Uiterwaard

Doorsnede van een rivierbedding met uiterwaarden

De uiterwaarden nabij Deventer. Hoe breder een uiterwaard, hoe groter de waterberging en hoe hoger de natuurwaarde kan zijn

Een uiterwaard (ook: uiterwaarde en uiterdijk) is het gebied tussen een winterdijk en het zomerbed langs een beek of rivier, vaak begrensd door een zomerdijk. In seizoenen met een grote waterafvoer kunnen de uiterwaarden onder water lopen, waardoor de bedding van de rivier breder wordt en er minder gevaar is voor overstromingen.

Door de uiterwaarden van een (lage) zomerdijk te voorzien, is het land erachter constanter droog. Dit is handig voor boeren die de uiterwaarden vaak gebruiken als weide voor hun vee. Uiterwaarden worden ook wel de buitendijkse gronden of gebieden genoemd. In België ook beemden of meersen genaamd.

Tegenwoordig krijgen ook veel uiterwaarden een bestemming voor natuurontwikkeling. Door het uitgraven van de uiterwaarden, het verdiepen van oude geulen ontstaan de ideale omstandigheden voor ooibossen. Een goed voorbeeld vindt men in de Gelderse poort.