Naar inhoud springen

Platte schaalhoren

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Patella depressa)
Platte schaalhoren
Platte schaalhoren
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Onderrijk:Metazoa
Stam:Mollusca (Weekdieren)
Klasse:Gastropoda (Slakken of buikpotigen)
Clade:Patellogastropoda
Superfamilie:Patelloidea
Familie:Patellidae
Geslacht:Patella
Soort
Patella depressa
Pennant, 1777
Synoniemen
Lijst
  • Patella intermedia Murray in Knapp, 1857
  • Patella auricola da Costa, 1771
  • Patella electrina Reeve, 1854
  • Patella goudoti Mabille, 1888
  • Patella laevigata Gmelin, 1791
  • Patella mabillei Locard, 1891
  • Patella taslei Mabille, 1888
  • Patella plumbea vatheleti Pilsbry, 1891
  • Patella vulgata var. picta Jeffreys, 1865
  • Patella vulgata var. debilis Pallary, 1920
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Platte schaalhoren op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De platte schaalhoren (Patella depressa) (Synoniem:gekleurde schaalhoren of Patella intermedia) is een in zee levende slakkensoort uit de familie van de Patellidae.

De platte schaalhoren heeft een napvormige schelp die iets kleiner, platter en ovaler is dan bij Patella vulgata en Patella ulyssiponensis. De top is meestal wat stomper. De schelp kan tot 40 mm hoog en 40 mm breed worden.

De schelp kan met zeepokken bedekt zijn.

De basale rand heeft een ovale vorm en is oneffen, mede doordat hij vaak aangepast is aan de oneffenheden van de rots waarop het dier leeft.

De binnenkant van de schelp is glad en vertoont een hoefijzervormige spierafdruk.

De zool van de dieren is donker olijfgroen tot grijzig zwart gekleurd.

De buitenkant van de schelp heeft ongeveer hetzelfde kleurpatroon als P. vulgata en P. ulyssiponensis: grijs tot groenblauw of geelgroen. De binnenkant is echter veel sterker gekleurd: onder de top is de schelp meestal geel, oranjerood tot donkerbruin, met naar de schelprand uitstralende zwarte en geeloranje kleurbanden.

Schaalhorens zijn grazers die vooral 's nachts grazen: ze schrapen met hun rasptong (radula) algen van de harde ondergrond waarop ze leven. De dieren leggen tijdens het grazen afstanden af tot maximaal anderhalve meter. Vaak keren de dieren terug naar hun oorspronkelijke rustplek ("homing-gedrag"). Het mechanisme, waarmee het dier terugkeert naar zijn eigen rustplek, houdt verband met het chemisch traceren van het slijmspoor, dat door het dier werd achtergelaten.

Deze soort heeft hetzelfde habitat als P. vulgata en P. ulyssiponensis: het zijn rotsbewoners die leven in de getijdenzone. Patella intermedia komt echter iets lager op de rotsen voor dan beide andere soorten. Als het water zich terugtrekt kunnen ze zich zo krachtig tegen de onderliggende stenen vastzuigen dat ze door mensen niet onbeschadigd te verwijderen zijn.

Patella depressa komt voor van Noord-Afrika, langs de Atlantische kusten van Europa tot het westelijk einde van het Kanaal en Wales. De soort is algemeen op de kusten van Bretagne. In België en Nederland komt deze soort niet autochtoon voor. Af en toe kunnen wel aangespoelde exemplaren gevonden worden op wierbossen, afkomstig van de Engelse of Franse kust.

Voortplanting

[bewerken | brontekst bewerken]

De gonaden worden in het voorjaar rijp en eieren en zaadcellen worden van juli tot september vrijgelaten.