Portaal:Landbouw/Uitgelicht/25

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Bij combinatieteelt kweekt men verschillende gewassen na (voor-, hoofd- en nateelt) en naast elkaar, meestal in rijen. Hierdoor bevordert men de variatie van plantaardig en dierlijk leven op en in de grond. In veel gevallen levert dit een verbetering op van kwaliteit, geur en smaak. Bij goede combinaties komen bepaalde ziekten minder vaak voor en sommige combinaties kunnen zelfs een meeropbrengst opleveren.

Om het totaalbeeld te verfraaien, zou men de planten niet in rijen met elkaar kunnen combineren, maar bijvoorbeeld een lagere plant met een compacte bladmassa als omzoming voor een wat hogere plant moeten gebruiken (bijvoorbeeld rode bieten met een rand van wortelen).

Dat planten invloed vinden van de ernaast groeiende planten, is duidelijk merkbaar. Hoge planten houden licht weg van lagere planten en de wortels groeien soms door elkaar heen. Ze kunnen elkaar zelfs beconcurreren in de opname van water en voedingsstoffen. Hoge gewassen kunnen echter ook beschutting geven tegen warmteminnende lagen. Tuinbonen kunnen bijvoorbeeld uitstekend dienst doen als beschutting voor courgettes.