Bosbesmineermot
| Bosbesmineermot | |||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
| Soort | |||||||||||||
| Stigmella myrtillella (Stainton, 1857) | |||||||||||||
.jpg)
| |||||||||||||
| mijn | |||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||||||||
| |||||||||||||
De bosbesmineermot (Stigmella myrtillella) is een vlinder uit de familie dwergmineermotten (Nepticulidae). De wetenschappelijke naam is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1857 door Stainton.
Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]
De soort komt voor in Europa.
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
De spanwijdte is 5,4-6,3 mm. De kop is ijzerhoudend-geelachtig, kraag bleker. Antenne oogkappen witachtig. Voorvleugels donker fuscous, zwak paars getint; een nogal schuine enigszins glanzende witachtige fascia voorbij het midden; buitenste helft van cilia okerwit. Achtervleugels lichtgrijs
Levenswijze[bewerken | brontekst bewerken]
De larven voeden zich met Vaccinium myrtillus en Vaccinium uliginosum. Ze mineren de bladeren van hun waardplant. De mijn bestaat uit een verwrongen gang en vaak een secundair blok. De frass is geconcentreerd in een dikke centrale lijn. De verpopping vindt plaats buiten de mijn.
Volwassenen zijn op de vleugel in mei en juni.
| Bronnen, noten en/of referenties |