Westenwinddrift: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4: Regel 4:


==Bijzondere kenmerken==
==Bijzondere kenmerken==
Nog een bijzonder kenmerk is dat de zee stroomt tot 4 kilometer diep. Dat kan die ook want er is maar 1 obstakel onderweg, en dat is onder aan Zuid-Amerika. Doordat alle aangrenzende continenten een naar het noorden afgeleid punt hebben, krijg je dat daar het koude water botst en langs de kust omhoog stroomt. Bij de evenaar warmt het weer op en daar komt dan veel zuurstof weer vrij.
Nog een bijzonder kenmerk is dat de zee stroomt tot 4 kilometer diep. Dat kan die ook, want er is maar één obstakel onderweg, de zuidzijde van Zuid-Amerika. Doordat alle aangrenzende continenten een naar het noorden afgeleid punt hebben, krijg je dat daar het koude water botst en langs de kust omhoog stroomt. Bij de evenaar warmt het weer op en daar komt dan veel zuurstof weer vrij.
*De stroom bij Zuid-Amerika heet de [[Perastroom]]
*De stroom bij Zuid-Amerika heet de [[Perastroom]]
*De stroom bij Afrika heet de [[Bengaelastroom]]
*De stroom bij Afrika heet de [[Bengaelastroom]]

Versie van 30 dec 2008 20:34

De Westenwinddrift (ook Antarctische ringoceaan) is een zeestroom die rondom geheel Antarctica loopt. Eens in de anderhalf tot twee jaar wordt de ronde afgelegd.

De zee is grijs, groen en ondoorzichtig. Omdat koud water van 2 tot 3 graden veel gassen kan bevatten, is de zee er vol leven. Bij aanwakkerende westenwind kunnen er golven van circa 8 tot 10 meter hoog ontstaan. Als zo’n golf neervalt, krijgt het water een zogenaamde luchtdouche van zuurstof. Door deze goede omstandigheden kunnen hier een soort blauwgroene algen zeer goed groeien. Door fotosynthese ontstaat hier naar geschat bijna de helft van alle zuurstofproductie op aarde.

Bijzondere kenmerken

Nog een bijzonder kenmerk is dat de zee stroomt tot 4 kilometer diep. Dat kan die ook, want er is maar één obstakel onderweg, de zuidzijde van Zuid-Amerika. Doordat alle aangrenzende continenten een naar het noorden afgeleid punt hebben, krijg je dat daar het koude water botst en langs de kust omhoog stroomt. Bij de evenaar warmt het weer op en daar komt dan veel zuurstof weer vrij.

Doordat deze stromen zo vol zitten met vis, kunnen de vissers ze er uit scheppen. Doordat er zoveel vis is, zijn er ook veel andere predatoren, zoals vogels. De Guano-eilanden zijn bedekt met een laag van 4 meter vogelmest. Deze is zo vruchtbaar, dat het helemaal is afgegraven. Opvallend is dat naast alle zeestromen woestijnen liggen. 's Ochtends als de wind vanaf land even gaat liggen, komen er vochtige dampen over de woestijn. Genoeg om net dat kleine beetje leven te helpen, zo ontstaan er rijen cactussen in de Atacamawoestijn.