Archeobotanie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mesojim (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
sorry, geen weblogs Versie 18059010 van Mesojim (overleg) ongedaan gemaakt.
Regel 17: Regel 17:
De resultaten van het archeobotanisch onderzoek worden ingepast in de andere uitkomsten van het archeologisch onderzoek.
De resultaten van het archeobotanisch onderzoek worden ingepast in de andere uitkomsten van het archeologisch onderzoek.



externe link: paleoflor [http://arban.web-log.nl] over prehistorische vegetatie
==Zie ook==
==Zie ook==
* [[Archeozoölogie]]
* [[Archeozoölogie]]

Versie van 30 aug 2009 22:28

Archeobotanie is een wetenschappelijke discipline die plantaardige resten bestudeert ter ondersteuning van archeologisch onderzoek. Specialisaties zijn onder andere pollenanalyse, macrorestenonderzoek (zaden, vruchten, en dergelijke), diatomeeënonderzoek en hout- en houtskoolonderzoek.

Archeobotanisch onderzoek kan bestaan uit pollenanalyses of macro-botanisch onderzoek, afhankelijk van de vraagstelling. Uitkomsten uit pollenanalyses geven een regionaal beeld van de vegetatie en de opkomst en het verdwijnen hiervan over een langere periode. De procedures voor pollenanalytisch onderzoek en voor macro-botanisch onderzoek zijn totaal verschillend.


Macro-botanisch onderzoek

Macro-botanisch onderzoek geeft een beeld van het voorkomen van vegetatie op de plaats van een archeologische opgraving.

In principe zijn alle in de bodem bewaarde gebleven plantenresten geschikt als onderzoeksobject om vragen die vanuit de archeologie worden gesteld te beantwoorden. Plantenresten als stengels, wortels en vooral de zaden kunnen, mits onder gunstige condities bewaard gebleven, na honderen- en zelfs duizenden jaren nog worden gedetermineerd. Op verschillende manieren kunnen plantenresten in de bodem bewaard zijn gebleven: "carbonised" (verkoold), "waterlogged" (onder grondwaternivo) of "mineralised" (gemineraliseerd) en soms onder speciale omstandigeheden (bijvoorbeeld in zout of permafrost).

De determinatie van de plantenresten geschiedt met een binoculair. De plantenresten worden -indien mogelijk- tot op de soort gedetermineerd en vervolgens wordt bekeken wat de betekenis is van het voorkomen van de planten in de aangetroffen grondsporen van de opgraving.

De vraagstelling van de archeoloog kan betrekking hebben op landgebruik, opslag van goederen (bijvoorbeeld in spiekers in de ijzertijd) , voedingspatronen ( vooral bij beerputonderzoek), gebruik van bepaalde locaties van nederzettingen (bijvoorbeeld stalfunctie, keuken, hutkom, enzovoort) en veranderingen in landgebruik (akkers, sloten, grachten en dergelijke).

De resultaten van het archeobotanisch onderzoek worden ingepast in de andere uitkomsten van het archeologisch onderzoek.


Zie ook