Duinkerke-transgressies: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Wikiwernerbot (overleg | bijdragen)
k https://taaladvies.net/taal/advies/vraag/238/: één van → een van met AWB
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
De '''Duinkerke-transgressies''' waren, net als de [[Jonge zeeklei|afzetting van Duinkerke]], onderdeel van een achterhaalde visie over de [[lithostratigrafie]] van het [[Noordzee]]kustgebied, met name in Nederland en België.<ref>Zie [http://www.vliz.be/imisdocs/publications/243063.pdf]</ref> Ze gaven grootschalige schommelingen in de [[kustlijn]] tijdens de [[Romeinse Keizerrijk|Romeinse tijd]] en de [[Vroege middeleeuwen|vroege Middeleeuwen]] aan. De transgressies waren genoemd naar de [[Frankrijk|Franse]] kustplaats [[Duinkerke]], die door de transgressies overstroomd raakte. De theorie is vervangen door het [[kustinbraakmodel]].
De '''Duinkerke-transgressies''' waren, net als de [[Jonge zeeklei|afzetting van Duinkerke]], onderdeel van een achterhaalde visie over de [[lithostratigrafie]] van het [[Noordzee]]kustgebied, met name in Nederland en België.<ref>{{aut|Dries Tys|Tys, D.}} (2001): [http://www.vliz.be/imisdocs/publications/243063.pdf 'De verwerping van het zgn. Duinkerke-transgressie-model en nieuwe inzichten in de vroegste bedijking van de kustvlakte'] in {{aut|Eric Huyse|Huys, E.}}; {{aut|Maurice Vandermaesen|Vandermaesen, M.}} ''Polders en wateringen'', Algemeen rijksarchief</ref> Ze gaven grootschalige schommelingen in de [[kustlijn]] tijdens de [[Romeinse Keizerrijk|Romeinse tijd]] en de [[Vroege middeleeuwen|vroege Middeleeuwen]] aan. De transgressies waren genoemd naar de [[Frankrijk|Franse]] kustplaats [[Duinkerke]], die door de transgressies overstroomd raakte. De theorie is vervangen door het [[kustinbraakmodel]].


== Transgressies en regressies ==
== Transgressies en regressies ==
Regel 9: Regel 9:


== Ontstaan van de transgressiefasen-theorie ==
== Ontstaan van de transgressiefasen-theorie ==
In de [[1950-1959|jaren vijftig]] trok men, onder andere door onderzoek van Bakker in 1954, de conclusie dat de kustbarrière en kustvlakte vooral gevormd werd door de relatieve zeespiegelbeweging. In het [[Atlanticum]] vond een snelle zeespiegelstijging plaats en werd een dik pakket afzettingen gevormd, waartussen vaak veenlagen voorkwamen.
In de jaren 1950 werd, onder andere door onderzoek van Bakker in 1954, de conclusie getrokken dat de kustbarrière en kustvlakte vooral gevormd werd door de relatieve zeespiegelbeweging. In het [[Atlanticum]] vond een snelle zeespiegelstijging plaats en werd een dik pakket afzettingen gevormd, waartussen vaak veenlagen voorkwamen.


Hageman kwam in 1969 met een model waarin de klastische afzettingen, [[oude blauwe zeeklei]], aangeduid als ''Afzettingen van Calais'', min of meer gelijktijdig hadden plaatsgevonden. Dateringen vonden plaats aan de hand van het veen dat tussen de afzettingen was gevormd. De weinige dateringen die gedaan werden leken het model te bevestigen. Het veen zou gevormd zijn tijdens [[Regressie (geologie)|regressies]] waarin de invloed van de zee zou zijn afgenomen, afgezien van [[Basisveen Laag|basisveen]], dat juist ten tijde van transgressies zou zijn gevormd. De periode van de ''Afzettingen van Calais'' zou rond 1800 v.Chr. zijn geëindigd, waarna ondanks verdere stijging van de zeespiegel het [[Hollandveen Laagpakket|Hollandveen]] zich uitbreidde. Dit zou zijn doordat de strandwallen breder werden, waardoor de invloed van de zee verminderde.
Hageman kwam in 1969 met een model waarin de klastische afzettingen, [[oude blauwe zeeklei]], aangeduid als Afzettingen van Calais, min of meer gelijktijdig hadden plaatsgevonden. Dateringen vonden plaats aan de hand van het veen dat tussen de afzettingen was gevormd. De weinige dateringen die gedaan werden, leken het model te bevestigen. Het veen zou gevormd zijn tijdens [[Regressie (geologie)|regressies]] waarin de invloed van de zee zou zijn afgenomen, afgezien van [[Basisveen Laag|basisveen]], dat juist ten tijde van transgressies zou zijn gevormd. De periode van de Afzettingen van Calais zou rond 1800 v.Chr. zijn geëindigd, waarna ondanks verdere stijging van de zeespiegel het [[Hollandveen Laagpakket|Hollandveen]] zich uitbreidde. Dit zou zijn doordat de strandwallen breder werden, waardoor de invloed van de zee verminderde.


In het daaropvolgende [[Subatlanticum]] vonden dan weer nieuwe transgressies plaats, waardoor de ''Afzettingen van Duinkerke'', [[jonge zeeklei]], zouden zijn gevormd. Er waren vier Duinkerke-transgressies met tussenliggende regressies.
In het daaropvolgende [[Subatlanticum]] vonden dan weer nieuwe transgressies plaats, waardoor de Afzettingen van Duinkerke, [[jonge zeeklei]], zouden zijn gevormd. Er waren vier Duinkerke-transgressies met tussenliggende regressies.


== Problematiek ==
== Problematiek ==
Een van de uitgangspunten van het transgressiefasenconcept was dat de ouderdom met [[C14-datering]] bepaald moest worden om zekerheid te krijgen met welke fase men van doen had. Aan de C14-methode zitten echter veel haken en ogen; bovendien bleek dat er veel dateringen niet klopten met het bestaande model, waardoor men genoodzaakt was extra subfasen in te bouwen (zogenaamd 'verfijnd'). Bovendien werd duidelijk dat de drie Duinkerkefasen in Noord-Nederland niet even oud waren als die van West-Nederland.
Een van de uitgangspunten van het transgressiefasenconcept was dat de ouderdom met [[C14-datering]] bepaald moest worden om zekerheid te krijgen over welke fase het betrof. Aan de C14-methode zitten echter veel haken en ogen; bovendien bleek dat er veel dateringen niet klopten met het bestaande model, waardoor de noodzaak ontstond extra subfasen in te bouwen, aangeduid als verfijningen. Bovendien werd duidelijk dat de drie Duinkerkefasen in Noord-Nederland niet even oud waren als die van West-Nederland.


Doordat in de loop van het onderzoek meer gegevens, vooral dateringen, beschikbaar kwamen, traden er steeds meer tegenstrijdigheden op. In 1978 vond Griede in Friesland een andere datering dan Roeleveld in 1974 voor Groningen had vastgesteld.<ref>{{aut|Roeleveld, W.}} (1974): ''The Holocene evolution of the Groningen marine-clay district'', BROB 24, suppl</ref><ref>{{Aut|Griede, J.W.}} (1978): ''Het ontstaan van Frieslands noordhoek: een fysisch-geografisch onderzoek naar de holocene ontwikkeling van een zeekleigebied'', Amsterdam</ref> In 1982 vonden De Mulder en Bosch ook in Noord-Holland afwijkingen.<ref>{{aut|De Mulder, E.J.F.; Bosch, J.H.A.}} (1982): ''Holocene stratigraphy, radiocarbon datings and palaeogeography of central and northern North-Holland (The Netherlands)'', in: "Mededelingen Rijks Geologische Dienst", Vol. 36-3, pp. 111-160, Haarlem</ref> Bij meer dateringen bleken de gaten tussen de groepen opgevuld te worden en verdwenen dus ook de verschillende fasen. Er bleek een meer geleidelijke ontwikkeling te zijn geweest. Een gevolg van de nieuwere inzichten is ook dat veel [[Paleogeografie|paleogeografische]] kaarten niet meer kloppen.
Doordat in de loop van het onderzoek meer gegevens, vooral dateringen, beschikbaar kwamen, traden er steeds meer tegenstrijdigheden op. In 1978 vond [[Jakob Willem Griede|Griede]] in Friesland een andere datering dan [[Wim Roeleveld|Roeleveld]] in 1974 voor Groningen had vastgesteld.<ref>{{aut|Wim Roeleveld|Roeleveld, W.}} (1974): ''The Holocene evolution of the Groningen marine-clay district'', BROB 24, suppl</ref><ref>{{Aut|Jakob Willem Griede|Griede, J.W.}} (1978): ''Het ontstaan van Frieslands noordhoek: een fysisch-geografisch onderzoek naar de holocene ontwikkeling van een zeekleigebied'', Amsterdam</ref> In 1982 vonden [[Eduardo de Mulder|De Mulder]] en [[Aleid Bosch|Bosch]] ook in Noord-Holland afwijkingen.<ref>{{aut|Eduardo de Mulder|Mulder, E.J.F. de}}; {{aut|Aleid Bosch|Bosch, J.H.A.}} (1982): 'Holocene stratigraphy, radiocarbon datings and palaeogeography of central and northern North-Holland (The Netherlands)' in ''Mededelingen Rijks Geologische Dienst'', Volume 36-3, p. 111-160, Haarlem</ref> Bij meer dateringen bleken de gaten tussen de groepen opgevuld te worden en verdwenen dus ook de verschillende fasen. Er bleek een meer geleidelijke ontwikkeling te zijn geweest. Een gevolg van de nieuwere inzichten is ook dat veel [[Paleogeografie|paleogeografische]] kaarten niet meer kloppen.


== Nieuwe theorie ==
== Nieuwe theorie ==
[[Henk Berendsen|Berendsen]] en Stouthamer beschreven in 2001 een geheel ander mechanisme waarmee te verklaren is dat de [[klastisch]]e [[Fluviatiel proces|fluviatiele]] afzettingen [[Vertanden (geologie)|vertand]] voorkomen met veen.<ref>{{aut|Berendsen, H.J.A.; Stouthamer, E.}} (2001): ''Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, the Netherlands'', Assen</ref> In 2003 leidde dit tot de nieuwe [[Lithostratigrafie|lithostratigrafische]] indeling van de [[Holoceen|Holocene]] afzettingen door De Mulder ''et al'', die is losgekoppeld van de leeftijd van die afzettingen.<ref>{{Aut|Mulder, E. de; Geluk, M.C.; Ritsema, I.; Westerhoff, W.E.; Wong, T.E. (eds)}} (2003): ''De ondergrond van Nederland.'' Geologie van Nederland, 7, p. 211-246, hoofdstuk 4 (Weichselien-Holoceen: p. 312-317, 329-335, 345-352)</ref> Deze nieuwe indeling staat los van de ouderdom en de [[genese]]. Regionale [[Stratigrafie|stratigrafische]] verschillen komen hierin beter tot uiting.
[[Henk Berendsen|Berendsen]] en [[Esther Stouthamer|Stouthamer]] beschreven in 2001 een geheel ander mechanisme waarmee te verklaren is dat de [[klastisch]]e [[Fluviatiel proces|fluviatiele]] afzettingen [[Vertanden (geologie)|vertand]] voorkomen met veen.<ref>{{aut|Henk Berendsen|Berendsen, H.J.A.}}; {{aut|Esther Stouthamer|Stouthamer, E.}} (2001): ''Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, the Netherlands'', Assen</ref> In 2003 leidde dit tot de nieuwe [[Lithostratigrafie|lithostratigrafische]] indeling van de [[Holoceen|Holocene]] afzettingen door De Mulder ''et al.'' die is losgekoppeld van de leeftijd van die afzettingen.<ref>{{aut|Eduardo de Mulder|Mulder, E.J.F. de}}; {{aut|Mark C. Geluk|Geluk, M.C.}}; {{aut|Ipo Ritsema|Ritsema, I.}}; {{aut|Wim Westerhoff|Westerhoff, W.E.}}; {{aut|Theo Wong|Wong, T.E.}} (ed.) (2003): ''De ondergrond van Nederland. Geologie van Nederland'', 7, p. 211-246, hoofdstuk 4 (Weichselien-Holoceen: p. 312-317, 329-335, 345-352)</ref> Deze nieuwe indeling staat los van de ouderdom en de [[genese]]. Regionale [[Stratigrafie|stratigrafische]] verschillen komen hierin beter tot uiting.


== Literatuur ==
== Literatuur ==
* {{aut|Boer, G. de}} (2006): [https://web.archive.org/web/20100821184622/http://www.stedengeschiedenis.nl/Downloads/WG/TWG2005_048-058.pdf 'Het fysisch-geografisch onderzoek en de ontstaansgeschiedenis van westelijk Zeeuws-Vlaanderen: een status quaestionis'], in ''Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis'' 14 (2005); webversie 2006,
* {{aut|Geuch de Boer|Boer, G. de}} (2006): [https://web.archive.org/web/20100821184622/http://www.stedengeschiedenis.nl/Downloads/WG/TWG2005_048-058.pdf 'Het fysisch-geografisch onderzoek en de ontstaansgeschiedenis van westelijk Zeeuws-Vlaanderen: een status quaestionis'], in ''Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis'' 14 (2005); webversie 2006
* {{aut|Weerts, H.; Cleveringa, P.; Westerhoff, W.; Vos, P.}} (2006): [https://web.archive.org/web/20070929124747/http://www.tno.nl/downloads/3.38%20Nooit%20meer;%20afzettingen%20bij%20Duinkerke%20en%20Calais.pdf ''Nooit meer; afzettingen bij Duinkerke en Calais''], Archeobrief (Methoden en Technieken), 28-34. Stichting voor de Nederlandse Archeologie (SNA),
* {{aut|Henk Weerts|Weerts, H.}}; {{aut|Piet Cleveringa|Cleveringa, P.}}; {{aut|Wim Westerhoff|Westerhoff, W.E.}}; {{aut|Peter Vos (geoloog)|Vos, P.}} (2006): [https://web.archive.org/web/20070929124747/http://www.tno.nl/downloads/3.38%20Nooit%20meer;%20afzettingen%20bij%20Duinkerke%20en%20Calais.pdf ''Nooit meer; afzettingen bij Duinkerke en Calais''], Archeobrief (Methoden en Technieken), 28-34. Stichting voor de Nederlandse Archeologie (SNA)
* {{Aut|[[Henk Berendsen|Berendsen, H.J.A.]]}} (2004): ''De vorming van het land, Inleiding in de geologie en de geomorfologie'', Koninklijke Van Gorcum, Assen, ''9.6 Historische ontwikkeling van het inzicht in de genese van de kustvlakte'', p. 243-247.
* {{Aut|Henk Berendsen|Berendsen, H.J.A.}} (2004): ''De vorming van het land, Inleiding in de geologie en de geomorfologie'', Koninklijke Van Gorcum, Assen, ''9.6 Historische ontwikkeling van het inzicht in de genese van de kustvlakte'', p. 243-247


== Noten ==
== Noten ==

Versie van 24 nov 2020 05:52

De Duinkerke-transgressies waren, net als de afzetting van Duinkerke, onderdeel van een achterhaalde visie over de lithostratigrafie van het Noordzeekustgebied, met name in Nederland en België.[1] Ze gaven grootschalige schommelingen in de kustlijn tijdens de Romeinse tijd en de vroege Middeleeuwen aan. De transgressies waren genoemd naar de Franse kustplaats Duinkerke, die door de transgressies overstroomd raakte. De theorie is vervangen door het kustinbraakmodel.

Transgressies en regressies

Van een transgressie is sprake als de kustlijn over een grotere afstand verder landinwaarts verschuift (de zee dus het land overstroomt). Tussen periodes van transgressie waren er ook periodes waarbij de kustlijn weer terug zeewaarts verschoof, een periode van regressie.

Een transgressie wordt ook wel een relatieve zeespiegelstijging (en een regressie een relatieve zeespiegeldaling) genoemd. Strikt genomen is dit niet juist. De termen trans- en regressie zijn gedefinieerd op basis van beweging van de kustlijn. Relatieve zeespiegelveranderingen worden gedaan op basis van een ijkpunt (bijvoorbeeld het Normaal Amsterdams Peil). Ten opzichte van het ijkpunt kan er een zeespiegelstijging plaatsvinden en toch hoeft de kustlijn dan niet landinwaarts te bewegen.

Door problemen met de datering van de verschillende sedimentpakketten langs de Zeeuwse en Vlaamse kusten zijn er alternatieve modellen opgesteld.

Ontstaan van de transgressiefasen-theorie

In de jaren 1950 werd, onder andere door onderzoek van Bakker in 1954, de conclusie getrokken dat de kustbarrière en kustvlakte vooral gevormd werd door de relatieve zeespiegelbeweging. In het Atlanticum vond een snelle zeespiegelstijging plaats en werd een dik pakket afzettingen gevormd, waartussen vaak veenlagen voorkwamen.

Hageman kwam in 1969 met een model waarin de klastische afzettingen, oude blauwe zeeklei, aangeduid als Afzettingen van Calais, min of meer gelijktijdig hadden plaatsgevonden. Dateringen vonden plaats aan de hand van het veen dat tussen de afzettingen was gevormd. De weinige dateringen die gedaan werden, leken het model te bevestigen. Het veen zou gevormd zijn tijdens regressies waarin de invloed van de zee zou zijn afgenomen, afgezien van basisveen, dat juist ten tijde van transgressies zou zijn gevormd. De periode van de Afzettingen van Calais zou rond 1800 v.Chr. zijn geëindigd, waarna ondanks verdere stijging van de zeespiegel het Hollandveen zich uitbreidde. Dit zou zijn doordat de strandwallen breder werden, waardoor de invloed van de zee verminderde.

In het daaropvolgende Subatlanticum vonden dan weer nieuwe transgressies plaats, waardoor de Afzettingen van Duinkerke, jonge zeeklei, zouden zijn gevormd. Er waren vier Duinkerke-transgressies met tussenliggende regressies.

Problematiek

Een van de uitgangspunten van het transgressiefasenconcept was dat de ouderdom met C14-datering bepaald moest worden om zekerheid te krijgen over welke fase het betrof. Aan de C14-methode zitten echter veel haken en ogen; bovendien bleek dat er veel dateringen niet klopten met het bestaande model, waardoor de noodzaak ontstond extra subfasen in te bouwen, aangeduid als verfijningen. Bovendien werd duidelijk dat de drie Duinkerkefasen in Noord-Nederland niet even oud waren als die van West-Nederland.

Doordat in de loop van het onderzoek meer gegevens, vooral dateringen, beschikbaar kwamen, traden er steeds meer tegenstrijdigheden op. In 1978 vond Griede in Friesland een andere datering dan Roeleveld in 1974 voor Groningen had vastgesteld.[2][3] In 1982 vonden De Mulder en Bosch ook in Noord-Holland afwijkingen.[4] Bij meer dateringen bleken de gaten tussen de groepen opgevuld te worden en verdwenen dus ook de verschillende fasen. Er bleek een meer geleidelijke ontwikkeling te zijn geweest. Een gevolg van de nieuwere inzichten is ook dat veel paleogeografische kaarten niet meer kloppen.

Nieuwe theorie

Berendsen en Stouthamer beschreven in 2001 een geheel ander mechanisme waarmee te verklaren is dat de klastische fluviatiele afzettingen vertand voorkomen met veen.[5] In 2003 leidde dit tot de nieuwe lithostratigrafische indeling van de Holocene afzettingen door De Mulder et al. die is losgekoppeld van de leeftijd van die afzettingen.[6] Deze nieuwe indeling staat los van de ouderdom en de genese. Regionale stratigrafische verschillen komen hierin beter tot uiting.

Literatuur

Noten

  1. Tys, D. (2001): 'De verwerping van het zgn. Duinkerke-transgressie-model en nieuwe inzichten in de vroegste bedijking van de kustvlakte' in Huys, E.; Vandermaesen, M. Polders en wateringen, Algemeen rijksarchief
  2. Roeleveld, W. (1974): The Holocene evolution of the Groningen marine-clay district, BROB 24, suppl
  3. Griede, J.W. (1978): Het ontstaan van Frieslands noordhoek: een fysisch-geografisch onderzoek naar de holocene ontwikkeling van een zeekleigebied, Amsterdam
  4. Mulder, E.J.F. de; Bosch, J.H.A. (1982): 'Holocene stratigraphy, radiocarbon datings and palaeogeography of central and northern North-Holland (The Netherlands)' in Mededelingen Rijks Geologische Dienst, Volume 36-3, p. 111-160, Haarlem
  5. Berendsen, H.J.A.; Stouthamer, E. (2001): Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, the Netherlands, Assen
  6. Mulder, E.J.F. de; Geluk, M.C.; Ritsema, I.; Westerhoff, W.E.; Wong, T.E. (ed.) (2003): De ondergrond van Nederland. Geologie van Nederland, 7, p. 211-246, hoofdstuk 4 (Weichselien-Holoceen: p. 312-317, 329-335, 345-352)