Rudolf Höss
Rudolf Franz Ferdinand Höss of Höß (Baden-Baden, 25 november 1900 – Auschwitz, 16 april 1947) was de kampcommandant van vernietigingskamp Auschwitz.
Höss vocht als minderjarige in het Duitse leger gedurende de Eerste Wereldoorlog. In 1922 sloot hij zich aan bij NSDAP (Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiderspartij) van Adolf Hitler. In 1928 werd hij eveneens lid van de extreem-nationalistische Artamanen Vereniging die streefde naar annexatie van de Duitse gebieden in Polen. In juni 1934 sloot hij zich op advies van SS-leider Heinrich Himmler aan bij de SS.
Van 1934 tot 1938 was hij werkzaam in concentratiekamp Dachau. In 1940 werd Höss overgeplaatst naar concentratiekamp Auschwitz. In 1941 hielp hij mee met het opzetten van kamp Birkenau, dat naast Auschwitz lag en daarom ook wel Auschwitz II werd genoemd. Vanaf de zomer van 1941 werd Birkenau gebruikt als kamp voor de Endlösung van de 'Joodse Kwestie,' dat wil zeggen voor de uitroeiing van het joodse volk. Tot 1943 leidde hij het kamp en maakte er een 'model vernietigingskamp' van waar op grote schaal gebruik werd gemaakt van het gifgas Zyklon B. In de zomer van 1943 leidde hij 'Operatie Höss' in Hongarije om de Joodse bevolking en andere minderheden weg te voeren naar de concentratie- en vernietigingskampen.
Na de oorlog wist Höss aanvankelijk te ontkomen, maar werd in 1946 gearresteerd. Hij getuigde in Neurenberg (zie: Processen van Neurenberg). Het Hoogste Gerechtshof in Warschau veroordeelde hem ter dood. Op 16 april 1947 werd hij in Auschwitz, het kamp waar hij zoveel leed had veroorzaakt, opgehangen.
Zie ook: Irma Grese en Joseph Kramer