Werelderfgoed

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Werelderfgoed is cultureel en natuurlijk erfgoed dat wordt beschouwd als onvervangbaar, uniek en eigendom van de hele wereld, en waarvan het van groot belang wordt geacht om te behouden.

Het UNESCO Werelderfgoedverdrag uit 1972 heeft als doel om erfgoed dat van unieke en universele waarde is voor de mensheid, beter te kunnen bewaren voor toekomstige generaties. Naast de internationale bescherming die een erfgoed krijgt door plaatsing op de UNESCO Werelderfgoedlijst, bevordert deze status ook het begrip tussen culturen.

Alleen erfgoed dat is ingeschreven op de Werelderfgoedlijst van UNESCO mag deze titel dragen. De lijst wordt jaarlijks samengesteld door het Werelderfgoedcomité, dat bestaat uit vertegenwoordigers van 21 wisselende landen.

Het materieel werelderfgoed bestaat sinds de 44e sessie van het Werelderfgoedcomité (2021) uit 1154 werelderfgoederen verspreid over 167 landen. Hiervan zijn 897 cultureel erfgoed (C), 218 natuurlijk erfgoed (N) en 39 hybride erfgoed, een combinatie van C en N. Honderdeenennegentig landen hebben de Werelderfgoed Conventie geratificeerd. Ieder land is zelf verantwoordelijk voor bescherming en behoud van de eigen monumenten.

Nominatieproces[bewerken | brontekst bewerken]

Yellowstone, een van de monumenten op de eerste Werelderfgoedlijst in 1978
Paaseiland staat sinds 1995 op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het eiland voldoet aan de criteria I, III en V

Alleen landen die de Overeenkomst voor het Werelderfgoed hebben ondertekend, kunnen nominaties indienen.

De eerste stap is dan het opstellen van een Voorlopige lijst. Dit is een inventarisatie van alle belangrijke monumenten die het land de komende jaren van plan is te nomineren.

Vervolgens stelt het land een nominatiedossier samen met zo veel mogelijk informatie over het monument dat het als eerste wil laten inschrijven. Dit dossier moet onder andere gedetailleerde beschrijvingen bevatten van de unieke waarde van dit monument (bijvoorbeeld in vergelijking met soortgelijke monumenten elders in de wereld) en plannen die aantonen hoe het behoud van het monument is ingericht.

Dit dossier wordt ingezonden naar het ondersteunend bureau van het Werelderfgoedcomité. Als deze het compleet genoeg acht, wordt het ter beoordeling voorgelegd aan twee adviesorganen: voor de culturele erfgoederen ICOMOS en voor de natuurlijke IUCN.

Sinds 2005 is er één set van 10 criteria, waarvan – naast het element van bijzondere universele waarde – aan minimaal één moet worden voldaan. Deze criteria worden als volgt gecodeerd en geformuleerd:

  • I. het vertegenwoordigt een meesterwerk van een creatief menselijk genie
  • II. het stelt een belangrijke interactie van menselijke waarden tentoon, gedurende een tijdspanne of binnen een cultureel gedeelte van de wereld, voor ontwikkelingen in architectuur of technologie, monumentale kunsten, stadsontwerp of landschapsinrichting
  • III. het draagt een unieke of ten minste een exceptionele getuigenis van een culturele traditie of een samenleving, die nog voortleeft of is verdwenen
  • IV. het is een bijzonder voorbeeld van een type gebouw of architectonisch of technologisch ensemble of landschap, dat significante stappen in de menselijke geschiedenis voorstelt
  • V. het is een bijzonder voorbeeld van een traditionele menselijke bewoning of landgebruik, dat een cultuur (of culturen) vertegenwoordigt, in het bijzonder wanneer het kwetsbaar is geworden ten gevolge van onomkeerbare veranderingen
  • VI. het is direct of tastbaar verbonden met gebeurtenissen of levende tradities, met ideeën, of geloof, met artistieke en literaire werken van bijzondere universele betekenis (de commissie beschouwt dit criterium alleen als toepasbaar in bijzondere omstandigheden en alleen in combinatie met een ander cultureel of natuurlijk criterium op de lijst)
  • VII. het bevat buitengewone natuurverschijnselen of gebieden van buitengewone natuurlijke schoonheid en esthetisch belang
  • VIII. het is een bijzonder voorbeeld van belangrijke lopende ecologische en biologische processen in de evolutie en ontwikkeling van ecosystemen op het land, in zoet water, aan de kust en in en op zee, en van gemeenschappen van planten en dieren.
  • IX. het herbergt de belangrijkste natuurlijke onderkomens voor het behoud van biodiversiteit, inclusief die welke bedreigde soorten herbergen van buitengewone, universele betekenis
  • X. Het is een gebied met een exceptionele, natuurlijke schoonheid.

De uiteindelijke beslissing over het al dan niet opnemen van een monument op de Werelderfgoedlijst ligt bij het Werelderfgoedcomité. Dit Comité komt één keer per jaar bijeen om, op basis van de adviesrapporten, te oordelen over de nieuwe nominaties.

Het Werelderfgoedcomité kan een werelderfgoed plaatsen op de Lijst van bedreigd werelderfgoed. Dit gebeurt wanneer een grootschalig ingrijpen van buitenaf nodig is omdat het behoud in gevaar is. Met deze status kan acuut geld vrij worden gemaakt uit het Werelderfgoedfonds en wordt er internationale attentie gevraagd voor de bedreiging. Per juni 2011 geldt dit voor 35 monumenten, bijvoorbeeld voor de Middeleeuwse monumenten in Kosovo.

Als de unieke status van een werelderfgoed verdwijnt, kan het door het Comité helemaal van de Werelderfgoedlijst worden verwijderd. Sinds de aanvang van het Werelderfgoedverdrag zijn drie sites dusdanig beschadigd, dat de status UNESCO Werelderfgoed werd verloren. Dit gebeurde bijvoorbeeld met de erkenning van het cultuurlandschap van het Elbedal bij Dresden. Dit cultureel erfgoed werd volgens het Comité zodanig beschadigd door de bouw van de Waldschlösschenbrug dat de erkenning werd ingetrokken. Daarmee is dus ook een stuk geschiedenis, erfgoed van de Wereld, voor de toekomstige generaties verloren gegaan.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Aboe Simbel: de grote tempel van Ramses II

Directe aanleiding voor de overeenkomst was de bouw van de Aswandam in Egypte in 1959. Hierdoor kwam een vallei onder water te staan met daarin de ruim 3000 jaar oude tempels van Aboe Simbel. UNESCO lanceerde daarop een wereldwijde reddingsactie. De bedreigde tempels werden zorgvuldig gedemonteerd, naar een hogere locatie gebracht en daar stuk voor stuk weer opgebouwd. De kosten van dit project bedroegen zo’n 80 miljoen US dollar, waarvan 40 miljoen werd gedoneerd door 50 verschillende landen.

Deze actie werd wereldwijd als een groot succes beschouwd, en andere acties volgden (bijvoorbeeld voor Venetië, de ruïnes van Mohenjodaro in Pakistan, en de Borobudur in Indonesië). UNESCO en ICOMOS stelden daarop een concept overeenkomst op om het gezamenlijke erfgoed van de mensheid te beschermen.

De Verenigde Staten stonden aan de basis van het idee om behoud van culturele monumenten te combineren met natuurbehoud: een conferentie in 1965 riep op tot het instellen van een World Heritage Trust. De IUCN ontwikkelde vergelijkbare plannen, en die werden in 1972 gepresenteerd op een VN conferentie in Stockholm. Daar ook werd de Overeenkomst voor het werelderfgoed uiteindelijk gesloten.

Ontwikkelingen vanaf 2000[bewerken | brontekst bewerken]

Erdene Zuu in de Orchonvallei, Mongools werelderfgoed in 2004

De jaarlijkse groei van de Werelderfgoedlijst heeft de discussie aangewakkerd of de lijst eindig is. Dit heeft in 2000 geleid tot het Besluit van Cairns, waarin het aantal nieuwe nominaties wordt beperkt en waarbij tegelijkertijd een meer evenwichtige inhoud wordt nagestreefd.

Prioriteit wordt in de eerste plaats gegeven aan nominaties van landen die nog niet zijn vertegenwoordigd op de lijst, en vervolgens aan nominaties van monumenten in ondervertegenwoordigde categorieën. Landen die al werelderfgoederen binnen hun grenzen hebben, mogen nog maar één nieuwe nominatie per jaar inzenden.

Bij een evaluatie in juli 2006 van deze Global Strategy om de Werelderfgoedlijst meer in balans te laten komen is afgesproken dat ieder land nu twee nieuwe monumenten per jaar mag indienen, waarvan er minimaal één een natuurlijk erfgoed moet zijn. Het totaal aantal te beoordelen nieuwe nominaties is maximaal 45 (inclusief die monumenten die in voorgaande jaren zijn terugverwezen voor meer informatie/onderbouwing en opnieuw worden genomineerd). De prioriteitenvolgorde is gelijk gebleven aan die van het Besluit van Cairns.

Aantallen[bewerken | brontekst bewerken]

Het materieel werelderfgoed bestaat sinds de 44e sessie van het Werelderfgoedcomité in 2021 uit 1154 werelderfgoederen verspreid over 167 landen. Hiervan zijn 897 cultureel erfgoed (C), 218 natuurlijk erfgoed (N) en 39 hybride erfgoed, die een combinatie van beide zijn (C/N). 191 landen hebben de Werelderfgoed Conventie geratificeerd. Ieder land is zelf verantwoordelijk voor bescherming en behoud van de eigen monumenten. Van deze lijst staan er 52 sites op de lijst van het bedreigde werelderfgoed, omdat het voortbestaan van dit erfgoed in gevaar is.

Jaarlijkse bijeenkomsten Werelderfgoedcomité[bewerken | brontekst bewerken]

Een overzicht van de jaarlijkse bijeenkomsten van het Werelderfgoedcomité, waar wordt besloten over nieuwe nominaties en richtlijnen.

Sessie Jaar Gaststad/land
1e sessie 1977 Parijs, Frankrijk
2e sessie 1978 Washington D.C., Verenigde Staten
3e sessie 1979 Caïro en Luxor, Egypte
4e sessie 1980 Parijs, Frankrijk
5e sessie 1981 Sydney, Australië
6e sessie 1982 Parijs, Frankrijk
7e sessie 1983 Firenze, Italië
8e sessie 1984 Buenos Aires, Argentinië
9e sessie 1985 Parijs, Frankrijk
10e sessie 1986 Parijs, Frankrijk
11e sessie 1987 Parijs, Frankrijk
12e sessie 1988 Brasilia, Brazilië
13e sessie 1989 Parijs, Frankrijk
14e sessie 1990 Banff, Canada
15e sessie 1991 Carthago, Tunesië
16e sessie 1992 Santa Fe, Verenigde Staten
17e sessie 1993 Cartagena, Colombia
18e sessie 1994 Phuket, Thailand
19e sessie 1995 Berlijn, Duitsland
20e sessie 1996 Mérida, Mexico
21e sessie 1997 Napels, Italië
22e sessie 1998 Kioto, Japan
23e sessie 1999 Marrakesh, Marokko
24e sessie 2000 Cairns, Australië
25e sessie 2001 Helsinki, Finland
26e sessie 2002 Boedapest, Hongarije
27e sessie 2003 Parijs, Frankrijk
28e sessie 2004 Suzhou, China
29e sessie 2005 Durban, Zuid-Afrika
30e sessie 2006 Vilnius, Litouwen
31e sessie 2007 Christchurch, Nieuw-Zeeland
32e sessie 2008 Quebec, Canada
33e sessie 2009 Sevilla, Spanje
34e sessie 2010 Brasilia, Brazilië
35e sessie 2011 Parijs, Frankrijk
36e sessie 2012 Sint-Petersburg, Rusland
37e sessie 2013 Phnom Penh, Cambodja
38e sessie 2014 Doha, Qatar
39e sessie 2015 Bonn, Duitsland
40e sessie 2016 Istanboel, Turkije
41e sessie 2017 Krakau, Polen
42e sessie 2018 Manama, Bahrein
43e sessie 2019 Bakoe, Azerbeidzjan
44e sessie 2020-2021 Fuzhou, Volksrepubliek China
45e sessie 2022-2023 Riyad, Saoedi-Arabië
46e sessie 2024 New Delhi, India

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Werelderfgoed van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.