Portaal:Frans/Inleiding
Het Frans behoort tot de Romaanse talen en heeft zich zoals al deze talen ontwikkeld uit het Latijn. Het Frans wijkt echter op een groot aantal punten van de andere Romaanse talen af. Ten eerste kent het Frans een verregaande afslijting van morfologische uitgangen. Ten tweede heeft het Frans een groot aantal brekingen en klankmutaties, die al in het Oudfrans optraden en in het Middelfrans nog verder zijn geëvolueerd. Ten derde heeft het een licht Keltisch substraat (terug te vinden in een woord als quatre-vingts, "tachtig", letterlijk "vier-twintigen"; in de Keltische talen telt men in twintigtallen) en een vrij ingrijpend Germaans, vooral Frankisch, superstraat, dat zich onder meer uit in de dubbele ontkenningen ne ... pas, ne ... rien, ne ... personne enz.
De Franse taal behoort tot de Gallo-Romaanse talen en is ontstaan uit het Francien, het dialect uit Île-de-France. Verwante talen, behorend tot de Oïl-talen (gesproken in Noord-Frankrijk) zijn: Waals, Picardisch, Normandisch, Gallo, Francien (met het Frans als standaardvorm), Champenois, Bourgondisch, Lotharings en Poitevin-Saintognais. Talen die behoren tot de Occitaanse talen, of de Oc-talen zijn: Provençaals, Gascons, Languedocien, Limousijns en Niçois. Francoprovençaals is een overgangstaal tussen oïl- en oc-varianten.