Doosvrucht: verschil tussen versies
Uiterlijk
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k r2.7.1) (robot Erbij: uk:Коробочка (плід) |
k Botgeholpen oplossing voor doorverwijzing: Herderstasje - Verwijzing(en) gewijzigd naar Herderstasje (soort) |
||
Regel 5: | Regel 5: | ||
* [[peul (vrucht)|peul]] ([[vlinderbloemigen]]): één vruchtblad langs 2 naden (rug- én buiknaad) openspringend zoals [[boon]], [[erwt]]); |
* [[peul (vrucht)|peul]] ([[vlinderbloemigen]]): één vruchtblad langs 2 naden (rug- én buiknaad) openspringend zoals [[boon]], [[erwt]]); |
||
* [[kokervrucht]]: één vruchtblad langs één naad (buiknaad) openspringend zoals [[dotterbloem]], [[witte engbloem]]; |
* [[kokervrucht]]: één vruchtblad langs één naad (buiknaad) openspringend zoals [[dotterbloem]], [[witte engbloem]]; |
||
* [[hauw]]: twee vruchtbladeren met een vals tussenschot. Een hauw is minstens driemaal zo lang als breed zoals bij [[koolzaad]] en [[pinksterbloem]]. Is de hauw korter dan driemaal zijn breedte dan spreekt men van een [[hauwtje]] zoals bij [[judaspenning]] en [[herderstasje]]; |
* [[hauw]]: twee vruchtbladeren met een vals tussenschot. Een hauw is minstens driemaal zo lang als breed zoals bij [[koolzaad]] en [[pinksterbloem]]. Is de hauw korter dan driemaal zijn breedte dan spreekt men van een [[hauwtje]] zoals bij [[judaspenning]] en [[Herderstasje (soort)|herderstasje]]; |
||
* echte doosvruchten: alle andere met meer dan één vruchtblad en een typische manier van openspringen: |
* echte doosvruchten: alle andere met meer dan één vruchtblad en een typische manier van openspringen: |
||
** met kleppen ([[akkerviooltje]], [[doornappel]], [[klaverzuring]], [[paardenkastanje]]) |
** met kleppen ([[akkerviooltje]], [[doornappel]], [[klaverzuring]], [[paardenkastanje]]) |
Versie van 19 feb 2011 15:15
Een doosvrucht (ook: kapsel) is een droge openspringende vrucht met meer dan één zaad per vrucht. Indien er slechts één zaad per hokje aanwezig is, spreekt men van een kluisvrucht.
Er zijn verschillende vormen van een doosvrucht:
- peul (vlinderbloemigen): één vruchtblad langs 2 naden (rug- én buiknaad) openspringend zoals boon, erwt);
- kokervrucht: één vruchtblad langs één naad (buiknaad) openspringend zoals dotterbloem, witte engbloem;
- hauw: twee vruchtbladeren met een vals tussenschot. Een hauw is minstens driemaal zo lang als breed zoals bij koolzaad en pinksterbloem. Is de hauw korter dan driemaal zijn breedte dan spreekt men van een hauwtje zoals bij judaspenning en herderstasje;
- echte doosvruchten: alle andere met meer dan één vruchtblad en een typische manier van openspringen:
- met kleppen (akkerviooltje, doornappel, klaverzuring, paardenkastanje)
- met tanden (dagkoekoeksbloem)
- met spleten (orchidee)
- met poriën (papaver)
- met deksel (guichelheil)