Elektrotechnische verdeelinrichting: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MoiraMoira (overleg | bijdragen)
linkspam weg
Verb.
Regel 2: Regel 2:
Een '''verdeelinrichting''', '''verdeelkast''' of '''groepenkast''' is de plek van waaruit de elektrische energie beveiligd en verdeeld wordt over de [[elektrische installatie]] in een gebouw.
Een '''verdeelinrichting''', '''verdeelkast''' of '''groepenkast''' is de plek van waaruit de elektrische energie beveiligd en verdeeld wordt over de [[elektrische installatie]] in een gebouw.


De voedingskabel van het [[energiebedrijf]] komt uit in een aansluitkast ([[meterkast]]). Hierin zitten een of meerdere hoofdveiligheden (hoofdzekeringen). Vervolgens gaat de voeding naar de [[kilowattuurmeter]], die het energieverbruik meet. De aansluitkast en de kWh-meter zijn verzegeld en eigendom van het energiebedrijf. Van hieruit gaat het verder naar de groepenkast, eventueel via een hoofdschakelaar (per september 2005 verplicht in nieuwe installaties). Indien er toestellen zijn die [[krachtstroom]] (400 V) nodig hebben, moeten hiervoor aparte aansluitingen worden gemaakt.
De voedingskabel van het [[energiebedrijf]] komt uit in een aansluitkast die in de [[meterkast]] is aangebracht. Hierin zitten een of meerdere hoofdveiligheden (hoofdzekeringen). Vervolgens gaat de voeding naar de [[kilowattuurmeter]], die het energieverbruik meet. De aansluitkast en de kWh-meter zijn verzegeld en eigendom van het energiebedrijf. Van hieruit gaat het verder naar de groepenkast, eventueel via een hoofdschakelaar (per september 2005 verplicht in nieuwe installaties). Indien er toestellen zijn die [[krachtstroom]] (400 V) nodig hebben, moeten hiervoor aparte aansluitingen worden gemaakt.


Een huisinstallatie moet voorzien zijn van minimaal twee [[aardlekschakelaar]]s van 30 mA. Er mogen doorgaans niet meer dan 4 [[Groep (elektrotechniek)|groepen]] per aardlekschakelaar aangesloten worden. Het achterliggende doel hierbij is dat voorkomen moet worden dat door een aardfout een gebouw of groot deel daarvan geheel in het donker kan komen te staan.
Een huisinstallatie moet voorzien zijn van minimaal twee [[aardlekschakelaar]]s van 30 mA. Er mogen doorgaans niet meer dan 4 [[Groep (elektrotechniek)|groepen]] per aardlekschakelaar aangesloten worden. Het achterliggende doel hierbij is dat voorkomen moet worden dat door een aardfout een gebouw of groot deel daarvan geheel in het donker kan komen te staan.

Versie van 11 okt 2013 18:02

Verouderde verdeelinrichting in een woonhuis. Van onder naar boven: twee aardlekschakelaars, links IΔN=30 mA rechts IΔN=500 mA, vier smeltveiligheden, vier schakelaars.

Een verdeelinrichting, verdeelkast of groepenkast is de plek van waaruit de elektrische energie beveiligd en verdeeld wordt over de elektrische installatie in een gebouw.

De voedingskabel van het energiebedrijf komt uit in een aansluitkast die in de meterkast is aangebracht. Hierin zitten een of meerdere hoofdveiligheden (hoofdzekeringen). Vervolgens gaat de voeding naar de kilowattuurmeter, die het energieverbruik meet. De aansluitkast en de kWh-meter zijn verzegeld en eigendom van het energiebedrijf. Van hieruit gaat het verder naar de groepenkast, eventueel via een hoofdschakelaar (per september 2005 verplicht in nieuwe installaties). Indien er toestellen zijn die krachtstroom (400 V) nodig hebben, moeten hiervoor aparte aansluitingen worden gemaakt.

Een huisinstallatie moet voorzien zijn van minimaal twee aardlekschakelaars van 30 mA. Er mogen doorgaans niet meer dan 4 groepen per aardlekschakelaar aangesloten worden. Het achterliggende doel hierbij is dat voorkomen moet worden dat door een aardfout een gebouw of groot deel daarvan geheel in het donker kan komen te staan.

De groepen zijn beveiligd met een smeltveiligheid of installatieautomaat met een maximale waarde van 16 A. Voorbij deze veiligheden zitten de tweepolige groepsschakelaars waarmee elke groep spanningsloos gemaakt kan worden. Daarboven zit de aardrail, deze is verbonden met de aardleiding en de aarddraden van de afgaande groepen. Toestellen met een groot vermogen (>2 kW zoals wasmachine, wasdroger, elektrische oven, boiler) dienen elk op een aparte groep te worden aangesloten.

De richtlijnen voor de technische uitvoering van zo een verdeelinrichting zijn Europees bepaald. Ze worden steeds ingewikkelder, mede omdat een aantal "stroomverbruikers" (particulieren) uit milieu-overwegingen nu ook "stroomproducenten" worden als hun zonnepanelen en/of windmolens meer energie opwekken dan nodig voor eigen gebruik. De stroom moet dus in twee richtingen worden beveiligd.

Types

Er zijn twee soorten verdeelinrichtingen:

  • T.T.A.: Type Tested Assembly - deze worden door een onafhankelijk laboratorium getest.
  • P.T.T.A.: Partly Type Tested Assembly - deze worden door de fabrikant of panelenbouwer getest.

Zie ook