Beleg van Krak des Chevaliers: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Advance (overleg | bijdragen)
pfff
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 12: Regel 12:
}}
}}
{{Sjabloon:Campagnebox Mamelukken-Kruisvaarder}}
{{Sjabloon:Campagnebox Mamelukken-Kruisvaarder}}
Het '''Beleg van Krak des Chevaliers''' vond plaats in [[1271]], de [[Mamelukken]] wisten na enkele weken van belegering de hele vesting in te nemen op [[8 april]] van de hospitaalridders.
Het '''Beleg van Krak des Chevaliers''' vond plaats in [[1271]], waarbij de [[Mamelukken]] na enkele weken van belegering de hele vesting wisten in te nemen op [[8 april]] van de hospitaalridders.


In [[1142]] kochten de ridders voor circa 600 gouden bezanten het kasteel van [[Raymond II van Tripoli]], vanwege de lage prijs werd er door de hospitaalridders beloofd dat ze ook de grenspatrouilles bijhielden voor het [[Graafschap Tripoli]].
In [[1142]] kochten de ridders voor circa 600 gouden bezanten het kasteel van [[Raymond II van Tripoli]], vanwege de lage prijs werd er door de hospitaalridders beloofd dat ze ook de grenspatrouilles bijhielden voor het [[Graafschap Tripoli]].

Versie van 6 jun 2008 22:54

Sjabloon:Infobox Militair Conflict Sjabloon:Campagnebox Mamelukken-Kruisvaarder Het Beleg van Krak des Chevaliers vond plaats in 1271, waarbij de Mamelukken na enkele weken van belegering de hele vesting wisten in te nemen op 8 april van de hospitaalridders.

In 1142 kochten de ridders voor circa 600 gouden bezanten het kasteel van Raymond II van Tripoli, vanwege de lage prijs werd er door de hospitaalridders beloofd dat ze ook de grenspatrouilles bijhielden voor het Graafschap Tripoli.

In 1267 liet Sultan Baibars de burcht voor het eerst belegeren, toen dit niet lukte werden er drie anderen kastelen in het gebied wel veroverd. In 1271 ging Baibers er zich persoonlijk mee bemoeien en begon opnieuw een belegering op 21 februari. In de burcht waren circa 2000 manschappen aanwezig onder leiding van Jean de Villiers, ze dachten deze belegering wel te kunnen doorstaan, omdat de vestiging al tientallen keren een belegering had doorstaan. Op de zuidwestkant werd een katapult gestationeerd, deze wist veel schade aan te richten. Op 22 maart word er een doorbraak geforceerd op de ingang, en enkele uren later is ook de oostertoren bijna weggevaagd door katapultinslagen. Maar de ridders wisten nog een hoop te stutten en te barricaderen. Enkele dagen later begeven de Mamulukken zich op de binnenplaats (eerste laag) en op 31 maart stortte de westvleugel in, de Mamelukken stormden vervolgens naar binnen. De hospitaalridders sloten zich als laatste strohalm op in de kern van de burcht. Op 8 april geven ze zich echter over in ruil voor een vrijgeleide aan de Mamelukken.

Na het veroveren van de Burcht werd de kapel al snel verbouwd tot moskee.

Referenties

  • Thomas Biller (Hrsg.): Der Crac des Chevaliers. Die Baugeschichte einer Ordensburg der Kreuzfahrerzeit. Schnell & Steiner, Regensburg 2006, ISBN 3-7954-1810-0.
  • Jaroslav Folda, Pamela French, Pierre Coupel: Crusader Frescoes at Crac des Chevaliers and Marqab Castle. In: Dumbarton Oaks Papers, 36, 1982, S. 177–210.