Profetie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jcb (overleg | bijdragen) op 19 apr 2005 om 00:25. (→‎Profetie in de joods-christelijke traditie)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Het woord profetie is afgeleid van het Griekse woord propheteía, dat uitspreken of voor iemand anders spreken betekent. In algemene zin wordt met 'profetie' gewoonlijk een voorspellende uitspraak over gebeurtenissen in de toekomst bedoeld.

Profetie in de joods-christelijke traditie

Het begrip profetie in Bijbelse zin heeft een bredere betekenis dan alleen een toekomstvoorspelling. Zo'n 'godsspraak door profetenmond' kan troostend, vermanend of oordelend van aard zijn, ook geuit worden in de vorm van een (lof)lied (zoals bij Mozes, Mirjam, Hanna, Maria en in de psalmen) en soms ook betrekking hebben op een gebeurtenis in de nabije of verre toekomst.

Veel oudtestamentische profetieën riepen op tot herstel of handhaving van de Wet, en kondigde oordelen aan als het verbond met God verbroken werd. In Bijbelse tijden werden middels profetie mensen geroepen tot het koningschap (zoals Saul, David, Jehu) of tot kerkelijke ambten. (zie bijvoorbeeld Handelingen 13:2). Bijbelse profeten profeteerden volgens eigen zeggen niet uit zichzelf (vgl. Amos 3:7, Jeremia 23:18) Apostel Petrus schreef hierover: "want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken". 2 Petrus 1:21. De profeet Jeremia beschreef dat de aandrijvende kracht van de Goddelijke Geest voor een goedwillende profeet nagenoeg onweerstaanbaar was. (Jeremia 20: 7-9)

Een profetie over toekomstige gebeurtenissen wordt niet per definitie in de toekomende tijd gebracht, er zijn ook profetieën waarvan de tekst in de verleden tijd staat (het zogenaamde 'perfectum profeticum'), terwijl de gebeurtenis in de toekomst ligt.

In de joods-christelijke traditie wordt profetie nadrukkelijk onderscheiden van waarzeggerij, wichelarij, uitleggen van voortekenen, tovenarij, bezweringen en ondervragen van (geesten van) doden (spiritisme). Op dergelijke 'gruwelen' stond in het oude Israël de doodstraf.

Profetie in de islam

Hoewel de islam ook profeten uit de joods-christelijke traditie erkent, zijn de beschrijvingen over het ontvangen van de openbaringen van de Koran door Mohammed anders dan in het jodendom: de aartsengel Gabriël (Djibril) verscheen Mohammed (die niet lezen of schrijven kon), las hem een tekst voor die Mohammed uit het hoofd leerde en aan een van zijn metgezellen dicteerde. Koran betekent dan ook reciet of oplezing.