Trijntje Kunnen
Trijntje Kunnen | ||||
---|---|---|---|---|
Geboren | 3 april 1915 | |||
Overleden | 5 maart 1994 | |||
Land | Nederland | |||
|
Trijntje Kunnen, (Assen, 3 april 1915 - Assen, 5 maart 1994), (ook Tine of Tinie genoemd) is 25 jaar als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Ze werkt als onderwijzeres in Assen en raakt via de jongerenvereniging van de Anti-Revolutionaire Partij betrokken bij het verzet. Veel Trouw-mensen horen bij deze partij, een van de voorlopers van het CDA.
Leven
[bewerken | brontekst bewerken]Ze was dochter van Geertje Bos en rijwielhandelaar Lambertus Kunnen. Zelf bleef ze vermoedelijk ongetrouwd; het Nederlands Dagblad heeft het bij haar overlijden over mejuffrouw. Ze werd begraven op Begraafplaats De Boskamp.[1]
Kunnen was van 1955 tot 1970 voorzitter van de Bond van Gereformeerde (Vrijgemaakte) Meisjesverenigingen, nadat ze in 1948 zelf (bestuurs-)lid was geworden; ze maakte in 1968 het 50-jarig bestaan mee. Tussen 1953 en 1980 was ze werkzaam binnen het gereformeerd onderwijs in Assen, voornamelijk basisonderwijs.[2][3]
Verzetswerk
[bewerken | brontekst bewerken]In 1943 begint Tine als koerierster met het verspreiden van de verzetskrant Trouw in Assen. Al snel wordt Tine Kunnen een van de vijf hoofdverspreiders van Drenthe. Naast de verspreiding van Trouw coördineert ze de koeriersdienst van vrouwen in haar regio, die werd opgezet toen de treinen niet meer reden in september 1944. Via die estafettedienst konden de Trouw-mensen met elkaar communiceren en kon er van alles gesmokkeld worden.[4]
Meer dan koeriersdienst alleen
[bewerken | brontekst bewerken]Een koerierster op de fiets met de illegale blaadjes in haar korset: dat is het clichébeeld van de vrouw in het verzet. Maar twee op de drie koeriersters die betrokken waren bij de illegale Trouw deden meer dan het vervoeren van verboden kranten, post of bonkaarten van a naar b. De vrouwen verleenden in groten getale hulp aan onderduikers, ze stencilden de krant, typten artikelen uit, namen deel aan het gewapend verzet en hielpen geallieerde piloten ontkomen. Een op de tien vrouwen had bovendien, net als Tine Kunnen, een coördinerende rol, bijvoorbeeld in de verspreiding van de krant, wat gezien werd als mannenwerk.[5]
Via Tine Kunnen komen ook andere vrouwen bij het verzet, zoals haar beste vriendin Grietje Tigelaar.[6]
- ↑ Broer, Familieberichten. Trouw (8 maart 1994). Geraadpleegd op 26 april 2024 – via delpher.nl.
- ↑ Ver Gereformeerd Onderwijs, Familieberichten: bericht van overlijdens. Nederlands Dagblad (8 maart 1994). Geraadpleegd op 26 april 2024 – via delpher.nl.
- ↑ Redactie, Oud-presidente Ger. Meisjesbond overleden. Nederlands Dagblad (10 maart 1994). Geraadpleegd op 26 april 2024 – via delpher.nl.
- ↑ Oosterom, Rianne, "Vier verzetsvrouwen uit het Trouw-archief: die suffe Duitsers nam je zo in de mailing", Trouw, 10 januari 2023.
- ↑ Oosterom, Rianne, "Twee op de drie koeriersters deden méér in het verzet dan post en kranten rondbrengen", Trouw, 2 september 2024.
- ↑ Redactie Trouw, "Wie waren de 298 vrouwen van Trouw?", Trouw, 26 januari 2024. Gearchiveerd op 13 februari 2024.