Gronddruk: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 13: Regel 13:


==Evenwicht in de bodem==
==Evenwicht in de bodem==
De verticale gronddruk op een bepaald niveau in de bodem is de druk veroorzaakt door het totale [[gewicht]] van alle bovenliggende grondlagen. De gronddruk bestaat dus uit de druk van eventueel aanwezig [[aardgas]], de zandkorrels en de [[hydrostatische druk]] van het [[grondwater]]. Bij evenwicht in de bodem is de totale gronddruk constant.
De verticale gronddruk op een bepaald niveau in de bodem is de druk veroorzaakt door het totale [[gewicht]] van alle bovenliggende grondlagen. De gronddruk bestaat dus uit de druk van eventueel aanwezig [[aardgas]], de korreldruk ([[lithostatische druk]]) en de [[hydrostatische druk]] van het [[grondwater]]. Bij evenwicht in de bodem is de totale gronddruk constant.
Dus:
Dus:
:gronddruk = gasdruk + waterdruk + korreldruk = C
:gronddruk = gasdruk + waterdruk + korreldruk = C

Versie van 21 jan 2014 19:33

Gronddruk tegen damwand;
- actieve gronddruk, van rechts naar links
- passieve gronddruk, van links naar rechts.

Horizontale gronddruk is de druk die wordt uitgeoefend op zich in de grond bevindende constructies.[1]

Horizontale gronddruk kan worden onderscheiden in:

  1. neutrale gronddruk; bij stijve constructies die niet verplaatsen; sluiskolkmuren, landhoofden, kelders
  2. actieve gronddruk; bij damwanden en keermuren welke een beetje verschuiven
  3. passieve gronddruk

De horizontale gronddruk is afhankelijk van:

Evenwicht in de bodem

De verticale gronddruk op een bepaald niveau in de bodem is de druk veroorzaakt door het totale gewicht van alle bovenliggende grondlagen. De gronddruk bestaat dus uit de druk van eventueel aanwezig aardgas, de korreldruk (lithostatische druk) en de hydrostatische druk van het grondwater. Bij evenwicht in de bodem is de totale gronddruk constant. Dus:

gronddruk = gasdruk + waterdruk + korreldruk = C

Als één van de componenten van de gronddruk wijzigt (bijvoorbeeld de waterdruk) en de bodem in evenwicht blijft, moeten één of meerdere andere componenten ook wijzigen. Bij afnemende waterdruk, door bijvoorbeeld bemalen of drainage, zal de korreldruk stijgen. Ook bij langzaam afnemende gasdruk door aardgaswinning zal de korreldruk toenemen, uiteindelijk tot een niveau waarbij de korrels bezwijken en er bodemdaling of een aardschok ontstaat waarbij zich een nieuw bodemevenwicht instelt.

Zie ook