Naar inhoud springen

Retrogradeprobleem

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Wikiwerner (overleg | bijdragen) op 27 okt 2019 om 18:29. (Nog iets beter onderbouwd waarom wit de laatste zet gedaan moet hebben)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Een retrogradeprobleem is een schaakprobleem waarbij moet worden vastgesteld hoe de gegeven stelling tot stand is gekomen. Het is een aparte tak van schaakproblemen, gebaseerd op de eis dat elke probleemstelling op een legale manier moet kunnen zijn ontstaan. De oplossingstechniek heet retrograde-analyse, en is zelden nodig om een normaal schaakprobleem op te lossen, dat bestaat uit de vraag wat de beste zet is in een gegeven stelling.

Een retrogradeprobleem draait vaak om de vraag of er in de gegeven stelling nog mag worden gerokeerd, of om de vraag of er op de eerste zet en passant mag worden geslagen.

Voorbeeld

8
7
6
5 rd bd
4 bl
3
2
1 kd
a b c d e f g h

De stelling hiernaast is ontstaan doordat één stuk per ongeluk van het bord werd gegooid. Welk stuk is het en waar stond het?

Om hier antwoord op te kunnen geven, is het noodzakelijk om te achterhalen hoe de stelling is ontstaan.