Sund

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Voor andere betekenissen van het woord 'Sund', zie Sund (doorverwijspagina).

In de aardrijkskunde is een sund of sound een grote zee- of oceaaninham groter dan een baai, dieper dan een bocht en breder dan een fjord; of een smal zee- of oceaankanaal tussen twee landlichamen (zie ook zeestraat).

In Engelstalige plaatsnamen is er weinig consistentie in het gebruik van 'sound'.

Etymologie[bewerken | brontekst bewerken]

De term sund of sound is afgeleid van het Angelsaksische of Oud-Noorse woord sund, wat ook "zwemmen" betekent.[1]

Het woord sund is al gedocumenteerd in Oud-Noors en Oud-Engels als 'kloof' (of 'nauwe toegang'). Dit suggereert een relatie met werkwoorden die "scheiden" betekent, zoals absondern en aussondern (Duits), söndra (Zweeds), sondre (Noors), maar ook het Engelse zelfstandig naamwoord sin ("zonde"), Duitse Sünde ("afzondering van Gods wet") en Zweeds synd. Engels heeft ook het bijvoeglijk naamwoord "asunder" en het zelfstandig naamwoord "sundry" (van Oud-Engels syndrig, onderscheidend, afgescheiden), en Zweeds heeft het bijvoeglijk naamwoord sönder ("gebroken").

In het Zweeds en in beide Noorse talen is "sund" de algemene term voor elke zeestraat. In het Zweeds en Nynorsk wordt het ook gebruikt in wereldwijde namen, zoals in het Zweedse "Berings sund" en "Gibraltar sund", en in Nynorsk "Beringsundet" en "Gibraltarsundet".