278 en 279. "" It was Kunphela, angered because he had been cheated by Reting's company in India who conveyed this information ""

renevs 25 mei 2011 1735

Je hebt het over "sprookjesschrijver" maar je onsamenhangende commentaren laten zien dat jij als persoon absoluut geen plek in een of andere kennishiërarchie zit. Als je dus nog ooit weer zo'n populistische opmerking maakt - want dat is het in feite als jij je mening zegt - dan zie ik dat als propaganda: exact het hokje waar het thuis hoort. Je kunt met mij argumenteren, maar niet met symbolen smijten. Zo maar wat roepen kan iedereen. Maar citaten heb je dus niet en dat zegt meer dan genoeg. Je hebt de kennis en de bronnen niet zelf. Je schept maar wat op en hebt een grote mond. Dan lijkt het al snel heel wat. Het bevestigt mij opnieuw op welk niveau ik je moet inschatten. Over kwaliteit gesproken... Davin (overleg) 28 mei 2011 09:08 (CEST)[reageer]
Wie gelijk heeft in deze kwestie weet ik niet, maar (i) Renevs commentaar is niet onsamenhangend, (ii) de conclusie dat Renevs ondeskundig is, hangt dus volkomen in de lucht, (iii) Renevs is geen populist - althans dat blijkt niet uit z'n bijdragen, (iv) Renevs smijt niet met symbolen, (v) Het blijkt nergens uit dat Renevs de bronnen niet heeft en maar wat opschept. Enfin, als Davin niet snel excuses maakt voor deze onbeschofte overlegbijdrage, zal ik een blokverzoek tegen Davin indienen - iets wat ik geloof ik nog nooit eerder heb gedaan. De geëiste excuses dienen zonder slagen om de arm en ruimhartig te worden gegeven. Theobald Tiger (overleg) 28 mei 2011 17:21 (CEST)[reageer]

Aan Theobald Tiger,

1.

Ik wil je ten eerste oprecht bedanken voor je belangstelling voor een aantal van mijn artikelen. In de ruim 4 jaar dat ik nu enigszins op Wikipedia actief heb ik mij altijd onthouden van deelname aan discussies in fora als bijv.Wikipedia:De kroeg, heb nooit deelgenomen aan stemmingen aan waarvoor dan ook. Dat is uiteraard mijn eigen keus. Maar als je alleen correspondentie met Davin hebt, is dat soms wat eenzaam en zelden een bron van grote vreugde.

2.

Uit je bericht van 28 mei 2011 ( 17.21 ) begrijp ik dat je overweegt om voor Davin een blokverzoek aan te vragen voor het geval hij mij geen excuses aanbiedt. Ik moet zeggen, dat ik dat toch een wat rare figuur vind. Ik heb een paar dagen eerder aangegeven, dat ik mij buiten de discussie tussen Davin en jou wil houden. Ik heb meer dan genoeg aan mijn eigen discussies met hem. Als jij nu toch een blokverzoek " met dat als reden " aanvraagt, word ik ongevraagd toch betrokken in die discussie.

3.

Een ander punt is, dat Davin al zo ontzettend veel onzin en regelrechte leugens over mij heeft verspreid. Daar zaten beweringen bij, die nog aanzienlijk grover waren dan de bovenstaande. Daar was dan een blokverzoek wellicht nog eerder op zijn plaats geweest. Het is mogelijk ook mijn fout dat ik dit nooit heb gedaan. Maar ik ben wel inmiddels redelijk immuun voor dit soort kreten van Davin geworden.

Ik geef je dus in overweging nog eens na te denken over dat blokverzoek.

4.

Je zal zien dat ik inmiddels ook een reactie op deze pagina heb geplaatst over de opmerkingen van Goldstein als communistenvriend.

5.

De opmerkingen over plagiaat zijn een illustratie van de door mij beschreven tweede vluchtweg in die tekst onder 1. Ik twijfel nog of ik daar op ga reageren. Er zal ongetwijfeld een instantie op Wikipedia zijn waar je dit soort zaken aanhangig kan maken. Ik wil Davin ook niet de gelegenheid en kans ontnemen zich zelf nog verder belachelijk te maken.

Met vriendelijke groet,

renevs 29 mei 2011 22.24

Beste Renevs, Ik zal kort op de punten die je aanroert antwoorden en jouw indeling volgen:
  1. Om eerlijk te zijn, was in eerste instantie mijn belangstelling niet gericht op het onderwerp van de artikelen. Ik had ernstige gebreken geconstateerd die kleefden aan de lemma's Thubten Kunphela en Verbeteringspartij Tibet m.b.t. bronkeuze, bronvermelding, opbouw, taalgebruik en toch ook wel de inhoud die me op verschillende plaatsen eenzijdig of onwaarschijnlijk voorkwam. Omdat mijn deskundigheid niet groot is - ik weet ongeveer wat een oplettende krantenlezer weet (hoop ik althans); daarnaast heb ik verschillende boeken van Simon Leys gelezen, een door mij zeer gewaardeerde schrijver - had ik mij voorgenomen om die kritiek voorzichtig op te schrijven. Ter voorbereiding daarop stuitte ik op vrij uitgebreide correspondentie tussen jou en Davin. In deze correspondentie trof mij dat ik jouw gedachtegang kon begrijpen en Davins gedachtegang niet. Ik kende reeds Davins gewoonte om niet in te gaan op de beweringen, maar op de door hem veronderstelde daarachter schuilgaande intenties. Omdat ik uit ervaring weet dat het vervelend is om geheel alleen tegen onredelijkheid en verdachtmakingen te strijden, besloot ik om zo nu en dan te interveniëren. Jij weet veel van de materie en dat geldt maar voor weinig collega's. Ik zou het betreuren als je je ontmoedigd of moegestreden zou terugtrekken. Overigens begin ik nu ook wel aardigheid te krijgen in de stof, waarvan ik - als gezegd - maar bar weinig weet.
  2. Ook over mij heeft Davin al ernstige leugens verspreid. Ik zal desondanks jouw sympathieke verzoek om mijn voornemen tot een blokverzoek in geval excuses uitblijven te heroverwegen, inwilligen. Het feit dat je zegt een zekere immuniteit te hebben verworven, stelt me in ieder geval enigszins gerust. Mocht ik op zeker moment toch een blokverzoek indienen - ik vind Davins opstelling echt heel ernstig - dan zal ik uiteraard wel naar jouw bijdragen moeten verwijzen, maar zal ik proberen je er zo veel mogelijk buiten te laten.
  3. Zie 2.
  4. Jouw tekst vind ik zeer overtuigend en lijkt me nauwelijks voor betwisting vatbaar. Een aantal dingen die je over Goldstein schrijft had ik ook zelf al gevonden, maar ik zou door gebrek aan expertise het niet zo goed en helder hebben kunnen en durven opschrijven.
  5. Een korte reactie kan zeker geen kwaad, omdat het onwenselijk is dat collega's gaan denken dat wie zwijgt ook toestemt. Jouw slotzin vat ik op als een teken niet van kwaadaardigheid, maar van dezelfde filosofische berusting die ook spreekt uit jouw punt 2 en 3.
Soms moet ik denken aan een door Davin geschreven zin (geschreven in de stijl van een alwetende thrillerauteur) die in dit lemma voorkwam voordat jij een nieuwe tekst had gemaakt: "Verstrikt in intriges en vervuld van bange vermoedens vluchtte hij echter naar [X]." Het komt me steeds voor alsof Davin daarmee een profetisch zelfportret heeft geschapen. Met waardering en vriendelijke groet, Theobald Tiger (overleg) 30 mei 2011 09:40 (CEST)[reageer]

Aan Theobald Tiger,

De betreffende zin in punt 5 is inderdaad gebaseerd op een vorm van berusting. Ik weet niet zeker of die berusting nu van filosofische of andere aard is.

Ik heb eerder deze ochtend nog een aanvulling geplaatst in mijn reactie op " de communistenvriend"

Vriendelijke groet,

renevs 30 mei mei 2011 12.54

@Renevs, Ik had het al gelezen. Het is een voortreffelijke toevoeging. Ik had gister op de overlegpagina van het lemma Melvyn Goldstein ook mijn bedenkingen bij de in dat lemma voorkomende sectie Kritiek geuit (de bijdrage is feitelijk een kopie van wat ik hieronder ook al ergens schreef). Mocht je je geroepen voelen om die sectie te vervangen door iets beters en evenwichtigers, dan zou je in ieder geval mij daarmee blij maken. Theobald Tiger (overleg) 30 mei 2011 13:49 (CEST)[reageer]


Gebruik van communistisch getinte bronnen[brontekst bewerken]

Renevs,

Ik heb je al eerder aangegeven wat de waarde van de communistenvriend Goldstein is. Nu beschuldig jij mij van het gebruik van een inferieure bron (op zich heb je daar gelijk in, maar in de 1300 artikelen over Tibet gebruikte ik die slecht zelden en enkel in die gevallen waar ik de gegevens ook in ander bronnen ben tegengekomen. Dat is heel anders dan die slechte propaganda die jij steeds over mij heen smeert, met telkens weer de afwezigheid van ondersteuning door citaten van serieuze bronnen. Het zijn dus [holle frasen].

Nu verwissel je echter mijn tekst voor tekst die amper te controleren is - want de bronvermelding is daar niet exact genoeg voor - en gebruik je opnieuw ene communistisch getinte bron, namelijk van Goldstein: het vriendje van het communistische apparaat van Mao tot Erfeng

In het boek 'History as propaganda' is dit wetenschappelijk onderzocht (geen filosofie dus, maar tellen en meten). Als resultaat van dat onderzoek merkt Powers het volgende op:

It is surprising that Goldstein does not appear to realize that what he characterizes as unreasonable resistance on the part of the Tibetans would have appeared completely justified to them. They lived in a country that had worked to keep outsiders outside but had been overrun by soldiers who spoke a foreign language, spouting arcane terminology that made no sense to them, who proposed to fundamentally change their society, the only one they had ever known. Added to this was pervasive Han chauvinism, which led the newcomers to denigrate Tibetan culture and religion, the core elements of Tibetan identities. (History as Propaganda, 2004, pagina 134)

Ik heb je al eerder voor Goldstein gewaarschuwd, maar je vind het schijnbaar zonde van het uitgegeven geld dat je zo'n duur boek niet gebruikt. Het is een communistenvriend en je flarden met tekst zijn er van afkomstig. Welk deel precies is in jouw wijze van bronnotatie niet te controleren. Davin (overleg) 28 mei 2011 09:08 (CEST)[reageer]

Mijn voorzichtige indruk is dat Goldstein vrij algemeen wordt beschouwd als een gezaghebbende bron met betrekking tot de geschiedenis en de politiek van Tibet. Het Engelse Wikipedia-artikel verwijst in een noot naar het werk van Powers om Goldsteins visie als genuanceerd te beschrijven: "His research has been described as 'nuanced'; while he portrays pre-1950 Tibet as 'de facto independent', he also portrays the old state as a feudal theocracy." Dat er ook kritiek op Goldstein wordt geoefend, is daarmee niet in tegenspraak. Ook Huizinga wordt wel eens beschreven als een dromerige idealist met bijna exclusieve aandacht voor elitecultuur, en Wesseling als een ironische compilator die te beroerd is om archiefonderzoek te doen, en Van Deursen als een fundamentalistische geschiedschrijver. Maar dat laat onverlet dat de drie genoemde historici gezaghebbend zijn op hun terrein. De sectie kritiek in het lemma Melvyn Goldstein lijkt me een vertekend beeld te geven van de betekenis van zijn werk. Theobald Tiger (overleg) 29 mei 2011 12:00 (CEST)[reageer]

Davin,

1.

Je patroon van handelen als je geen inhoudelijk antwoord meer hebt, is zeer voorspelbaar. De eerste vluchtweg is zoveel mogelijk zaken, die weinig tot niets met elkaar te maken hebben op één hoop gooien en het zo verwarrend mogelijk te maken. De tweede is wat wild met beschuldigingen richting anderen om je heen te slaan. Voor onderwerpen die aan Tibet gerelateerd zijn, heb je dan nog altijd de optie van de "de communistenvriend " . Dat alles wordt zo voorspelbaar, dat ik je adviseer je creativiteit wat intensiever aan te wenden om tot vergroting van dit repertoire te komen.

( De rest van dit punt 1. is een aanvulling geplaatst op 30 mei 2011 11.16 en 12.54.

Het is ook eigenlijk te zot voor woorden. Jij schrijft een artikel over Kunphela. Dat steunt voor het grootste deel op de bron van het China Tibet Information Centre . Dat is geen "communistenvriend". Dat is pas echt een onvervalst 100% communistische bron. Vooral als gevolg daarvan vertoont jouw artikel ernstige fouten en tekortkomingen. Vervolgens schrijft iemand een verbeterde versie en weet met behulp van andere bronnen wel de juiste informatie te geven. En dan presteer je het om die verbeterde versie onbetrouwbaar te achten, omdat er een bron bij zit die jij een communistenvriend acht. Dat is de wereld weer op zijn kop zetten.

Het bezit van enig historisch inzicht had nog wat onzin kunnen voorkomen. Jij omschrijft de Verbeteringspartij Tibet als een " maoïstische" beweging. Een vertegenwoordiger van een " maoïstische" beweging gaat zich toch nooit in 1947 onder bescherming van de Republiek China in Nanking vestigen.

Desondanks nog de volgende punten.

2.

Ik beschuldig je in dit geval helemaal niet van het gebruik van een inferieure bron. Ik stelde alleen vast dat jij de bron Goldstein ook gebruikt. Die heb je in ieder geval gebruikt voor je artikelen mensenrechten in Tibet, Jampäl Yeshe Gyaltsen , Tibet (gebied), Püntsog Wangyal , Invasie van Tibet, Geschiedenis van Tibet (1912-1950), Demo Rinpoche, Lobsang Trinley, Vlag van Tibet, Tibetaanse muziek, Tenzin Gyatso (Demo Rinpoche), 17 puntenakkoord, Akkoord van Simla, Debat over de status van Tibet , Tibetaanse cultuur. Daarbij zitten artikelen die qua " onderwerp " toch een zeker gewicht hebben. Groter dan in ieder geval bij artikelen als bijv. Zodang Gongpori, dat ik overigens qua originaliteit nog altijd één van je meest geslaagde vind.

3.

In een aantal van die ( jouw ) artikelen is de bron Goldsteins's "" A Tibetan Revolutionary. The political life of Bapa Phüntso Wangye. U. of California Press"". Ik stel je opnieuw voor wat te herlezen . Het gaat dan om Hoofdstuk 4. ( pag. 215-271 ) "" Incarceration"" van dat boek . Dat handelt over de arrestatie, gevangenneming en detentie gedurende 16 jaar van Püntsog Wangyal. Dat beschrijft Goldstein op een manier, die - om het heel eufemistisch uit te drukken- toch weinig weg heeft van een communistenvriend.

( Goldstein overigens is de schoonzoon van Surkhang, minister in het kabinet van het historische Tibet, die in 1959 met de dalai lama naar India vluchtte. ( was wellicht, want Surkhang zou nu dan wel een heel oude man moeten zjn ) Over die man heb jij n.b. een artikel geschreven, kennelijk zonder dat je dat wist, onder zijn andere naam Wangchen Geleg. Ook dat wijst toch niet op het echt zijn van communistenvriend. Surkhang wordt ook in de hoofdstuk "" The fall of Kunphela "" een aantal malen in de noten aangehaald. Zie verder voor Surkhang's medewerking aan projecten van Goldstein op de site van zijn instituut http://www.case.edu/affil/tibet/currentStaff/goldstein.htm. Ook dat wijst - opnieuw heel eufemistisch uitgedrukt - niet op het zijn van een communistenvriend.)

4.

Ik heb gezocht naar een h-index op het gebied van de Tibetologie. Die kan ik helaas niet vinden. Maar ik ben ervan overtuigd dat de verhouding John Powers- Melvyn Goldstein daar zo ongeveer minimaal 1: 100 zou zijn. Er zijn daar ook genoeg aanwijzingen voor. Ten eerste verwijs ik je naar het aardige artikel over tibetologie op de Engelstalige Wiki , http://en.wikipedia.org/wiki/Tibetology.

Ten tweede hoop ik , dat wij het voor één keer eens kunnen zijn dat de crème de la crème van de naslagwerken over de geschiedenis van Tibet de driedelige "' History of Tibet " is, geredigeerd door Alex Mc Kay. Die heb ik op dit moment niet thuis, omdat ik ook wel eens wat moet lenen via de KB of Picarta en het dus daarna moet terugbrengen. Maar uit destijds gemaakte aantekeningen weet ik dat het gaat om totaal ruim 2000 pagina’s en 126 hoofdstukken van gezamenlijk 71 auteurs over zeer veel politieke , culturele en religieuze aspecten van de vroegste periode tot aan eind 20ste eeuw. Geen enkele bijdrage van Powers. Hij komt in de zeer uitgebreide bibliografie niet voor en ik heb toen geen enkele nootverwijzing van de ongetwijfeld ruim 1000 noten naar hem kunnen ontdekken. Er zijn wel bijdragen van Goldstein en een aanzienlijk aantal nootverwijzingen naar hem.

Daarnaast is de crème de la crème van de tibetologen verbonden aan de International Association for Tibetan Studies. Die organiseren - meestal iedere twee jaar - een internationaal seminar. De publicaties daarover worden uitgegeven door Brill in Leiden. Er zijn tot nu toe 11 seminars geweest met even zo vele publicaties. Niets van Powers , maar wel veel van Goldstein.

Dit moet je ook heel gemakkelijk zelf kunnen nazien, want op 28 maart 2010 schreef je mij dat je een aantal van die publicaties van Brill tussen de - "wel 40 " - boeken over Tibet thuis in je boekenkast heb staan.

Powers is geen historicus, geen tibetoloog, maar iets wat je boeddholoog zou kunnen noemen. Hij heeft anderhalf boek geschreven over aan Tibet gerelateerde zaken "" Introduction to Tibetan Buddhism" en "" Concise Introduction to Tibetan Buddhism".

De essentie van mijn opmerkingen onder dit punt 4. is dus , dat iemand als John Powers de autoriteit en het gezag ontbeert om anderen op " historisch-wetenschappelijk terrein " de maat te nemen.

renevs 29 mei 2011 22.07