Portaal:Insecten/Uitgelicht/52

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Mannetje van de kleine wintervlinder

De kleine wintervlinder (Operophtera brumata) is een onopvallende kleine spanner. De vleugels van het mannetje zijn ongeveer 12 mm lang. De vrouwtjes zijn vleugelloos en hebben alleen de voor de vrouwtjes zo kenmerkende halfontwikkelde vleugelstompjes, er is dus sprake van seksueel dimorfisme.

Voorkomen in Nederland en België[brontekst bewerken]

De kleine wintervlinder komt voor in heel Nederland en België in tuinen, parken, loofbossen, boomgaarden en andere bosrijke gebieden.

Levenswijze[brontekst bewerken]

De mannetjes vliegen normaal pas uit na de eerste nachtvorsten vanaf oktober tot en met december. Ze vliegen hoofdzakelijk in de avondschemering bij vochtig en nevelig weer en bij een temperatuur net boven 0°C.

Lees verder