Naar inhoud springen

Voor outer en heerd

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Inertia6084 (overleg | bijdragen) op 31 jul 2018 om 12:10. (Niet extern linken in de lopende tekst. Bron voor gehele wijziging? Versie 52012973 van 2A02:1810:340D:F200:61A3:9483:C24B:3431 (overleg) ongedaan gemaakt)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Het lied Voor outer en heerd werd door de Kempische dichter Jozef Simons geschreven en getoonzet door Armand Preud'homme. Het lied herdenkt de Boerenkrijg en wordt veelvuldig op cantussen gezongen als studentenlied.

Voor altaar en eigen haard is de moderne vertaling van de zinsnede; het drukte het verzet van de gewone Zuid-Nederlanders tegen antiklerikalisme, verdrukking van de Kerk en invasies van het eigen land uit.

Tekst

Geen roekeloze wagers:
Stil volk dat zich beraadt,
Aleer het zijn belagers
Manhaft te lijve gaat.
Zij wisten wat zij wilden
Toen zij tot stout verweer
De piek of zeis optilden,
Of grepen naar 't geweer

Refrein (2 ×):

Voor vrijheid en recht; ongeknecht,
Onverveerd voor outer en heerd.
Zij steunden op Oranjes:
De Nederlanden één!
En juichten toen Brittannië's
Beloofde vloot verscheen.
Kloekmoedig in de gouwen
Van Diets Zuid-Nederland.
Zijn allen sterk en trouwe.
Gesprongen in de brand

Refrein

Rollier, Corbeels, Van Gansen,
Bevochten onverveerd,
Met wisselende kansen,
Den vijand van hun heerd.
Zij kampten koen als leeuwen,
En werden z'overmand,
Hun namen staan voor eeuwen,
In 't hart van 't volk gebrand.

Refrein