Naar inhoud springen

Zeven deugden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Minorax (overleg | bijdragen) op 21 apr 2020 om 13:45. (Wijzigingen door 2001:1C01:3F03:3300:FC77:97FE:E45A:1F1B (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Ojjm)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
De doopvont van de Onze-Lieve-Vrouwkerk van Le Bourg-Dun met afbeeldingen van de zeven deugden

Naast de zeven hoofdzonden die een rol spelen in de katholieke traditie is er ook een lijst opgesteld van de zeven deugden, bestaande uit de vier kardinale deugden en de later toegevoegde drie goddelijke of theologale deugden. Deze zijn:

  1. Prudentia (Voorzichtigheid - verstandigheid - wijsheid)
  2. Iustitia (Rechtvaardigheid - rechtschapenheid)
  3. Temperantia (Gematigdheid - matigheid - zelfbeheersing)
  4. Fortitudo (Moed - sterkte - vasthoudendheid - standvastigheid - focus)
  5. Fides (Geloof), in Latijnse teksten vaak omschreven als Pietas
  6. Spes (Hoop)
  7. Caritas (Naastenliefde/Liefde - liefdadigheid)

Er zijn talrijke afbeeldingen in de schilderkunst van de zeven deugden. Bekend zijn de fresco's van de zeven deugden, samen met fresco's van de zeven hoofdzonden, van Giotto in de Cappella degli Scrovegni in Padua.

De zeven deugden spelen ook een belangrijke rol in de Decamerone van de Italiaanse schrijver Giovanni Boccaccio.

In 1559 maakte Pieter Breugel de Oude een reeks prenten over de zeven deugden: Prudentia (Wijsheid), Iustitia (Rechtvaardigheid), Temperantia (matigheid), Fortitudo (moed), Fides (geloof), Spes (hoop), en Charitas (naastenliefde). De eerste vier deugden gaan terug op de Griekse filosofen. De laatste drie komen van de theoloog Thomas van Aquino (1225 - 1274).

De vier kardinale deugden dateren uit de klassieke oudheid.

Zie de categorie The Seven Virtues van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.