Vesikel (cel): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Melissa Schop (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Melissa Schop (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{Zijbalk celopbouw}}
{{Zijbalk celopbouw}}


Een '''vesikel''' is een [[organel]] van een cel. Het is een klein blaasje dat omgeven is door een [[membraan]] en stoffen bevat. De functie van een vesikel is het opslaan of het transporteren van bepaalde stoffen in de cel.
Een '''vesikel''' is een [[organel]] van een cel. Het is een klein blaasje dat stoffen bevat en omgeven is door een [[membraan]]. De functie van een vesikel is het opslaan of het transporteren van bepaalde stoffen in de cel.


De buitenkant van een vesikel, het membraan, kan fuseren met het membraan van de cel (het [[celmembraan]]). Hierdoor worden de stoffen die aanwezig zijn in het vesikel afgegeven aan de omgeving van de cel. Dit proces heet [[exocytose]].
De buitenkant van een vesikel, het membraan, kan fuseren met het membraan van de cel (het [[celmembraan]]). Hierdoor worden de stoffen die aanwezig zijn in het vesikel afgegeven aan de omgeving van de cel. Dit proces heet [[exocytose]].

Versie van 8 jun 2010 16:44

Celbiologie
De dierlijke cel
Animal Cell
Componenten van een dierlijke cel:
  1. Nucleolus
  2. Celkern
  3. Ribosoom (blauwe puntjes)
  4. Vesikel
  5. Ruw endoplasmatisch reticulum
  6. Golgicomplex
  7. Cytoskelet
  8. Glad endoplasmatisch reticulum
  9. Mitochondrion
  10. Vacuole
  11. Cytosol
  12. Lysosoom
  13. Centrosoom
  14. Celmembraan
Portaal  Portaalicoon  Biologie

Een vesikel is een organel van een cel. Het is een klein blaasje dat stoffen bevat en omgeven is door een membraan. De functie van een vesikel is het opslaan of het transporteren van bepaalde stoffen in de cel.

De buitenkant van een vesikel, het membraan, kan fuseren met het membraan van de cel (het celmembraan). Hierdoor worden de stoffen die aanwezig zijn in het vesikel afgegeven aan de omgeving van de cel. Dit proces heet exocytose.

Een voorbeeld van een stof dat in een vesikel wordt opgeslagen is een neurotransmitter. Een neurotransmitter wordt zodra de vesikel fuseert met het celmembraan, buiten de cel afgegeven.