Elektrotechnische verdeelinrichting: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Bemoeial (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Bemoeial (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3: Regel 3:


Een huisinstallatie moet voorzien zijn van minimaal twee [[aardlekschakelaar]]s van 30mA. Er mogen doorgaans niet meer dan 4 groepen per aardlekschakelaar aangesloten worden. Het achterliggende doel hierbij is dat voorkomen moet worden dat door een aardfout een gebouw of groot deel daarvan geheel in het donker kan komen te staan.
Een huisinstallatie moet voorzien zijn van minimaal twee [[aardlekschakelaar]]s van 30mA. Er mogen doorgaans niet meer dan 4 groepen per aardlekschakelaar aangesloten worden. Het achterliggende doel hierbij is dat voorkomen moet worden dat door een aardfout een gebouw of groot deel daarvan geheel in het donker kan komen te staan.
De groepen zijn beveiligd met een [[smeltveiligheid]] of [[installatieautomaat]] met een maximale waarde van 16A. Voorbij deze veiligheden zitten de tweepolige groepsschakelaars waarmee elke [[groep (elektrotechniek)|groep]] spanningsloos gemaakt kan worden. Daarboven zit de aardrail, deze is verbonden met de aardleiding, en de aarddraden van de afgaande groepen. Toestellen met een groot vermogen (>2kW) dienen elk op een aparte groep te worden aangesloten.
De groepen zijn beveiligd met een [[smeltveiligheid]] of [[installatieautomaat]] met een maximale waarde van 16A. Voorbij deze veiligheden zitten de tweepolige groepsschakelaars waarmee elke [[groep (elektrotechniek)|groep]] spanningsloos gemaakt kan worden. Daarboven zit de aardrail, deze is verbonden met de aardleiding, en de aarddraden van de afgaande groepen. Toestellen met een groot vermogen (>2kW zoals [[wasmachine]], [[wasdroger]], [[elektrische oven]], [[boiler]]) dienen elk op een aparte groep te worden aangesloten.


De richtlijnen voor de technische uitvoering van zo'n verdeelinrichting zijn Europees bepaald. Ze worden steeds ingewikkelder, mede omdat een aantal "''stroomverbruikers"'' (particulieren) uit milieu-overwegingen nu ook "''stroomproducenten''" worden als hun zonnepanelen en/of windmolens meer energie opwekken dan nodig voor eigen gebruik. De stroom moet dus in twee richtingen worden beveiligd.
De richtlijnen voor de technische uitvoering van zo'n verdeelinrichting zijn Europees bepaald. Ze worden steeds ingewikkelder, mede omdat een aantal "''stroomverbruikers"'' (particulieren) uit milieu-overwegingen nu ook "''stroomproducenten''" worden als hun zonnepanelen en/of windmolens meer energie opwekken dan nodig voor eigen gebruik. De stroom moet dus in twee richtingen worden beveiligd.

Versie van 8 jan 2013 23:38

Verouderde verdeelinrichting in een woonhuis. Van onder naar boven: twee aardlekschakelaars, links IΔN=30mA rechts IΔN=500mA, vier smeltveiligheden, vier schakelaars.

Een verdeelinrichting, verdeelkast of groepenkast is de plek van waaruit de elektrische energie beveiligd en verdeeld wordt over de elektrische installatie in een gebouw. De voedingskabel van het energiebedrijf komt uit in een aansluitkast (meterkast). Hierin zitten een of meerdere hoofdveiligheden (hoofdzekeringen). Vervolgens gaat de voeding naar de kilowattuurmeter, die het energieverbruik meet. De aansluitkast en de kWh-meter zijn verzegeld, en eigendom van het energiebedrijf. Van hieruit gaat het verder naar de groepenkast, eventueel via een hoofdschakelaar (per september 2005 verplicht in nieuwe installaties). Indien er toestellen zijn die krachtstroom (400V) nodig hebben, moeten hiervoor aparte aansluitingen worden gemaakt.

Een huisinstallatie moet voorzien zijn van minimaal twee aardlekschakelaars van 30mA. Er mogen doorgaans niet meer dan 4 groepen per aardlekschakelaar aangesloten worden. Het achterliggende doel hierbij is dat voorkomen moet worden dat door een aardfout een gebouw of groot deel daarvan geheel in het donker kan komen te staan. De groepen zijn beveiligd met een smeltveiligheid of installatieautomaat met een maximale waarde van 16A. Voorbij deze veiligheden zitten de tweepolige groepsschakelaars waarmee elke groep spanningsloos gemaakt kan worden. Daarboven zit de aardrail, deze is verbonden met de aardleiding, en de aarddraden van de afgaande groepen. Toestellen met een groot vermogen (>2kW zoals wasmachine, wasdroger, elektrische oven, boiler) dienen elk op een aparte groep te worden aangesloten.

De richtlijnen voor de technische uitvoering van zo'n verdeelinrichting zijn Europees bepaald. Ze worden steeds ingewikkelder, mede omdat een aantal "stroomverbruikers" (particulieren) uit milieu-overwegingen nu ook "stroomproducenten" worden als hun zonnepanelen en/of windmolens meer energie opwekken dan nodig voor eigen gebruik. De stroom moet dus in twee richtingen worden beveiligd.

Types

Er zijn twee soorten verdeelinrichtingen:

  • T.T.A.: Type Tested Assembly - deze worden door een onafhankelijk laboratorium getest.
  • P.T.T.A.: Partly Type Tested Assembly - deze worden door de fabrikant of panelenbouwer getest.

Zie ook

Externe links