Geel boerenkoolmos
Geel boerenkoolmos | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Vulpicida pinastri (Scop.) J.-E. Mattsson & M.J. Lai (1993 [1]) | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Geel boerenkoolmos op Wikispecies | |||||||||||||
|
Het geel boerenkoolmos (Vulpicida pinastri) is een korstmos behorend tot de familie Parmeliaceae. Het komt voor op bomen en hout. Het leeft in symbiose met de alg Trebouxioid.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Vulpicida pinastri heeft meestal weinig, brede, onregelmatige lobben, waarvan de randen zijn bekleed met soralen met gele randen. De onderkant van het korstmos is lichtgeel met weinig rhyzenen. Apothecia worden zeer zelden gevormd en hebben dan een bruine schijf.
De eencellige sporen zijn ellipsvormig tot bijna bolvormig. De gele kleur wordt veroorzaakt door het zeer giftige vulpinezuur in het vruchtvlees, dat vermoedelijk dient als bescherming tegen slakken.
Ecologie
[bewerken | brontekst bewerken]Vulpicida pinastri komt voornamelijk voor in bergbossen op de bast van naaldhout. Vulpicida pinastri wordt verspreid over het noordelijk halfrond in de boreale naaldboszone. In Europa komt hij vooral voor in de bergbossen van Midden- en Zuid-Europa. Op de Rode Lijst van Noordrijn-Westfalen staan ze als bedreigd. Het is zeer zeldzaam in het Verenigd Koninkrijk.
Naam
[bewerken | brontekst bewerken]Het geslacht Vulpicida werd in 1993 door Mattson en Lai afgesplitst van het geslacht Cetraria. Het Latijnse woord "vulpes" betekent vos en het woord "cida" betekent moordenaar, dus vulpicida is een vossendoder. Volgens Fries werden deze korstmossen in Zweden gebruikt om vossen te vergiftigen.
De soortnaam werd in 1772 gepubliceerd als Lichen pinastri door natuuronderzoeker Giovanni Antonio Scopoli.
- ↑ (en) Index Fungorum. Gearchiveerd op 19 februari 2023.