The pageant of London

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
The pageant of London
Componist Frank Bridge
Soort compositie HaFaBra
Gecomponeerd voor koor, militair orkest
Andere aanduiding H.98
Compositiedatum 1911
Première 12 mei 1911
Duur vijftien minuten
Vorige werk H.97: Kroningsmars
Volgende werk H.99: Mélodie in cis mineur
Oeuvre Oeuvre van Frank Bridge
Crystal Palace 1910
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

The pageant of Londen is een compositie van Frank Bridge uit 1911.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het werk is gelegenheidsmuziek, die Bridge schreef, bij uitvoeringen van de gelijknamige toneelbewerking van Richard Daveys boekwerk over de geschiedenis van Engeland vanaf het jaar 40 tot 1900. Het is waarschijnlijk (in eerste instantie) het meest beluisterde werk van Bridge, want meer dan 3.000.000 mensen kwamen naar de voorstellingen in Crystal Palace. Men pakte dan ook groots uit, want het was de viering (Festival of Empire) van de kroning van George V van het Verenigd Koninkrijk. De geschiedenis werd verteld in 28 tableaus en de muziek werd verzorgd door onder meer Ralph Vaughan Williams, Gustav Holst, Frank Tapp, John Blackwood McEwen en Haydn Wood. Voor de begeleiding werd gekozen voor een militair orkest (uiteraard vanwege de kroning) en mannenkoor. Bridge had dan ook een uitgebreid arsenaal aan muziekinstrumenten tot zijn beschikking. Alhoewel er vanwege de andere componisten saxofoons (toen nog redelijk nieuw) tot zijn beschikking stonden, liet Bridge die buiten zijn werk. Voor andere instrumenten gebruikte hij een volledig orkest (zie orkestratie). In 1984 werd een bewerking gemaakt voor aangepast orkest.

Delen[bewerken | brontekst bewerken]

The pageant of London vertelt een aantal verhalen verdeeld over de delen: I. Solemn March (Tempo di marcia ma maestoso), de uittocht van Richard III van Engeland vanuit Londen II. First discoveries: II.I: Introduction (moderato); een menuet II.II: Pavane (moderato); een bewerking van Thoirot Arbeaus Belle qui tiers ma vie uit diens Orchésographie uit 1588. II.III: La Romanesca (A Galliard) (allegretto), verwijst naar de Renaissance III: March (allegro marziale), de intocht van Henry VIII van Engeland in Londen

Opmerkingen:

  • Het laatste deel had Bridge al eerder gecomponeerd; het maakt deel uit van zijn First book of organ pieces.
  • Orchésographie werd later gebruikt door Igor Stravinski in Agon en Peter Warlock Capriol suite.
  • voor de kroning schreef Bridge nog een ander werk: de Kroningsmars werd echter geweigerd.

Orkestratie[bewerken | brontekst bewerken]

De oorspronkelijke samenstelling van het orkest:

Discografie[bewerken | brontekst bewerken]