Troponine

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door TheBartgry (overleg | bijdragen) op 19 apr 2019 om 18:42. (geen medisch lemma)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Lintpresentatie van het menselijke cardiac troponin core complex (52 kDa core) in de calcium-verzadigde vorm. Blauw = troponin C; groen = troponin I; magenta = troponin T.[1]

Troponine is een onderdeel van de dunne filamenten van dwarsgestreept spierweefsel. Het speelt een rol bij spiercontractie en spierrelaxatie. Troponine bestaat uit drie subunits; troponine I (TnI), troponine T (TnT) en troponine C (TnC). TnI bindt aan actine, TnT aan tropomyosine en TnC bindt aan calciumionen.

Troponine is een hartmarker die in de geneeskunde gebruikt wordt om in een bloedmonster vast te stellen of een patiënt een hartinfarct gehad heeft. Binnen 2 tot 4 uur na een hartinfarct tot twee weken later kan troponine verhoogd zijn in bloed. Er worden twee vormen van troponine gebruikt als hartmarker, TnI en TnT. Beide zijn even gevoelig bij het vaststellen van een hartinfarct. Binnen de eerste uren na het ontstaan van een hartinfarct is het meten van troponine nog niet geschikt om een hartinfarct uit te sluiten. Vaak zal bij een patiënt met typische hartklachten dan ook een aantal uren later nog eens troponine gemeten worden.

Troponine kan bepaald worden in een klinisch chemisch laboratorium.

Externe link