Naar inhoud springen

Visnamigheid

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De visnamigheid van een vistuig beschrijft hoeveel procent van een vis van een bepaalde lengte en soort in het vistuig achterblijft.

Voorbeeld: met een boomkor met een net met een maaswijdte van 8 cm wordt op schol gevist. Alle vislarven, die een lengte hebben van enkele millimeters, gaan door de mazen en worden dus niet gevangen: 0% blijft achter in het net. Alle schollen met 40 cm kunnen niet door de mazen ontsnappen: 100% blijft achter in het net. Door deze percentages te bepalen voor alle lengtes krijgt men een curve die de visnamigheid van een 8cm-boomkornet voor schol beschrijft.