Zinskern: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kleuske (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 150.214.94.216 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door De Wikischim
AJW (overleg | bijdragen)
Enormiteit gecorrigeerd. Voorbeeld kloppend gemaakt.
Regel 1: Regel 1:
De '''zinskern''' is in de traditionele [[zinsontleding]] de benaming voor een [[zinsdeel]] dat ofwel uit het [[onderwerp (zinsdeel)|onderwerp]] en het volledige [[gezegde (taalkunde)|gezegde]], ofwel uit alleen het onderwerp en de [[persoonsvorm]] bestaat. Werkwoordelijke en niet-werkwoordelijke resten worden dus soms wel en soms niet tot de zinskern gerekend. Kenmerkend voor de zinskern is verder dat dit zinsdeel altijd zelfstandig kan voorkomen, in tegenstelling tot de [[satelliet (taalkunde)|satelliet]]. Bijvoorbeeld:
De '''zinskern''' is in de traditionele [[zinsontleding]] de benaming voor een [[zinsdeel]] dat ofwel uit het [[onderwerp (zinsdeel)|onderwerp]] en het volledige [[gezegde (taalkunde)|gezegde]], ofwel uit alleen het onderwerp en de [[persoonsvorm]] bestaat. Werkwoordelijke en niet-werkwoordelijke resten moeten soms wel en soms niet tot de zinskern worden gerekend. Kenmerkend voor de zinskern is dat dit zinsdeel altijd zelfstandig kan voorkomen, in tegenstelling tot de [[satelliet (taalkunde)|satellieten]].
==Voorbeeld==
*''Ik'' (onderwerp) ''ben'' (persoonsvorm) [gisteren][erg][lang] ''in die winkel geweest'' (werkwoordelijke rest).


In deze zin vormen ''Ik ben'' of ''Ik ben geweest'' niet de complete zinskern, want daar dan minstens nog wel een zekere plaatsbepaling bij nodig [bijvoorbeeld ''er'']. Andere elementen ([gisteren], [erg] [lang]) kunnen wel weggelaten worden.
*''Ik'' (onderwerp) ''ben'' (persoonsvorm) ''gisteren in die winkel geweest'' (werkwoordelijke rest).

In deze zin is ''Ik ben'' of ''Ik ben geweest'' de zinskern.


== Verwante begrippen ==
== Verwante begrippen ==

Versie van 25 jun 2013 02:57

De zinskern is in de traditionele zinsontleding de benaming voor een zinsdeel dat ofwel uit het onderwerp en het volledige gezegde, ofwel uit alleen het onderwerp en de persoonsvorm bestaat. Werkwoordelijke en niet-werkwoordelijke resten moeten soms wel en soms niet tot de zinskern worden gerekend. Kenmerkend voor de zinskern is dat dit zinsdeel altijd zelfstandig kan voorkomen, in tegenstelling tot de satellieten.

Voorbeeld

  • Ik (onderwerp) ben (persoonsvorm) [gisteren][erg][lang] in die winkel geweest (werkwoordelijke rest).

In deze zin vormen Ik ben of Ik ben geweest niet de complete zinskern, want daar dan minstens nog wel een zekere plaatsbepaling bij nodig [bijvoorbeeld er]. Andere elementen ([gisteren], [erg] [lang]) kunnen wel weggelaten worden.

Verwante begrippen

Een zinskern vormt een constituent binnen de zin als geheel.

Zie ook