Oldambtster boerderij: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
TUFOWKTM (overleg | bijdragen)
+cat
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:
Het woonhuis is gebouwd onder één doorlopende nok met de schuur, waarbij het woonhuis smaller is dan de schuur. De verspringingen in de zijgevels, worden "krimpen" genoemd.
Het woonhuis is gebouwd onder één doorlopende nok met de schuur, waarbij het woonhuis smaller is dan de schuur. De verspringingen in de zijgevels, worden "krimpen" genoemd.


De schuur is zeer groot. Er is ruimte voor een koeienstal, een paardenstal en werktuigen. In het midden van de schuur is ruimte voor [[hooi]]opslag. Het dak wordt gedragen door [[gebint]]en die de schuur in de lengte verdelen in circa twee meter brede vakken. De koeien worden twee aan twee gestald tussen [[wilgenteen|wilgentenen]] of houten schotten die de gebintenstijlen met de buitenmuur verbinden.
De schuur is zeer groot. Er is ruimte voor een koeienstal, een paardenstal en werktuigen. In het midden van de schuur is ruimte voor [[hooi]]opslag. Het dak wordt gedragen door [[gebint]]en die de schuur in de lengte verdelen in circa zes meter brede vakken. De koeien worden twee aan twee gestald tussen [[wilgenteen|wilgentenen]] of houten schotten die de gebintenstijlen met de buitenmuur verbinden.


Het dak is een [[zadeldak]] met aan de voorzijde een afgeschuind vlak: een "wolfseind". Doordat het woonhuis smaller is dan de schuur, zijn de zijmuren hoger en is er meer ruimte voor vensters. Boven het woongedeelte bevinden zich de [[graan]]- en [[Zaad (planten)|zaadzolders]], vaak met vele raampjes.
Het dak is een [[zadeldak]] met aan de voorzijde een afgeschuind vlak: een "wolfseind". Doordat het woonhuis smaller is dan de schuur, zijn de zijmuren hoger en is er meer ruimte voor vensters. Boven het woongedeelte bevinden zich de [[graan]]- en [[Zaad (planten)|zaadzolders]], vaak met vele raampjes.

Versie van 20 sep 2008 16:57

De Oldambtster boerderij is een boerderijtype, dat vooral in het Oldambt in het oosten van de provincie Groningen voorkomt. Bij dit type boerderij zijn het woonhuis en de schuur in elkaars verlengde gebouwd.

Geschiedenis

Omstreeks 1720 werden Oldambtster boerderijen vanuit Oost-Friesland in Oost-Groningen ingevoerd. In 1724 werd dit type boerderij voor het eerst genoemd in de kaartboeken in Hamdijk en in de Linteloopolder. Aanvankelijk was het woonhuis lager dan de schuur; later werd dit vervangen door een woonhuis dat even hoog is als de schuur.

Oldambster boerderij getekend voor BAHN

De boerderij was bedoeld als een gemengd bedrijf. Rond 1900 specialiseerde het Oldambt zich in akkerbouw en werd één van de vooruitstrevende akkerbouwgebieden in Europa. De Oldambtster boerderijen werden groter, waarbij de woonhuizen steeds voornamer werden. Hierdoor wordt de Oldambtster boerderij ook wel "villaboerderij" genoemd.

Constructie

Het woonhuis is gebouwd onder één doorlopende nok met de schuur, waarbij het woonhuis smaller is dan de schuur. De verspringingen in de zijgevels, worden "krimpen" genoemd.

De schuur is zeer groot. Er is ruimte voor een koeienstal, een paardenstal en werktuigen. In het midden van de schuur is ruimte voor hooiopslag. Het dak wordt gedragen door gebinten die de schuur in de lengte verdelen in circa zes meter brede vakken. De koeien worden twee aan twee gestald tussen wilgentenen of houten schotten die de gebintenstijlen met de buitenmuur verbinden.

Het dak is een zadeldak met aan de voorzijde een afgeschuind vlak: een "wolfseind". Doordat het woonhuis smaller is dan de schuur, zijn de zijmuren hoger en is er meer ruimte voor vensters. Boven het woongedeelte bevinden zich de graan- en zaadzolders, vaak met vele raampjes.

Voor de Oldambtster boerderijen zijn vaak grote tuinen aangelegd.

Varianten

  • Een kleinere variant van de Oldambtster boerderij is te vinden in de Veenkoloniën.
  • Op het Hogeland werden Oldambtster boerderijen gebouwd, waarbij het woonhuis meestal dwars voor de schuur stond.