Triacylglycerol: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6: Regel 6:
Een triglyceride bevat de elementen C (koolstof), H (waterstof) en O (zuurstof). Het is opgebouwd uit glycerol en gekoppeld aan 3 onverzadigde of verzadigde vetzuren.
Een triglyceride bevat de elementen C (koolstof), H (waterstof) en O (zuurstof). Het is opgebouwd uit glycerol en gekoppeld aan 3 onverzadigde of verzadigde vetzuren.


In het plaatje hiernaast wordt een voorbeeld gegeven van een triglyceride. Het linkergedeelte bestaat uit [[glycerol]] en het rechtergedeelte uit de drie vetzuurketens van [[palmitinezuur]], [[oliezuur]] ( R<sup>2</sup> ) en [[alfa-linoleenzuur]].
In het bovenste plaatje wordt een voorbeeld gegeven van een triglyceride. Het linkergedeelte bestaat uit [[glycerol]] en het rechtergedeelte uit de drie vetzuurketens van [[palmitinezuur]], [[oliezuur]] ( R<sup>2</sup> ) en [[alfa-linoleenzuur]].
De [[molecuulformule]] is C<sub>33</sub>H<sub>90</sub>O<sub>4</sub>
De [[molecuulformule]] is C<sub>55</sub>H<sub>98</sub>O<sub>6</sub>





Versie van 15 jan 2008 16:59

voorbeeld structuurformule van een triglyceride
voorbeeld structuurformule van een triglyceride

Triglyceride of triacylglyceride (TAG) is een ester van glycerol en drie vetzuren. Triglyceriden komen voor in natuurlijke vetten en oliën ( lipiden).

Een triglyceride bevat de elementen C (koolstof), H (waterstof) en O (zuurstof). Het is opgebouwd uit glycerol en gekoppeld aan 3 onverzadigde of verzadigde vetzuren.

In het bovenste plaatje wordt een voorbeeld gegeven van een triglyceride. Het linkergedeelte bestaat uit glycerol en het rechtergedeelte uit de drie vetzuurketens van palmitinezuur, oliezuur ( R2 ) en alfa-linoleenzuur. De molecuulformule is C55H98O6



In het technisch gebruik van triglyceriden zijn twee grootheden belangrijk:

  • Het joodadditiegetal, of kortweg joodgetal, is het aantal gram jood dat geaddeerd kan worden aan 100g van het vet. Het joodgetal is dus een maat voor het aantal onverzadigde verbindingen van een vet.
  • Het verzepingsgetal is het aantal milligram kaliumhydroxide dat nodig is om 1 gram van het vet te verzepen. Met het verzepingsgetal kan de gemiddelde ketenlengte worden berekend. Hoe hoger het verzepingsgetal hoe korter de ketens.