Walter Heitz
Uiterlijk
Walter Heitz | ||
---|---|---|
Walter Heitz
| ||
Geboren | 8 december 1878 Berlijn, Duitse Keizerrijk | |
Overleden | 9 februari 1944 Moskou, Rusland | |
Rustplaats | Duitse Oorlogsgraven Krasnogorsk, Krasnogorsk (oblast Moskou), Rusland; Vak: 1. Graf: 77.[1][2][3] | |
Land/zijde | Duitse Keizerrijk Weimarrepubliek Nazi-Duitsland | |
Onderdeel | Deutsches Heer Reichswehr Heer | |
Dienstjaren | 1898 - 1944 | |
Rang | Generaloberst | |
Eenheid | 2. Westpreußische Feldartillerie-Regiment Nr. 36[4] | |
Bevel | Rijks Militaire rechtbank 1 augustus 1936 - 11 september 1939[5] 8e Legerkorps 25 oktober 1939 – 31 januari 1943[6][5] | |
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
| |
Onderscheidingen | Zie decoraties |
Walter Heitz (Berlijn, 8 december 1878 - Moskou, 9 februari 1944) was een Duitse kolonel-generaal in de Wehrmacht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Heitz werd tijdens de Slag om Stalingrad gevangengenomen door Sovjettroepen en stierf op 9 februari 1944 aan kanker.
Militaire loopbaan
- Fahnenjunker: 7 maart 1898[7][5][4]
- Leutnant: 18 augustus 1899[5]
- Oberleutnant: 17 september 1909[5]
- Hauptmann: 1 oktober 1913[5][4]
- Major: 1 april 1922[5][8]
- Oberstleutnant: 1 november 1927[5] (benoemingsakte (Patent) vanaf 1 februari 1927)[8]
- Oberst: 1 februari 1930[5][8]
- Generalmajor: 1 februari 1933[5] - 1 december 1933[8]
- Generalleutnant: 1 oktober 1934[5][8]
- General der Artillerie: 1 april 1937[5][8]
- Generaloberst: 30 januari 1943[5][6]
Decoraties
- Ridderkruis van het IJzeren Kruis op 4 september 1940 als General der Artillerie en Bevelvoerende-generaal van het 8e Legerkorps[9][10][1][8][6]
- Ridderkruis van het IJzeren Kruis met Eikenloof (nr.156) op 21 December 1942 als General der Artillerie en Bevelvoerende-generaal van het 8e Legerkorps[9][11][3][6]
- Duitse Kruis in goud op 22 april 1942[1][7][6]
- IJzeren Kruis 1914, 1e Klasse[6][4] en 2e Klasse[6][4]
- Gewondeninsigne 1918 in zwart[7][4]
- Hanseatenkruis van Hamburg[7][12][8]
- Ridderkruis in de Huisorde van Hohenzollern met Zwaarden[7][8]
- Erekruis voor Frontstrijders in de Wereldoorlog in 1934[7]
- Dienstonderscheiding van Leger en Marine voor (25 dienstjaren)in 1935[7]
- Onderscheiding voor Trouwe Dienst (Pruisen)[7]
- Herhalingsgesp bij IJzeren Kruis 1939, 1e Klasse[6] (19 mei 1940) en 2e Klasse[6] (10 oktober 1939)[7][13]
- Medaille Winterschlacht im Osten 1941/42[7]
Bronnen, noten en/of referenties
- (de) Fellgiebel, Walther-Peer. Die Träger des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939–1945 – Die Inhaber der höchsten Auszeichnung des Zweiten Weltkrieges aller Wehrmachtsteile. Friedberg, Duitsland: Podzun-Pallas. 2000, ISBN 978-3-7909-0284-6.
- (de) Scherzer, Veit. Die Ritterkreuzträger 1939–1945 Die Inhaber des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939 von Heer, Luftwaffe, Kriegsmarine, Waffen-SS, Volkssturm sowie mit Deutschland verbündeter Streitkräfte nach den Unterlagen des Bundesarchives. Jena, Duitsland: Scherzers Miltaer-Verlag. 2007, ISBN 978-3-938845-17-2.
- (de) Thomas, Franz. Die Eichenlaubträger 1939–1945 Band 1: A–K. Osnabrück, Duitsland: Biblio-Verlag. 1997. ISBN 978-3-7648-2299-6.
- (en) Kursietis, Andris J. (1999). The Wehrmacht at War; 1939 - 1945. Aspekt, Soesterberg, pp. 36. ISBN 907-532338-7. Geraadpleegd op 6 januari 2020.
- (de) Heuer, Dr. Gerd F. (Juli 2002). Die Generalobersten der Heeres; Inhaber höchster deutscher Kommandostellen 1933-1945. Pabel-Moewig Verlag Kg, Duitsland, 104, 106. ISBN 978-3811814080. Geraadpleegd op 6 januari 2020.
- ↑ a b c http://nl.ww2awards.com/person/6264#top
- ↑ (de) Volksbund.de: Walter Heitz. Geraadpleegd op 2 september 2018.
- ↑ a b Heuer 2002, p.106.
- ↑ a b c d e f Heuer 2002, p.104.
- ↑ a b c d e f g h i j k l m (en) Axis Biographical Research: DAS HEER, GENERALOBERST, Generaloberst Walter Heitz. Geraadpleegd op 6 januari 2020.
- ↑ a b c d e f g h i Kursietis 1999, p.36.
- ↑ a b c d e f g h i j http://www.ritterkreuztraeger.info/rkel/h/EL156Heitz.pdf
- ↑ a b c d e f g h i Heuer 2002, p.105.
- ↑ a b Scherzer 2007, p.378
- ↑ Fellgiebel 2000, p.220
- ↑ Fellgiebel 2000, p.63
- ↑ Rangliste des Deutschen Reichsheeres, Hrsg.: Reichswehrministerium, Mittler & Sohn Verlag, Berlin 1925, S. 130
- ↑ Thomas 1997, p. 264.