Naar inhoud springen

Wild Jimmy Spruill

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door AnarchistiCookie (overleg | bijdragen) op 3 feb 2019 om 00:34. (Repareer link naar doorverwijspagina met Zeusmodus - Buster BrownBuster Brown (musicus))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Wild Jimmy Spruill
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Algemene informatie
Volledige naam James Edgar Spruill
Geboren Fayetteville, 9 juni 1934
Overleden Florida, 3 februari 1996
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Werk
Genre(s) R&B, pop
Beroep Muzikant
Instrument(en) Gitaar
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Wild Jimmy Spruill, geboren als James Edgar Spruill, (Fayetteville, 9 juni 1934 - Florida, 3 februari 1996) was een Amerikaanse sessiegitarist.

Jeugd

Als kind luisterde hij naar countrymuziek en blues en leerde hij gitaar spelen, eerst op een chordofoon met een sigarendoos als resonator, daarna op een Fender Telecaster met Standelversterker. Later ging hij spelen op een Gibson Les Paul, die hij aanpaste.

Carrière

Hij verhuisde naar New York in 1955 en begon te werken als sessiemuzikant. Hij werkte veelvuldig voor de producers Danny en Bobby Robinson, die de leiding hadden over de labels Fire, Fury, Everlast, Enjoy en VIM, met als honk Bobby Robinsons platenzaak Happy House of Hits in Harlem. Hij werkte ook voor Old Town Records, Vanguard Records en andere New Yorkse labels en verscheen op platen van King Curtis, Little Anthony & the Imperials, The Shirelles, Tarheel Slim en Elmore James. Hij bracht ook singles uit onder zijn eigen naam.

In mei 1959 bereikte The Happy Organ van Dave "Baby" Cortez de top van de Billboard Hot 100-popcharts en werd opgevolgd door Kansas City van Wilbert Harrison. Beide opnamen bevatten gitaarsolo's van Spruill. Een andere bekende opname waarbij Spruill speelde was Fannie May van Buster Brown, die de top bereikte van de r&b-charts in het begin van 1960. Hij was te horen op Tossin' and turnin' (#1) van Bobby Lewis en Dedicated to the One I Loved (#3) van The Shirelles. Geruchten deden de ronde dat hij speelde bij Aretha Franklin's Respect-sessies.

Spruill was een showman, bekend door zijn gitaarspel met zijn tanden. Zijn sound was onconventioneel, bekend voor zijn harde uithalen en gevoel van vrijheid, onverwachts overgaand van zelfbewuste beginparts tot ritmisch doortastende, schrapende ritmes. Een van zijn interessantste solo-opnamen was Hard Grind, dat origineel werd uitgegeven als de b-kant van Kansas City March. Andere solozijden bevatten Slow Draggin' , Cut and Dried, Scratchin' Twist en Slow Draggin' .

Spruill formeerde in het midden van de jaren 60 een East Coast nachtclub-trio met Tommy Knight (zanger) en Popsy Dixon (drummer). Tijdens de jaren 70 en 80 werkte hij als binnenhuisarchitect in New York, werkte hij sporadisch met muziekinstrumenten als de mogelijkheid zich voordeed en maakte hij minstens een Europese toer met zanger/gitarist Larry Dale en zanger/pianist Bob Gaddy.

Overlijden

Spruill overleed in februari 1996 op 61-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartinfarct tijdens een busreis van Florida, waar hij zijn familie en de saxofonist Noble "Thin Man" Watts had bezocht, naar zijn huis in The Bronx.

Compilaties

  • Great R&B Instrumentals, Ace Records: (Hard Grind)
  • New York Wild Guitars, (P-Vine Records) (Japanse compilatie)
  • Scratch 'n Twist, Night Train International: "Rare and Unreissued New York Rhythm and Blues, 1956-1962"
  • Scratchin' • The Wild Jimmy Spruill Story': gepubliceerd in 2014