Naar inhoud springen

Pieter en François Hemony

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Pvt pauline (overleg | bijdragen) op 8 apr 2008 om 18:53. (→‎Bekende carillons)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

De gebroeders François en Pieter Hemony zijn de belangrijkste gieters van beiaarden (carillons of klokkenspelen) die Nederland en België gekend hebben. Zij waren de eerste ter wereld die een zuiver gestemd klokkenspel produceerden, en transformeerden daarbij het carillon tot een volwaardig muziekinstrument.

François werd omstreeks 1609 te Levécourt in Lotharingen geboren, zijn broer Pieter eveneens aldaar in 1619. De oudere generatie van de familie Hemony behoorde tot die grote groep Lotharingse klokkengieters die door geheel Europa trokken om klokken te gieten. De vader van François en Pieter en diens broer, Blaise en Peter dan wel in omgekeerde volgorde, treffen wij vooral in Duitsland aan. Aldaar giet François in 1636 ook zijn eerste klok tezamen met Josephus Michelin die later waarschijnlijk zijn zwager werd. François was namelijk getrouwd met Maria Michelin. Pieter Hemony is nooit gehuwd geweest.

In 1641 goten de gebroeders voor Goor hun eerste klokken in Nederland. Hun eigenlijke carrière begon in 1642 toen zij van de stad Zutphen de opdracht tot het vervaardigen van een beiaard kregen. In datzelfde jaar zullen zij zich ook in deze stad gevestigd hebben. De Hemony’s waren echter niet bekend met het gieten van beiaarden. Maar dankzij de steun van de stadsbeiaardier van Utrecht, jonkheer Jacob van Eyck die samen met hen intensief onderzoek deed naar het stemmen van klokken, was hun eerste beiaard een groot succes. In Zutphen volgden nog dertien beiaarden. Het carillon van de gebroeders Hemony in de Wijnhuistoren in Zutphen is in de januari 1920 door brand verwoest; slechts één klok is bewaard gebleven. In Zutphen is rond dezelfde tijd een straat vernoemd naar de gebroeders.

Gieterij in Amsterdam, door Van den Eekhout (leerling van Rembrandt)
Signatuur van P. Hemony op klok Oosterkerk (Amsterdam)

In 1655 werd François Hemony door de stad Amsterdam uitgenodigd om zich aldaar onder gunstige voorwaarden als klokken- en geschutgieter te vestigen. In 1657 verhuisde het gezin naar die stad, terwijl Pieter naar de Zuidelijke Nederlanden trok en met name naar Gent. Te Amsterdam goot François twintig beiaarden waaronder ook meerdere voor het buitenland. In die tijd horen wij ook over de eerste leerlingen, zoals Claude (1646-1699) en Mammes (ca. 1651-1684) Fremy, zonen van een neef der Hemony’s. Maar zij bleken niet in staat de roem der Hemony’s te continueren. Heel wat meer succesvol was Claes Noorden. De zoon van François Hemony, eveneens François geheten, heeft zich nooit met het gieten van klokken bezig gehouden.

Tijdens de Amsterdamse periode werden ook beelden gegoten, onder andere die van de beeldhouwer Artus Quellinus. Voorts werd er geschut gegoten. In 1664 voegde Pieter zich werd bij zijn broer, mogelijk door ziekte van François en de vele orders. Samen goten zij nog drie beiaarden. François stierf in 1667, na een rijk en ook beroemd leven. François stond dan ook in hoog aanzien. Zijn broer Pieter werd zijn opvolger.

Tijdens zijn verblijf in Gent is Pieter vooral bekend geworden door de grote beiaard die hij in 1659-1660 goot voor het Belfort van Gent. Ook goot hij drie kleinere spellen die echter niet meer bestaan. Teruggekeerd bij zijn broer in 1664 zou Pieter tot zijn dood in 1680 nog tien beiaarden gieten waarmee de totale productie aan beiaarden door de Hemony’s op 51 kwam. Een aantal is inmiddels door brand en oorlogsgeweld verdwenen. De overige zijn in de negentiende eeuw en tot de jaren zestig van de twintigste eeuw door de uitstoot van zwaveldioxide uit kolenkachels ernstig aangetast. Onder andere raakten ze ontstemd hetgeen tot soms ingrijpende restauraties heeft geleid.

De betekenis van de klokkengieters François en Pieter Hemony is voor de klokkengietkunst en met name voor de beiaardkunst niet te overschatten. Zij wisten het klokkenspel uit zijn primitieve staat van de 16e eeuw glansrijk te bevrijden en te transformeren tot een volwaardig muziekinstrument, tot op de dag van vandaag.

Klok opgedoken uit Waddenzee

In augustus 2002 werd in de waddenzee door archeologen een Hemony-klok ontdekt in een scheepswrak dat in de zeventiende eeuw is gezonken in de buurt van het eiland Texel. Volgens het randschrift op de bronzen klok werd deze in 1658 gegoten door François Hemony in zijn gieterij te Amsterdam. Het gewicht van de klok is 132 kg, de diameter 59,5 cm.

Deze vondst is uniek, omdat het om een intacte klok gaat, bijna 350 jaar oud maar vrijwel nooit geluid. Bovendien heeft de klok niet te lijden gehad onder het corrosieproces dat alle andere bekende Hemony-klokken wel heeft aangetast. Onderzoek met de modernste laser- en computertechnologieën zijn ingezet om zoveel mogelijk karakteristieken van het profiel van deze klok vast te kunnen stellen. Het onderzoeksproject zal zich ook richten op het verschil tussen de klankkleur van deze en andere klokken van Hemony. Dit onderzoek zal nieuwe informatie opleveren omtrent het 'geheim' van de gebroeders Hemony, alsook over de veroudering van brons en de invloed daarvan op de klankeigenschappen van klokken.

Bekende carillons

De gebroeders Hemony goten carillons voor o.a.:

In Amsterdam is een Hemonystraat. Op een hoek ligt een restaurant met de toepasselijke naam Klokspijs.

[bron?]