Tamme van Hoorn

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Tamme van Hoorn (Stitswerd, 11 augustus 1886 - Groningen, 29 juli 1948) was een Nederlandse architect, die werkzaam was in de provincie Groningen. Een viertal van zijn werken is aangewezen als rijksmonument.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Van Hoorn werd geboren in een welgestelde boerenfamilie als de op een na jongste van zes zoons. Zijn broers kozen voor het boerenbedrijf, maar hij volgde een opleiding aan de Ambachtsschool in Groningen. In 1909 vertrok hij naar Amsterdam, waar hij aan de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijs werd geschoold tot bouwkundig tekenaar. Na voltooiing van deze opleiding ging hij enige tijd in de leer bij enkele architecten, onder anderen bij de Zuidhornster bouwmeester Klaas Siekman Azn. (1878-1958). In 1912 vestigde Van Hoorn zich als architect in Loppersum, waarbij hij zich associeerde met de aannemer/architect Oeds de Leeuw Wieland (1839-1919). Na diens overlijden zette Van Hoorn hun bureau alleen voort, vanaf 1926 in een door hemzelf ontworpen kantoorwoning, die later zou worden aangewezen als rijksmonument. Rond 1930 richtte Van Hoorn samen met zijn plaatsgenoot Jan Benninga (1894-1970) het architectenbureau Benninga en Van Hoorn op.

In zijn werk legde Van Hoorn zich vooral toe op het ontwerpen van boerderijen en rentenierswoningen, met name in het noordoosten van de provincie Groningen. Zijn opdrachten waren regelmatig afkomstig van familieleden. Een door Benninga en Van Hoorn in Westeremden ontworpen boerderij (1937) is een rijksmonument. Privé was Van Hoorn actief in het Lopster dorpsleven: hij gaf in het door hemzelf ontworpen dorpshuis tekenlessen, zat in de besturen van de Handelsvereniging en het lokale zwembad en was consul voor de ANWB. Hij is in 1948 op 61-jarige leeftijd te Groningen overleden.

Werken (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

Van Van Hoorn zijn ruim 80 werken bekend. Hieronder staat een incomplete lijst van zijn werken.

  • 1915: Boerderij Leliënhof, Eppenhuizerweg 15 Eppenhuizen.[1]
  • 1916: Woonhuis, Borgweg 31 Zeerijp[1]
  • 1924: Boerderij, Ae-weg 63 Woldendorp. Rijksmonument.[1]
  • 1926: Eigen kantoorwoning, Stationslaan 7 Loppersum. Rijksmonument.[2]
  • 1930: Dorpshuis met woning, Loppersum[3]
  • 1932: Boerderij, Korendijk 13 't Zandt. Rijksmonument.[1]
  • 1936: Woonhuis, Loppersum (met J. Benninga)[4]
  • 1937: Boerderij Nieuw Voorwerk, Fiveldijk 11 Westeremden (met J. Benninga). Rijksmonument.[5]
  • 1939: Boerderij Alberda Nijeheerd, Zijldijksterweg 3 't Zandt[1]
  • 1939: Pastorie, Hogestraat 1 Loppersum[1]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]