Proportionaliteitsbeginsel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door BoH (overleg | bijdragen) op 9 okt 2019 om 23:08.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Het proportionaliteitsbeginsel of evenredigheidsbeginsel is het juridisch beginsel dat een opgelegde sanctie of straf proportioneel moet zijn aan, in verhouding moet staan tot, de begane overtreding of het begane misdrijf.

Ook in het bestuursrecht spreekt men van proportionaliteit. Beslissingen van de staat gaan vaak in tegen het belang of de rechten van individuele burgers, ten bate van het algemeen belang. Het proportionaliteitsbeginsel stelt dat de mate van inbreuk op het individueel belang vanuit een bepaalde maatregel proportioneel moet zijn ten opzichte van het beoogde legitieme doel van die maatregel. In het bijzonder dient de inbreuk nooit groter te zijn dan noodzakelijk is voor het beoogde doel.

Binnen het Europees recht speelt het proportionaliteitsbeginsel een rol bij het optreden van de Europese Unie. Dat optreden mag niet verder gaan dan wat nodig is om doelstellingen van de verdragen van de Europese Unie te verwezenlijken.[1]