Constructie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een constructie is een geheel dat herleidbaar (omkeerbaar) uit twee of meer delen is samengevoegd. Een houten klomp is dus geen constructie, een simpel kruis al wel.

Constructieleer is de wetenschap van het bouwen van constructies, zoals machines, bruggen en gebouwen. De constructieleer vormt een belangrijk onderdeel van de civiele techniek, de mechanica en de werktuigbouwkunde.

In de bouwkunde is een constructie (drager) dat deel van het bouwwerk dat zorgt voor de sterkte, stijfheid en stabiliteit. Zo ontstaat de scheiding tussen drager en inbouw. Een kozijn is dus niet constructief, een dragende binnenwand wel.

Vormen van constructies[bewerken | brontekst bewerken]

'Constructie' als metafoor[bewerken | brontekst bewerken]

In de sociologie en filosofie is een 'constructie' een naar een idee of een stel ideeën samengesteld organisch geheel.

In bedrijfseconomische zin wordt 'constructie' ook wel gebruikt voor de manier waarop binnen bedrijven de bedrijfsfinanciën worden georganiseerd. Payrolling is bijvoorbeeld de constructie waarbij een werkgever de financiële verantwoordelijkheid voor zijn werknemers uitbesteedt aan een payroll-onderneming. Met een meer beladen connotatie verwijst 'constructie' naar de manier waarop buitenlandse concerns belasting 'ontwijken', namelijk door het optuigen van (o.a. Nederlandse) houdster-, financierings- of royalty-vennootschappen, bijvoorbeeld via een trustkantoor.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]