Staatsnationalisme: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Staatsnationalisme''' is een vorm van [[nationalisme]] waarbij de [[natie]] wordt gedefinieerd als de [[burger]] |
'''Staatsnationalisme''' is een vorm van [[nationalisme]] waarbij de [[natie]] wordt gedefinieerd als de [[burger]]schap van de bestaande [[staat]]. Het formele staatsburgerschap is hier uitgangspunt. Het onderscheidt zich daarmee van het [[etnisch nationalisme]] dat juist een staat wil vormen vanuit een, tot natie geëvolueerd, volk. In het staatsnationalisme behoort men pas volledig tot de [[natie]] als men zich solidariseert en identificeert met de de [[wet]]geving, gewoontes en [[Normen en waarden|normen]], de geschiedenis en de taal van de staat. In het staatsnationalisme wordt de nationale identiteit bewust en programmatisch vormgegeven door het onderwijs en de media, om na enkele generaties een vanzelfsprekendheid te worden. |
||
Het Franse staatsnationalisme ontstond |
Het Franse staatsnationalisme ontstond in de tijd van de [[Franse Revolutie]] en kenmerkte zich als [[Liberalisme|liberaal]] en [[Progressivisme|progressief]]. Het stond sindsdien model voor zich elders ontwikkelende nationalismen en was een kader voor de democratische emancipatie van de staatsburgers. In het etnisch nationalisme of volksnationalisme van [[Centraal-Europa|Centraal-]] en [[Oost-Europa]] was een geheel andere ontwikkeling gaande. De volkeren hier leefden in supra- en multinationale staten, zoals Oostenrijk-Hongarije, het Russische en het Ottomaanse Rijk, en zij konden niet binnen deze staten naar hun emancipatie streven. Zij zochten integendeel naar een eigen nationale staatsvorm waarbinnen zij zich politiek zouden kunnen emanciperen. Daarom was niet het bestaande staatsburgerschap, maar het behoren tot een volk ([[etniciteit]]) hun uitgangspunt. Pas na het stichten van een nationale staat ontwikkelden zij hun politieke emancipatie tot een staatsburgerschap die in dit deel van Europa aldus in de schaduw van de nationale identiteitsvorming te staan. Hun nationale staat werd uiteindelijk het resultaat van de nationale identiteit, en niet de vormgever zoals in West-Europa. Nog steeds speelt dit, tot onbegrip en misverstand leidende, verschil een rol in de verhouding tussen de Europese staten en in het begrip voor de tegenstellingen tussen natie en nationale minderheid in de Midden-Europese staten. Zie [[etnisch nationalisme]]. |
||
[[Categorie:Nationalisme]] |
[[Categorie:Nationalisme]] |
Versie van 1 jul 2012 23:52
Staatsnationalisme is een vorm van nationalisme waarbij de natie wordt gedefinieerd als de burgerschap van de bestaande staat. Het formele staatsburgerschap is hier uitgangspunt. Het onderscheidt zich daarmee van het etnisch nationalisme dat juist een staat wil vormen vanuit een, tot natie geëvolueerd, volk. In het staatsnationalisme behoort men pas volledig tot de natie als men zich solidariseert en identificeert met de de wetgeving, gewoontes en normen, de geschiedenis en de taal van de staat. In het staatsnationalisme wordt de nationale identiteit bewust en programmatisch vormgegeven door het onderwijs en de media, om na enkele generaties een vanzelfsprekendheid te worden.
Het Franse staatsnationalisme ontstond in de tijd van de Franse Revolutie en kenmerkte zich als liberaal en progressief. Het stond sindsdien model voor zich elders ontwikkelende nationalismen en was een kader voor de democratische emancipatie van de staatsburgers. In het etnisch nationalisme of volksnationalisme van Centraal- en Oost-Europa was een geheel andere ontwikkeling gaande. De volkeren hier leefden in supra- en multinationale staten, zoals Oostenrijk-Hongarije, het Russische en het Ottomaanse Rijk, en zij konden niet binnen deze staten naar hun emancipatie streven. Zij zochten integendeel naar een eigen nationale staatsvorm waarbinnen zij zich politiek zouden kunnen emanciperen. Daarom was niet het bestaande staatsburgerschap, maar het behoren tot een volk (etniciteit) hun uitgangspunt. Pas na het stichten van een nationale staat ontwikkelden zij hun politieke emancipatie tot een staatsburgerschap die in dit deel van Europa aldus in de schaduw van de nationale identiteitsvorming te staan. Hun nationale staat werd uiteindelijk het resultaat van de nationale identiteit, en niet de vormgever zoals in West-Europa. Nog steeds speelt dit, tot onbegrip en misverstand leidende, verschil een rol in de verhouding tussen de Europese staten en in het begrip voor de tegenstellingen tussen natie en nationale minderheid in de Midden-Europese staten. Zie etnisch nationalisme.