De Villa d'Este in Tivoli, Italië is met zijn paleis en tuinen een van de beste voorbeelden van de geraffineerde cultuur van de renaissance.
Het voor deze tijd innovatief ontwerp samen met de architecturale componenten in de tuin (terrassen, fonteinen, sierbassins, enz.) maken dit tot een uniek voorbeeld van een Italiaanse zestiende-eeuwse tuin en waarschijnlijk tot model voor de ontwikkeling van vroege Europese tuinen. Livio Agresti werkte ook mee aan de binnendecoratie van de Villa d'Este. Mede om deze redenen is Villa d'Este opgenomen in de UNESCOWerelderfgoedlijst.
Tivoli ligt ongeveer 25 km ten oosten van de Italiaanse hoofdstad Rome in de Sabijnse Bergen. Op deze plek, ter hoogte van watervallen in de rivier de Aniene, bouwden vanaf de 1ste eeuw v.Chr. aanzienlijke Romeinse families hun buitenhuizen. Tivoli heette in die tijd Tibur. In de stad liggen onder meer de villa van keizer Hadrianus, een complex van gebouwen in een park, daterend uit de 2de eeuw, de resten van een heiligdom uit de 1ste eeuw v.Chr. en een 15de-eeuws kasteel. De 16de-eeuwse Villa d'Este behoorde toe aan de hertogen van Ferrara, leden van het oude en beroemde Italiaanse geslacht Este, wier hof in Ferrara een centrum van kunst en cultuur was. Bij de Villa d'Este ligt een schitterende renaissancetuin. Net als in het park van de Villa van Hadrianus liggen hier prachtige waterwerken.
De componist Franz Liszt verbleef enige tijd als gast van de kardinaal Gustav von Hohenlohe op de Villa d'Este. De vele waterpartijen inspireerden hem tot het componeren van onder andere Les jeux d'eaux à la Villa d'Este en Aux Cyprès de la Villa d'Este I en II, deze drie stukken maken deel uit van de derde cyclus (het derde jaar) van diens Années de Pèlerinage. Deze stukken werden in 1877 voor het eerst gepubliceerd. De werken hebben naast een programmatisch tintje tevens een religieuze inslag, als eerbetoon aan de kardinaal.